Money Matters: Het einde van de gekozen divisiedirecteur

fallback
Plotseling gonsde het in ons bedrijf van de levendige discussies: een plan van onderdirecteur Thom, er zou waarschijnlijk een gekozen divisiedirecteur komen. Nee, het was nog geen uitgemaakte zaak, maar het leek slechts een kwestie van tijd. Dachten we.

We hadden waarschijnlijk niet goed opgelet toen onderdirecteur Thom zijn plan voor een gekozen divisiedirecteur ontvouwde. Die man heeft ook altijd zo veel plannetjes… In elk geval waren we verrast toen hij liet weten dat de uitvoering van zijn plan niet meer lang op zich zou laten wachten. De discussies waren niet van de lucht, want dit ging ons allemaal aan.

Veel werknemers waren voor het plan. Het hïerarchische bestuursmodel heeft zijn langste tijd wel gehad, zeiden ze. De directie kan hoog springen of laag springen, tenslotte valt of staat de uitvoering van allerlei maatregelen met de medewerking van de werknemers. Ooit kon de directie zich opstellen als een stelletje dictators, als een soort ‘Big Brothers’ die vanuit de bestuurskamer het reilen en zeilen in het bedrijf konden bestiert. Maar dat idee is in deze tijd van ‘empowerment’ en ‘netwerkorganisaties’ en al lang achterhaald. De directeur die wat wil bereiken moet een ‘Great Communicator’ zijn, geen ‘Big Brother’. Hij moet enthousiasmeren, niet dicteren. Coachen, niet commanderen. Zijn medewerkers veel beslissingsbevoegdheid geven om hun betrokkenheid te vergroten. Waarom niet hen ook laten stemmen over wie er divisiedirecteur mocht worden? De prestaties van het bedrijf zouden erdoor verbeteren.

De tegenstanders hadden op z’n minst twee grote bezwaren tegen het voorstel. Ten eerste waren ze bevreesd dat de slagvaardigheid zou afnemen door al het gepolder waarmee de verkiezing van de divisiedirecteur gepaard zou gaan. ‘Laat zijn superieuren die man toch benoemen, dan hoeven we daar tenminste geen discussie over te voeren’, zeiden ze. Heimelijk verlangden ze terug naar de tijd dat een directeur nog dictator was.

Het tweede, meer principiële bezwaar was dat ze betwijfelden of je de betrokkenheid van de werknemers wel vergroot door ze over de keuze van de divisiedirecteur te laten meebeslissen. Mensen hebben al zo veel aan hun hoofd, komt dat er ook nog eens bij. Ze betwijfelden of het onderwerp wel leefde. En of het ooit zou leven. Mensen willen wel meebeslissen over zaken die zo belangrijk zijn dat ze iedereen aangaan (de benoeming van de directeur, bijvoorbeeld) of juist over zaken die alleen henzelf betreffen (wil ik vandaag wel of geen melk in mijn koffie). Maar stemmen op een divisiedirecteur? Dat onderwerp is te klein voor het geestelijke tafellaken van de meeste mensen en te groot voor hun servet. Aldus de tegenstanders.

De afloop is bekend: onderdirecteur Thom heeft niet de kans gekregen zijn plan ten uitvoer te brengen. Niet omdat er zo veel tegenstanders waren, maar omdat hij pootje is gelicht door een aantal mede-directeuren. Het is wel jammer dat hij geen eerlijke kans heeft gekregen. Want nu kunnen we niet peilen hoe groot de betrokkenheid van onze werknemers bij het bedrijf werkelijk is.