Flexkracht als groeiversneller? De 4 redenen

Flexibele arbeid verhoogt kasstromen en slagkracht. Waarom personeelsmanagement nu een strategische factor is.

Een serie over uitdagingen op de arbeidsmarkt.

BLOG – Door sprongsgewijze technologische ontwikkelingen hebben we te maken met steeds meer unknown unknowns. Ieders toekomst is onzeker. Hoe ziet onze werkomgeving er bijvoorbeeld in 2030 uit? Wie garandeert dat er dan nog (betaald) werk voor ons allemaal is? Op deze vragen heeft niemand het antwoord en voor deze nieuwe wereld zijn we slecht toegerust. We hebben geleerd te geloven in zekerheden, ook al is dit geloof, net als vele andere geloven, inmiddels ingehaald door de tijd. In dit niemandsland ontstaat risico-angst en de weigering om risico’s te accepteren. Dat verlamt.

Door Leo van de Voort, bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies en voormalig directeur corporate finance Kempen & Co, en Alexander Reuvers, commercieel directeur bij Adecco Group Nederland.

Autonomiewinst begint met het vergroten van de eigen alertheid en het verhogen van de eigen prestaties. De startvraag is telkens eenvoudig: wat is de toegevoegde waarde van deze activiteit voor het bedrijfsresultaat en voor wie voegt deze activiteit nu precies waarde toe? Als je daar te lang over moet nadenken, is het antwoord niet evident en kun je waarschijnlijk beter stoppen met die activiteit.

Met de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) – in te voeren per 1 januari 2020 – wil het kabinet de kloof tussen vast personeel en flexwerkers dichten. De vraag is of er gesproken moet worden van een kloof dichten, terwijl de werkende populatie vast en flex allang met ogenschijnlijk gemak afwisselt. Flexibel personeel wordt echter nog te veel gezien als kostenpost. Dat terwijl flexibele arbeid een van de belangrijkste groeifactoren is voor organisaties en instanties.

Flexkracht als groeiversneller: vier redenen

  1. Flexibele arbeid is een passend gevolg van veranderingen in de organisatiekunde. Hierbij gaat het steeds meer om wendbaarheid, projectmatig werken, horizontale ‘promotie’, en innovatie. Inhuurkrachten stellen organisaties bij uitstek in staat continuïteit te verbinden met effectiviteit en efficiency, omdat ze op maat gesneden en flexibel zijn.
  2. In de hypercompetitieve omgevingen waarin organisaties – bv. ook ziekenhuizen! – zich moeten bewegen, zijn medewerkers veel meer dan ‘human resources’. Het zijn ‘living assets’ waarbij persoonlijke ontwikkeling, ‘leven-lang-leren’, en bijdrage aan de organisatie hand-in-hand gaan. Binden maakt plaats voor verbinden, wederzijds waarde toevoegen gaat boven benutten.
     
  3. Toenemende internationalisering – is het niet vanuit Nederland naar het buitenland, dan wel van het buitenland naar Nederland. Op basis van nieuwe technologieën, platforms en algoritmen gaat een snellere en betere matching plaatsvinden tussen vraag en het aanbod van benodigde competenties. Hierbij zijn landsgrenzen niet meer van belang en de plaats waar het werk uitgevoerd wordt – afhankelijk van het type werk – evenmin.
     
  4. Millennials kennen niet het ‘vast’ zoals de generaties daarvoor wel kennen. Niet in een koophuis, niet in bezit en zeker niet in werk. Zij zijn opgegroeid met crisis, onzekerheid, technologie en behoefte aan persoonlijke ruimte. Zij willen wel meedoen, maar op hun voorwaarden: flexibel.

Personeelsmanagement als strategische factor

Het is hoog tijd voor de activistische doener, die de ambitie heeft om in zijn eigen omgeving het positieve verschil te maken. Weg van risicoangst en verlamming. Zolang de lat niet hoog genoeg ligt, blijven onze Nederlandse bedrijven een buitengewoon aantrekkelijk hapje voor kapitaalkrachtige barbaren. Daarnaast is het ook voor toptalent – vast of flexibel – niet fijn om te werken voor een middelmatig geleid bedrijf.

Op basis van dit alles wordt personeelsmanagement een écht strategische factor. We hebben al jaren de mond vol van strategische personeelsplanning, maar wij moeten de eerste organisatie nog tegenkomen die ‘vast’ en ‘flex’ perfect op elkaar heeft afgestemd. De invoering van de WAB gaat ons daarbij helpen. Vast wordt minder vast en flex minder flex. Een kans voor inlenende organisaties en hun ‘leveranciers’ van flex om de handen ineen te slaan en gezamenlijk het potentieel van de arbeidsmarkt te benutten. Krapte of geen krapte.

Op die manier verworden flexkrachten van een kostenpost  tot een facilitator van kasstromen, waarbij de netto contante waarde van flexibele inzet hoger is na 1 januari 2020 dan ervoor.

In deze serie:

Gerelateerde artikelen