Met Economic Value Added winstratio’s beter vergelijken

Doorgaans worden bedrijfsresultaten vergeleken met behulp van de winstcijfers uit hun jaarrekeningen. Logisch en correct, want dat zijn gecontroleerde gegevens. Maar de jaarrekening heeft een beperking, die beoordeling van de getoonde winst lastig maakt. Daarom is een extra stap nodig, die in het MKB ten onrechte meestal achterwege blijft. Waarom een extra stap en welke?

Lees ook: Waardecreatie: Zet rendement voor aandeelhouder centraal

Door Rene Verbrugge

Gratis financiering bestaat niet
Bij elk winstcijfer past een 'maar' waardoor deze winst – voor de beoordeling althans – gecorrigeerd zou moeten worden. Vrijwel ieder bedrijf financiert deels met eigen vermogen. Een voordeel van eigen vermogen is dat er geen rente over verschuldigd is. Hierdoor lijkt het gratis financiering. In de jaarrekening wordt de winst hoger door de uitgespaarde rentekosten.

Maar om de bedrijfswinst zuiver te beoordelen moeten de financieringskosten van het eigen vermogen wel toegerekend worden. Dit kan door de Economic Value Added (EVA) te berekenen.

Economic Value Added (EVA) is gecorrigeerde winstcijfer
De EVA wordt berekend met:
– de nettowinst (na aftrek van vennootschapsbelasting) en
– het eigen vermogen (aandelenkapitaal plus ingehouden winsten plus herwaarderingsreserve) en
– het door de aandeelhouders geëiste rendement op dit eigen vermogen in hun bedrijf.

In formulevorm : EVA = nettowinst – (eigen vermogen x geëist rendement)

Lastig in de EVA-berekening is het vinden van het meest geschikte rendementspercentage. Het duurzame karakter van de financiering en het risico van eigendom van de onderneming verhogen het geëist rendement. Het rentepercentage waartegen een bedrijf een langlopende lening kan aantrekken voldoet hier niet aan; aandeelhouders lopen meer risico en kunnen daarom een hogere rentevergoeding claimen.

Groot effect
Neem een middelgroot, winstgevend bedrijf met een solvabiliteit van 50 procent als voorbeeld . De nettowinst bedraagt twee miljoen euro. Het balanstotaal (€ 100 miljoen) is gefinancierd met 50 miljoen euro eigen vermogen en 50 miljoen euro vreemd vermogen, waarover zes procent rente betaald wordt. 
 

Geschat wordt dat het geëist rendement op eigen vermogen vanwege risico's hoger ligt dan de betaalde rente op het vreemde vermogen; acht procent. Een beter inzicht in de winst ontstaat door de bespaarde rente (€ 50 miljoen x 8 procent = € 4 miljoen) af te trekken van de winst volgens de jaarrekening. De berekende EVA blijkt dan een verlies van twee miljoen euro te zijn in plaats van een nettowinst van twee miljoen euro. De onderneming biedt haar eigenaren dus een slecht rendement.

Wie durft zijn EVA te publiceren?
Wanneer alle bedrijven hun EVA naast hun jaarcijfers presenteren, kunnen ze onderling beter worden vergeleken, omdat hun financieringsmix geen rol meer speelt. Dat willen veel bedrijven juist niet, want hun rentabiliteit toont dan veel slechter. De EVA is verwant aan de gemiddelde kostenvoet van kapitaal (WACC), een kengetal dat veel bedrijven liever ook niet tonen. Er bestaat echter geen verplichting de EVA en/of de WACC te publiceren.

Maar om het feit onder de aandacht te brengen dat eigen vermogen geen gratis financiering is, is vermelding van de EVA in de toelichting of in een begeleidende brief zinvol. Ook bij sterke ondernemingen met een hoge solvabiliteit kan de EVA een heel ander (ongunstiger) beeld geven dan de jaarcijfers, omdat het rekening houdt met het risico dat gelopen werd.

Wie durft?

Drs. Rene Verbrugge is zelfstandig adviseur voor het MKB en auteur van het boek “Schep meer financiële ruimte om te ondernemen en zorg voor grip op uw werkkapitaal”.

Gerelateerde artikelen