‘Het gaat om strategische control’- Willem te Beest, Universiteit Twente

fallback
'Mijn uitdaging? Er is momenteel een allesoverheersende uitdaging voor mij: voorkomen dat we aan ons eigen succes tenonder gaan. Dat heeft alles te maken met de aard van onze 'producten'. Wij doen onderzoeksprojecten voor derden, zoals NWO, de EU, het ministerie van EZ bijvoorbeeld of voor bedrijven als Philips. Die projecten op zichzelf zijn zelden kostendekkend. Grofweg dekken de bijdragen van onze opdrachtgevers de helft van onze integrale kosten. De rest moeten wij matchen uit de overheidsbijdrage. Die is constant. Wij hebben echter kwalitatief zeer succesvolle onderzoekers, waardoor de vraag naar onze diensten toeneemt

Inmiddels zijn we op het punt gekomen dat we nauwelijks nieuwe projecten meer kunnen aannemen. Het is nu zaak het door de overheid beschikbaar gestelde budget optimaal te verdelen over projecten die voor ons van strategisch belang zijn. Dat betekent dat we nee moeten zeggen tegen sommige andere projecten. Dat heeft grote consequenties. Vandaar dat dit met recht een uitdaging kan worden genoemd.’ ‘

Mijn behoefte
Om de juiste beslissing te nemen over welke projecten we wel en niet gaan oppakken, is de beschikking over de juiste informatie essentieel. Zowel ‘platte’ informatie als strategische informatie. De moeilijkheid bij platte informatie is dat deze wel beschikbaar is via managementinformatiesystemen, maar dat er nog wat finetuning nodig is om daadwerkelijk per project en opdrachtgever een zinnige uitspraak te kunnen doen over kosten-batenverhouding. In strategische zin heb ik behoefte aan informatie om te kunnen bepalen welk belang bepaalde onderzoeksprogramma’s hebben voor de reputatie van onze universiteit. En voor de kwaliteit van ons onderwijs. We kunnen geen programma’s stopzetten die van essentieel belang zijn voor het onderwijs. Ook kijken we naar de kwalitatieve performance van de onderzoekers. Al deze aspecten worden meegenomen in de besluitvorming.’

In control of in business?
‘De belangrijkste eigenschap van een CFO is wat mij betreft dat hij of zij niet snel nerveus wordt. In elk geval niet door het exploitatieresultaat op de korte termijn. Wij sturen op kasstromen op de langere termijn. Zolang ik weet dat die veiliggesteld zijn, laat ik me niet van de wijs brengen door een tegenvallend resultaat van vandaag. Of dat een control- dan wel business-insteek is vind ik lastig te bepalen. We hebben het over “zaakjes op orde hebben”. Dat is control. Maar de focus op de lange termijn is veel meer business-georiënteerd. Zoeken naar die projecten die strategische relevant zijn. Je zou kunnen stellen dat het om “strategische control” gaat. Ik denk overigens dat het in een commercieel bedrijf wat lastiger is om strategisch in control te zijn. Daar moet op korte termijn gepresteerd worden, wat nogal een druk op de schouders van de CFO kan leggen.’

Willem te Beest (1951).Portefeuillehouder Financiën College van Bestuur
Universiteit Twente, Enschede. Studeerde Kwantitatieve Bedrijfseconomie in Groningen. Begon al tijdens zijn studie als zelfstandig organisatieadviseur. Vanaf de jaren tachtig werd hij meer actief voor grote overheidsorganisaties en zorg- en onderwijsinstellingen. In 1994 werd hij voorzitter van het College van Bestuur van een hogeschool. Vier jaar later trad hij aan als CFO van de Technische Universiteit Eindhoven. Sinds 2002 vervult hij deze functie voor de Universiteit Twente. Universiteit Twente is een ‘ondernemende researchuniversiteit’. Ze verzorgt in opdracht van organisaties als de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, de Europese Unie en het ministerie van Economische Zaken en van grote ondernemingen diverse onderzoeksprojecten ter waarde van ongeveer 60 miljoen euro. Er staan ruim zevenduidend studenten ingeschreven bij de universiteit.

Dit artikel komt uit het CFO Jaarboek 2005

Gerelateerde artikelen