Multinationals verwachten verschuiving naar indirecte belastingen

Volgens 500 multinationals in 22 landen is Groot-Brittannie vanuit BTW-perspectief het gemakkelijkste land om zaken mee te doen. Nederland volgt op de tweede plaats. Dit blijkt uit een onderzoek van KPMG.

Internationaal opererende ondernemingen verwachten een verschuiving in de richting van indirecte belastingen nu de mondiale fiscale concurrentie leidt tot lagere tarieven voor de vennootschapsbelasting.

Uit het internationaal onderzoek van KPMG blijkt dat 75% van de bedrijven verwacht dat de overheid in de toekomst meer nadruk zal leggen op de indirecte belastingen, zoals BTW en andere vormen van indirecte belastingen.

“Het onderzoek bewijst dat het belang van BTW en andere indirecte belastingen in de hele wereld toeneemt”, constateert Leo Mobach, partner bij KPMG Meijburg & Co en verantwoordelijk voor de Nederlandse BTW-praktijk.

“Het onderzoek geeft ook een beeld van de omvang van de BTW-stromen die elke dag door multinationals moeten worden verwerkt. Ruim 80% van de bedrijven heeft jaarlijks te maken heeft met een ‘BTW-verwerking’ die ligt tussen 200 miljoen dollar en 1 miljard dollar.

Dit zijn enorme bedragen en baren menig financieel directeur en tax director dan ook grote zorgen. Aangezien fouten in de BTW-aangiften enorme kosten met zich meebrengen, beschouwt de helft van de bedrijven dit als het grootste fiscale risico voor hun onderneming.”

Ingewikkelde BTW-regels vormen voor de meeste bedrijven de komende vijf jaar het grootste probleem, gevolgd door verplichtingen op het gebied van compliance (55%) en het risico op boetes (45%). Slechts 11% van de ondernemingen geeft aan dat BTW ook een concurrentievoordeel kan opleveren.

Mobach: “Willen bedrijven de veranderingen het hoofd kunnen bieden die hen de komende vijf jaar te wachten staan, dan zullen zij moeten investeren in opleiding en technologie, zoals bewustzijnstrainingen voor werknemers, ERP-systemen en Tax Engines.

Daarnaast zullen zij moeten bouwen aan de relatie met fiscale en toezichthoudende instanties. In een tijd waarin de aandeelhouders de bedrijven blijvend uitdagen hun bedrijfsresultaat te verbeteren, kunnen financieel directeuren die zich inspannen om de BTW-risico’s te beheersen en de BTW-mogelijkheden te benutten echte aandeelhouderswaarde creëren.”

Groot-Brittannië is volgens de bedrijven vanuit BTW perspectief het gemakkelijkste land om zaken mee te doen, gevolgd door Nederland. Italië wordt in dit opzicht beschouwd als het moeilijkste land.

Mobach: “De tweede plaats voor Nederland bevestigt wat wij dagelijks in de praktijk meemaken. Er is over het algemeen frequente en open communicatie met de belastingdienst. Mocht er een verschil van mening blijven, dan biedt de kwaliteit van de fiscale rechtspraak in Nederland voldoende waarborgen om tot een oplossing te komen.

Aandachtspunt blijft wel de doorlooptijd van BTW-controles en fiscale procedures. De tijd die dit kost en de langdurige onzekerheid maken dat bedrijven en non-profit instellingen zich genoodzaakt voelen om met de belastingdienst een compromis te sluiten en de zaak niet aan de rechter voor te leggen.

Dit neemt echter niet weg dat de situatie in Nederland een stuk beter is dan in buurlanden als België en Duitsland. Toch kan Nederland nog leren van Groot-Brittannië, vooral wat betreft de snelheid waarmee vragen van ondernemers worden beantwoord.”
 

Gerelateerde artikelen