Nederlandse bedrijven omarmen technologie snel

Naast ondernemersklimaat, managementkwaliteit, financiering en kennis van medewerkers is adoptie van innovatie een succesfactor.

Het MKB loopt achter bij het grootbedrijf bij de omarming van innovatie, blijkt uit onderzoek van RaboResearch. Nederland staat in de Europese top vijf als het gaat om inzet van social media, cloud computing en big data analytics. Zo bevindt ons land zich op pole position van de Digital Innovation Enabler Index, die meet hoe sterk de digitale transformatie wordt gefaciliteerd. De indicator bestaat uit de kwaliteit van de digitale infrastructuur, de toegang tot financiële middelen en de vraag naar en het aanbod van ICT-vaardigheden in een land. 

Lees ook: Online platformen goed voor starters
“Het percentage Nederlandse bedrijven met een eigen website is gestegen van 86 procent in 2017 naar 94 procent eind vorig jaar”, vertelt Sjoerd Hardeman, econoom van RaboResearch. “Nederland bezet daarmee de derde plaats in Europa en heeft zeer recent Duitsland en Zweden ingehaald. Alleen Finland en Denemarken scoren wat adoptie betreft nóg hoger.”

Vervoer en opslag

Het MKB doet het qua website-inzet goed en blijft in deze discipline amper nog achter bij het grootbedrijf. Maar het gebruik van social media laat een ander beeld zien: gemiddeld zet 91 procent van de grote ondernemingen een vorm van social media in, terwijl dat bij middelgrote bedrijven 81 procent en bij kleine bedrijven 66 procent is. Verschillen tussen sectoren zijn daarbij opvallend groot.
Ondernemingen in informatie en communicatie kunnen buigen op een hoog percentage social media-gebruik, net als bedrijven die actief zijn in de verhuur en handel van onroerend goed, specialistische zakelijke dienstverlening en in de horeca. Maar ondernemers in vervoer en opslag maken slechts in 68 procent van de gevallen gebruik van social media.
“Dit kan deels te maken hebben met de afzetmarkt van deze bedrijven”, concludeert RaboResearch. “Sociale media lenen zich meer voor het bereiken van particuliere klanten dan het verspreiden van publieke informatie onder een breder zakelijk netwerk, waardoor het wellicht minder belangrijk wordt geacht in deze sectoren.”

Adoptie websites

Econoom Sjoerd Hardeman: “Wat opvalt is dat daar waar de adoptie van websites in alle sectoren is gegroeid, dat voor het gebruik van big data analytics niet opgaat. Hier is Nederland recent van een gedeelde Europese nummer 1 plaats gezakt naar positie 2 vorig jaar, van 23 procent adoptie naar 22 procent. Waarbij de transport- en logistieke sector zelfs een fikse daling van 11 procentpunt laat zien. Extra opvallend, omdat Nederland toch als transport- en distributieland bij uitstek wordt beschouwd.”
Het zijn vooral de grote spelers die steeds vaker gebruik maken van big data analytics. Wellicht omdat kleine ondernemingen maar met een beperkte hoeveelheid data van doen hebben of simpelweg niet voldoende middelen hebben om deze data ook daadwerkelijk te analyseren. Ondernemingen voeren analyses of helemaal zelf uit, of met een combinatie van eigen analisten en extern ingehuurde experts. Het belang is daarbij inmiddels wel duidelijk: bedrijven die keuzes maken op basis van data analyse blijken ruim 5 procent productiever dan bedrijven die dat niet doen. Bovendien lijkt er een positieve relatie te zijn tussen inzet van big data en innovatie bij ondernemingen.

Schaarste arbeidsmarkt

De achterblijvende doorbraak van big data analytics heeft te maken met de schaarste op de arbeidsmarkt én de financiën. Want ook al zijn data aanwezig, het prepareren voor analyse is arbeidsintensief en vergt gespecialiseerd en dus schaars personeel. Bijkomend probleem: de toenemende regelgeving, bijvoorbeeld de nieuwe Europese privacywetgeving, die het opzetten van dataprocessen kostbaarder maakt vanwege de juridische valkuilen. 
“Los van de ranglijstjes, waar het uiteindelijk om gaat, is dat de productiviteit wordt verhoogd”, aldus Sjoerd Hardeman. “Technologie kan daar een rol in spelen. Maar investeringen in ICT betalen zich doorgaans niet onmiddellijk uit. Inzet van bijvoorbeeld artificial intelligence zien we bijvoorbeeld nog niet terug in de productiviteitscijfers. Mogelijk komt dit doordat nog niet alle bedrijven met hun personeel en organisatie zijn toegerust op het gebruik van de nieuwste technologie. Op dit moment doen we hier bij  RaboResearch onderzoek naar. Hoe hangen managementkwaliteiten bijvoorbeeld samen met de mate van innovatie en het gebruik van data binnen besluitvormingsprocessen van bedrijven. Onze verwachting daarbij is dat het zaak is eerst de managementpraktijken op orde te hebben voor bijvoorbeeld in AI te duiken. Veel werken ín de zaak in plaats van áán de zaak.”

Personeelsgebrek

Heikel punt is en blijft – althans dat voorspellen HR-professionals – die war on talent. Zo ervoer 20 procent van alle Nederlandse bedrijven in alle sectoren het tekort aan arbeidskrachten vorig jaar als belangrijkste belemmering. Bijna vier keer zo hoog als het ook genoemde gebrek aan financiële middelen (5,5 procent). En in de sectoren ICT en zakelijke dienstverlening werd het personeelsgebrek zelfs in 30 procent en 38 procent van de gevallen als knelpunt genoemd.
Of dit ook het verschil in technologie adoptie tussen MKB en grootbedrijf verklaart? Het lijkt waarschijnlijk. Zo ligt het aandeel moeilijk te vervullen vacatures in de meeste sectoren hoger bij het midden- en kleinbedrijf dan bij het grootbedrijf. Conclusie van RaboResearch: vooral dankzij gunstige omgevingsfactoren gebruiken Nederlandse ondernemingen meer nieuwe technologieën dan bedrijven in de rest van de Europese Unie en lijkt die voorsprong vooralsnog onaangetast.

Stoom en elektriciteit

Econoom Sjoerd Hardeman: “De bekende Amerikaanse hoogleraar Erik Brynjolfsson van MIT Sloan School of Management in Massachusetts spreekt over nieuwe technologieën als het tweede machinetijdperk, na de industriële revoluties rondom stoom en elektriciteit. Maar lang niet alle wetenschappers delen die overtuiging. Mijn standpunt is dat het uiteindelijk aan de ondernemer zelf is om kansen op het gebied van technologie te zien en te benutten. Belangrijker dan al dan niet op 1 staan van ranglijstjes is wat mij betreft dan ook de vraag wat bedrijven kunnen doen om gereed te staan die technologie überhaupt te kunnen omarmen.“
Hardeman vermoedt dat dit samenhangt met het menselijk en organisatorisch kapitaal binnen bedrijven. “Nieuwe technologieën kunnen pas worden benut als ze gekoppeld worden aan de juiste vaardigheden en managementpraktijken. Als dit klopt, is er werk aan de winkel. Want leidinggevenden van bedrijven in Nederland schatten de kwaliteit van managementpraktijken over het algemeen niet goed in, zo blijkt uit onze eerdere studies hierover in de industrie en de groot- en detailhandel.”