Helft medewerkers hecht sterk aan plaats- en tijdonafhankelijk werken

Medewerkers zouden meer flexibiliteit in hun werkplaats en -tijden willen dan op dit moment door hun werkgever wordt toegestaan. Deze flexibiliteit is voor ongeveer de helft van hen belangrijk. Slechts een kwart van de werknemers vindt dat flexibel werken leidt tot een verhoogde werkdruk. Op het gebied van contracten is flexibiliteit minder in trek: het merendeel van de medewerkers hecht sterk aan een contract voor onbepaalde tijd.

Dat blijkt uit de Raet HR Benchmark 2014-2015 die TNS Nipo heeft uitgevoerd onder medewerkers, HR-managers en bestuurders. Harald van Voorst, expert op het gebied van flexibilisering bij Raet: “Een opvallende constatering. Flexibiliteit in de vorm van plaats- en tijdonafhankelijk werken is steeds meer in trek, terwijl medewerkers op het gebied van contracten de voorkeur geven aan vastigheid.”
Plaats- en tijdonafhankelijk werken populair
Uit het onderzoek blijkt dat flexibel werken populair is. 56 procent van de ondervraagde werknemers wil zelf de werktijden kunnen bepalen en 58 procent wil primair afgerekend worden op de geleverde output. Tegelijkertijd heeft slechts 40 procent van alle medewerkers daadwerkelijk de mogelijkheid om flexibel te werken. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat het niet past in de aard van de werkzaamheden (35 procent) of dat de werkgever het niet toestaat (25 procent).
Slechts 25% van de ondervraagde medewerkers ervaart dat flexibel werken zorgt voor een hogere werkdruk. De meeste medewerkers zijn ook buiten hun reguliere werktijden actief voor het werk. 42 procent van alle medewerkers geeft aan ook buiten werktijden op e-mails te reageren. Ook tijdens vakantie houdt een substantieel deel van de medewerkers de mail in de gaten: 29 procent. 14 procent reageert tijdens de vakantie op mails.
Werkgevers verwachten meer tijdelijke contracten; werknemers willen vastigheid
Opvallend is het verschil in denken tussen werkgevers en werknemers over contractvormen. Werkgevers verwachten een forse toename van het aantal contracten voor bepaalde tijd in 2017. Medewerkers vinden een vast contract erg belangrijk. 80 procent van de respondenten geeft aan dat bij het veranderen van een baan een tijdelijk contract bij de nieuwe werkgever een belemmering zou vormen. Slechts 14 procent ziet dit niet als belemmering. En 78% van de medewerkers met een tijdelijk contract vindt het belangrijk dat hun contract wordt omgezet naar onbepaalde tijd.
Van Voorst: “Organisaties hebben te maken met wisselende marktomstandigheden en streven naar wendbaarheid. Dat is voor werkgevers de belangrijkste reden voor de verwachte groei van de tijdelijke contracten in 2017. Met tijdelijke contracten willen zij ook inspelen op ziekte, verlof en vakantie van vast personeel. Als derde reden noemen werkgevers speciale, tijdelijke projecten”.
Over de positie van medewerkers zegt Van Voorst: “Vanuit het perspectief van de medewerker blijft het vaste contract belangrijk, bijvoorbeeld voor de financiering van een hypotheek, de sociale rechten en inkomenszekerheid. Deze realiteit bij banken en overheden sluit steeds minder goed aan op de wens van werkgevers om voor flexibiliteit te kiezen.”
Over het onderzoek
De Raet HR Benchmark 2014-2015 is het jaarlijkse onderzoek van Raet naar actuele HR-trends in Nederland. Aan het onderzoek deden 1.168 medewerkers, 314 HR-managers en 91 directieleden uit verschillende branches mee. Het onderzoek vond plaats in de periode 10 september tot en met 5 oktober 2014. De Raet HR Benchmark 2014-2015 werd uitgevoerd door TNS Nipo, in opdracht van Raet.

Gerelateerde artikelen