Hoe houd je gezondheidszorg financieel gezond?

Financiële gezondheid voor non-profitorganisaties draait om duurzaamheid: voldoende eigen vermogen en liquiditeit.

Een serie blogs over control.

Net zoals het taxeren van een schilderij altijd een kwestie van de subjectieve mening van deskundigen blijft, is het bepalen van de financiële gezondheid van een organisatie een kwestie van smaak en ervaring. Bij het financieel analyseren van commerciële bedrijven speelt natuurlijk het rendement een hoofdrol. Rentabiliteit is namelijk een van de belangrijke drijfveren van investeerders en financiers van ondernemingen. Bij het bepalen van de continuïteit van non-profitorganisaties is het een stuk lastiger om de gezondheid te meten, want winstgevendheid speelt een veel kleinere rol. Sterker, een grote winstgevendheid zal in de regel als contraproductief worden gezien voor het behalen van de doelstellingen. Hoe dan wel?

Door Hinrich Slobbe, control prof in beide betekenissen, als associate professor aan de Business School Nederland en als directeur van Wisdom in Finance.

Bij een medisch centrum of een school zijn er niet-financiële doelen die centraal staan. Zorg, goed onderwijs, kwaliteit van leven of ontwikkeling van jonge mensen voor de maatschappij. Het waarom ligt vaak veel verhevener dan de aardse redenen om een bedrijf te beginnen. Dus het is niet zoveel mogelijk geld verdienen, niet het naar binnen harken van poen, niet het nastreven van rijkdom. Maar financiën spelen uiteraard wel een rol bij de continuïteit van een zorginstelling, universiteit, of basisschool. Je wil wel kunnen garanderen dat de kwalitatieve doelen blijvend gehaald kunnen worden.

Hoe meet je dan die duurzaamheid?

Allereerst moet je beseffen dat het nettoresultaat bij non-profit tendeert naar de nul. Een nettomarge van +1 of -1 procent is optimaal. Dus als het rendement laag is dan is dat helemaal okay. Maar dan ontbreekt er wel een belangrijke manier om een faillissement te voorkomen. Want als je altijd rondom break-even zit dan is de kans groot dat je een keer door het ijs zakt.

Eigen vermogen

Daarom hebben niet op winst gerichte organisaties per definitie een vangnet nodig van de overheid of, indien men zelf de broek op moet kunnen houden, een stevig weerstandsvermogen. Als er zo’n 20 procent van de omzet in het eigen vermogen zit om klappen op te vangen, wordt dit als gezond gezien. Dit is een belangrijker kengetal dan solvabiliteit, omdat organisaties zonder geleend geld ook in staat moeten zijn om tegenvallers te incasseren.

Zo moet een school met 10 miljoen baten dus minimaal 2 miljoen eigen vermogen hebben om als financieel gezond te boek te staan. De onderwijsinspectie hanteert een ondergrens van 5 procent, in dit voorbeeld 5 ton. Daaronder zit je als organisatie vet in de problemen, omdat iedere schade direct kan leiden tot faillissement. We hebben gezien dat ziekenhuizen met een negatief eigen vermogen het niet overleven, als de overheid niet te hulp schiet.

Liquiditeit

Naast voldoende weerstandsvermogen en daarmee solvabiliteit wil je natuurlijk ook de rekeningen op tijd kunnen betalen. Want uiteindelijk zijn het je crediteuren die de stekker uit je organisatie trekken. Liquiditeit is daarmee van vitaal belang voor de gezondheid op de korte termijn. Als er voldoende in kas zit om de kortlopende verplichtingen te kunnen voldoen, dan is dat zeer prettig voor de leefbaarheid. Ook vorderingen kunnen die rol vervullen, maar dan moeten er niet te veel dubieuze debiteuren tussen zitten.

Kortom: een gezond weerstandsvermogen, gecombineerd met voldoende liquiditeit levert de financiële gezondheid van een non-profitorganisatie.

Financiële Gezondheid: ook Control 3.0!

Alle blogs van prof. Hinrich Slobbe voor u op een rij gezet.

(foto: Dimitri Houtteman, Unsplash)

Gerelateerde artikelen