Money Matters: Adieu Alan!

fallback
Een van de machtigste mannen ter wereld gaat met pensioen: Alan Greenspan, voorzitter van de Federal Reserve, de Amerikaanse Centrale Bank. Aan afscheidinterviews met buitenlandse media doet de bescheiden bankman niet, maar Financieel Management.nl wilde hij wel even te woord staan.

FM: Meneer Greenspan, hoe kijkt u terug op uw ambtsperiode?

G: Het was een woelige tijd. De beurs is twee keer ingestort, de aandelenkoersen zijn tot exorbitant grote hoogten gestegen, financiële schandalen hebben ons land geteisterd, Azië is in een crisis gestort, we hebben de terreuraanslagen in New York gehad, twee golfoorlogen…

FM: Allemaal waar, maar wat heeft dat met uw ambt te maken?

G: Nou, ik heb de rente verhoogd als het nodig was. En natuurlijk verlaagd als dat moest gebeuren.

FM: En verder…?

G: Daar heb ik het behoorlijk druk mee gehad. Zeker omdat elke renteverhoging of verlaging zorgvuldig moest worden aangekondigd. En ook als ik de rente niet aanpaste terwijl de markt dat wel van me verwachtte, moest ik dat uitleggen. Man, ik heb wat afgepraat de laatste jaren.

FM: En wat u zei was zelden helder. U staat bekend als sfinx, als een orakel, als iemand die zich hult in wazige retoriek. Uw echtgenote Andrea heeft ooit gezegd dat ze pas na uw derde aanzoek begreep dat u haar ten huwelijk vroeg…

G: Dat is een mythe. Ik heb haar NIET ten huwelijk gevraagd.

FM: … en die ondoorgrondelijke spreekstijl schijnt opzet te zijn. “Als ik me duidelijk heb uitgesproken dan ben ik verkeerd begrepen”, heeft u volgens de overlevering ooit gezegd. Is dit zo?

G: Ik zou de stelling willen omkeren: als ik goed wordt begrepen, heb ik me kennelijk onduidelijk uitgesproken.

FM: Eh… waarom die onduidelijkheid altijd?

G: Als ik mezelf mag citeren: “Sinds ik centraal bankier werd, heb ik leren mompelen met grote incoherentie.”

FM: Hebben mensen er niet gewoon recht op om te weten hoe het zit in de financiële wereld?

G: Ach, mensen zijn net kinderen. Ze moeten resoluut en overtuigend toegesproken worden, maar niet op een manier die hen of iemand anders angst aanjaagt. Begrijpelijk spreken zou alleen maar onrust zaaien en de stabiliteit op de financiële markten ondermijnen. Hoe onbegrijpelijker, hoe beter. Vandaar mijn ‘FED-speak’: een taal waarin het mogelijk is te spreken zonder ooit iets te zeggen.

FM: Wij begrijpen er niets meer van, maar dat is waarschijnlijk juist uw bedoeling. Als we we u goed begrijpen… maar dat doen we dus juist niet.

G: U leert het al aardig.

FM: Dan maar een heel onbescheiden vraag tot slot. Die veel te grote bril van u, dat is toch geen gezicht?

G: Dat weet ik ook wel, ik ben niet achterlijk. Dat is mijn handelsmerk. Chaplin had veel te grote schoenen, Mr. Bean een veel te klein jasje, Laurel en Hardy hadden hun bolhoeden. Ik heb een te grote bril. Greenspan-watchers hadden hier jaren geleden al uit kunnen opmaken dat ik eigenlijk een komiek ben. Vreemd dat zo veel mensen mij zo lang serieus hebben genomen. Zoals u weet duik ik binnenkort het lezingencircuit in. Mijn impresario regelt ook optredens voor John Cleese, zoals u weet een van de grappigste mensen ter wereld. Misschien kan ik samen met hem nog eens een optreden verzorgen. Ik hoop in elk geval dat ik straks beter tot mijn recht kom, als niet meer alles wat ik zeg zo serieus wordt genomen. Wat zeg ik, als er om mijn lachwekkende uitspraken ook eindelijk echt gelachen kan worden.