Minder risicobereidheid CFO’s vanwege economische crisis

CFO's van Nederlandse middelgrote bedrijven zijn net zo geneigd tot expansie in het buitenland als CFO's uit andere landen. Dit blijkt uit de derde editie van het Global Ambition Survey, uitgevoerd door BDO, waarvoor meer dan 1.000 CFO's in 14 landen werden ondervraagd. Meer dan driekwart van de Nederlandse CFO's verwacht internationale expansieplannen in het komend jaar succesvol ten uitvoer te kunnen brengen.

De meningen over of het in de afgelopen drie jaar gemakkelijker of moeilijker is geworden om in het buitenland activiteiten te ondernemen lopen echter uiteen; volgens 19% is het gemakkelijker, terwijl 29% juist beweert dat het moeilijker is geworden. Van de middelgrote bedrijven die in het internationale onderzoek aangeven in het buitenland te willen uitbreiden, is 66% voornemens om de investeringen in veilige markten zoals de BRIC-landen, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland op te schroeven in plaats van in te zetten op investeringen in riskantere markten.

Hoewel zes van de tien (62%) van de respondenten toegeven dat hun ondernemingen alleen maar groeien dankzij internationale activiteiten, is men meer geneigd risico’s te mijden vanwege het verslechterde macro-economische klimaat. Als gevolg hiervan is er in de BRIC-landen een investeringshausse ontstaan; bijna de helft (45%) van de geïnterviewde CFO’s geeft aan dat men momenteel al investeert in deze landen of van plan is deze markten aan te boren; dit in vergelijking met drie van de tien de respondenten (29%) in 2011. Uit de bevindingen blijkt dat de BRIC-landen nu worden beschouwd als gevestigde en niet meer als opkomende investeringsmarkten. China staat voor de derde opeenvolgende keer bovenaan de BDO Global Opportunity Index als het meest interessante land om in te investeren. Van de respondenten noemt 69% de omvang van de Chinese markt als een belangrijk voordeel terwijl 37% aangeeft dat China aantrekkelijk is vanwege de goedkope arbeidskrachten.

De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland staan alle drie in de top tien van landen waar internationale expansie wordt nagestreefd. De Verenigde Staten staat op twee, Duitsland op vijf en Groot-Brittannië op zeven. Steeds meer ondernemingen zijn voornemens om in deze drie markten te investeren; een derde (36%) wil investeren; in het onderzoek van 2011 was dit slechts een kwart (26%).

Nederland als investering
Op basis van een lijst van 19 landen geeft 31% van de CFO’s aan van plan te zijn in het komende jaar te investeren in Nederland. Slechts 2% zegt de Nederlandse markt te willen betreden, maar 12% verwacht hun bestaande activiteiten in Nederland uit te breiden en 16% verwacht deze op niveau te houden. Slechts 1% is voornemens om hun activiteiten te verminderen of zich geheel terug te trekken. CFO’s in Duitsland, en in mindere mate in Groot-Brittannië, geven het vaakst aan van plan te zijn hun activiteiten in Nederland uit te willen breiden of op niveau te willen houden.

Op de vraag welke landen worden gezien als interessante markten voor expansie wordt Nederland spontaan genoemd door 3% van de respondenten; dit is goed voor plaats 35 in de Global Market Opportunity Index van BDO. CFO’s uit India en Groot-Brittannië vinden Nederland het aantrekkelijkst. Van de CFO’s zegt 3% dat zij vanwege de financiële crisis in de eurozone meer geneigd zijn om in Nederland te investeren. “Wij zien Nederland als de poort tot de Europese markt en verdere expansie. Daarnaast is er ook nog een goed ontwikkelde infrastructuur waar we gebruik van kunnen maken”, aldus een Zuid-Afrikaanse CFO over wat Nederland aantrekkelijk maakt voor de uitbreidingsplannen van zijn onderneming.

 
Zuid-Europa
Er lijkt maar geen licht aan het einde van de tunnel te komen voor Zuid-Europa. Hoewel sommige delen van Europa van oudsher als veilig werden beschouwd, vinden de respondenten deze nu net zo risicovol als politiek onstabiele landen in het Midden-Oosten. Investeren in Spanje wordt riskanter geacht dan investeren in Egypte, en Griekenland wordt ervaren als een slechtere investeringskeuze dan Libië en Syrië.

Als gevolg van deze vlucht naar veiligheid in landen zoals Indonesië, Rusland, Mexico en Australië,  zijn andere van oudsher gevestigde markten, waaronder Frankrijk en Japan, flink gedaald in de Global Opportunity Index 2012. Frankrijk is gezakt van de zevende naar de dertiende plaats op de lijst van meest aantrekkelijke landen om in te investeren, en Japan daalt van plaats 17 naar plaats 27. Culturele verschillen en taalbarrières worden genoemd als belangrijke hindernissen in deze twee markten; volgens een aantal CFO’s heeft de regeringswisseling in Frankrijk onzekerheid gebracht waardoor Frankrijk wordt gezien als een land met een minder aantrekkelijk investeringsklimaat.

