Opstellen jaarrekening onder groepsvrijstelling

De groepsvrijstelling houdt in dat een tot een groep behorende rechtspersoon (gegarandeerde rechtspersoon) zijn jaarrekening niet volgens Titel 9 hoeft in te richten, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 403 Boek 2 BW.

Omdat in deze situatie ook niet hoeft te worden gedeponeerd, wordt in de praktijk wel eens gedacht dat er helemaal geen jaarrekening hoeft te worden opgesteld. Dit laatste is echter onjuist.

Als aan alle voorwaarden van artikel 403 is voldaan, moet een gegarandeerde rechtspersoon nog steeds een vereenvoudigde balans en winst- en verliesrekening opmaken.

Hoewel deze vereenvoudigde stukken niet hoeven te worden gepubliceerd, hebben ze toch een functie; daarmee wordt voldaan aan het wettelijke voorschrift dat het bestuur (van de gegarandeerde rechtspersoon) verplicht is jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten op te maken.

Deze door de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) vast te stellen stukken zijn tevens van belang voor eventuele dividenduitkering.

Aangezien de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling en overige bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW niet van toepassing zijn, bestaat er een grote mate van vrijheid bij het opstellen van deze vereenvoudigde stukken.

De RJ beveelt aan om bij het opmaken van vereenvoudigde stukken uit te gaan van grondslagen voor waardering en resultaatbepaling, zoals opgenomen in BW 2 Titel 9 en de Richtlijnen, dan wel IFRS. Ook kan worden overwogen om vergelijkende cijfers op te nemen.

Bij het opmaken van de vereenvoudigde jaarrekening op grond van artikel 2:403 moet wel rekening worden gehouden met eventuele voorschriften die voortvloeien uit andere wettelijke bepalingen dan opgenomen in Titel 9, zoals de bepalingen inzake wettelijke reserves.

Bron: Tijdschrift Financieel Management: Jaarverslag ism KPMG

Gerelateerde artikelen