Martin van Roekel, bestuursvoorzitter van het internationale netwerk BDO, merkt hierover het volgende op: “CFO’s worden nog steeds gedwongen om over de grenzen te kijken voor groei, maar dit jaar zijn het koersschommelingen en geopolitieke risico’s in plaats van regeldruk en bureaucratie die de belangrijkste bedreigingen vormen voor het succes van buitenlandse expansie. Ons onderzoek toont aan dat de risico/rendementsverhouding aan het veranderen is, aangezien ambitieuze CFO’s te maken hebben met grotere risico’s waar dezelfde beloning tegenover staat.”

“CFO’s van middelgrote bedrijven moeten dezelfde buitenlandse investeringsstrategie volgen die ze altijd hebben gehanteerd en hoeven geen grotere risico’s aan te gaan om mogelijk hogere rendementen te realiseren. Deze bedrijven vormen de motor van de internationale handel en hun investeringsplannen geven een belangrijke impuls aan de landen die als de Grote Zeven tevoorschijn komen uit ons onderzoek, d.w.z. de BRIC-landen plus de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland. Maar ondernemingen kunnen ook nog in andere landen terecht voor expansie. Buitenlandse activiteiten kunnen weliswaar gepaard gaan met moeilijkheden, maar als ondernemingen hun strategie specifiek afstemmen op het desbetreffende land vergroten zij de kans op succes, zelfs in riskantere markten.”

 
Verschillen in risicobereidheid
Uit het onderzoek van BDO blijkt bovendien dat er grote verschillen zijn in risicobereidheid, afhankelijk van het land waaruit de CFO afkomstig is. Russische, Chinese en Japanse CFO’s zijn het meest geneigd om risico’s te nemen met het oog op groei. Zes van de tien Russische ondernemingen (60%) en nagenoeg de helft van de Chinese en Japanse respondenten (respectievelijk 46% en 44%) is bereid om grote risico’s te nemen tegenover slechts 18% van de CFO’s afkomstig uit Brazilië en 22% uit Frankrijk. Van de Nederlandse CFO’s is slechts 16% bereid om risico’s te nemen met het oog op groei.

 
Groei internationale omzet
CFO’s in Nederland signaleren een gemiddelde groei van 7% van hun internationale omzet in het huidige boekjaar ten opzichte van het voorgaande jaar; dit ligt iets onder het internationale gemiddelde van 9%. Men is echter positief over toekomstige groei; meer Nederlandse CFO’s dan het gemiddelde (45% ten opzichte van 35%) denken dat het aandeel van de groei uit internationale activiteiten in de komende drie jaar veel groter zal zijn dan nu.

Edwin Schrijver, International Liaison Partner bij BDO Nederland zegt hierover: “Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse middelgrote bedrijven het meest gefocust zijn op Duitsland, Brazilië en China. Wederom blijkt dat de relatie met Duitsland in het algemeen en de relatief goed draaiende Duitse economie  in het bijzonder kansen biedt voor Nederlandse bedrijven. Dit betreft zowel de directe als indirecte afzet. Hierdoor profiteren zij ook van de groeiende consumentenmarkt in China, die in afgelopen paar jaar in omvang toenam van 100 miljoen naar 400-500 miljoen Chinezen.”

De andere belangrijkste bevindingen uit het rapport zijn als volgt:

– CFO’s vinden het in 2012 moeilijker om buitenlandse activiteiten te realiseren dan drie jaar geleden. Hiervoor worden de volgende redenen genoemd: de slechte economische situatie (31%), de toegenomen regeldruk (25%) en meer concurrentie (22%).

– Ondanks de moeilijkheden die worden ondervonden, melden de ondervraagde CFO’s een gemiddelde stijging van 9% van de buitenlandse omzet van hun ondernemingen over het afgelopen boekjaar; de hoogste gemiddelde buitenlandse omzet werd gerapporteerd door Indiase en Russische ondernemingen (respectievelijk 18% en 17%).

– De ondervraagde CFO’s zijn in 2012 minder positief dan in 2011 – slechts 24% van hen is zeer optimistisch over hun uitbreidingsplannen vergeleken met 49% in 2011.

– De crisis in de eurozone heeft ook haar uitwerking op met name Chinese en Braziliaanse ondernemingen niet gemist: de crisis heeft meer invloed gehad op hun investeringsbeslissingen dan in landen van de eurozone zelf.

– Meer dan twee derde van de ondervraagde CFO’s, waaronder vooral die afkomstig uit Brazilië, Groot-Brittannië en Zuid-Afrika, beschouwt klantenservice als een essentiële factor in hun internationale succes

– Bijna de helft (46%) van de ondervraagde CFO’s noemt het inwinnen van goed advies van betrouwbare mensen ter plaatse als de belangrijkste leidraad voor het succes van hun internationale activiteiten.

Bron: BPO

Gerelateerde artikelen