DNB: steeds meer duurzaamheidsrisico’s financiële instellingen

De overgang naar een CO2-neutrale economie leidt tot steeds grotere duurzaamheidsrisico's voor financiële instellingen.

Het gebrek aan consistente en betrouwbare data maakt het meten van duurzaamheidsrisico’s lastig, maar niet onmogelijk. Dit blijkt uit de studie ‘Op weg naar een duurzame balans’ van DNB. Uit het rapport blijkt dat de CO2-voetafdruk van de wereldwijde financieringen en beleggingen van Nederlandse financiële instellingen ten minste 82 Mton bedraagt, en waarschijnlijk meer. Dat getal is in omvang vergelijkbaar met ongeveer de helft van de CO2-uitstoot van Nederland. 

De overgang naar een CO2-neutrale economie impliceert daarmee een duurzaamheidsrisico voor financiële instellingen (aangeduid als transitierisico). Zo kunnen aanpassingen in het klimaatbeleid van overheden leiden tot verhoogde krediet- en marktrisico’s als gevolg van onverwachte of voortijdige afschrijvingen op en afwaarderingen van hun activa (zogenaamde stranded assets). De effectiviteit van het klimaatbeleid van overheden is ook sterk bepalend voor de omvang van transitierisico’s. Een minder strikt klimaatbeleid leidt op korte termijn weliswaar tot kleinere transitierisico’s, maar dwingt tegelijkertijd tot harder overheidsoptreden in de toekomst met grotere transitierisico’s tot gevolg.

Uit de studie blijkt daarnaast dat het transitierisico de komende jaren verder toeneemt. De geplande activiteiten van bedrijven waar pensioenfondsen en verzekeraars in beleggen, wijken de komende jaren namelijk in toenemende mate af van het transitiepad dat nodig is om de klimaatdoelen van het VN-verdrag van Parijs te halen. Dit betekent overigens niet dat de beleggingen in deze bedrijven per se moeten worden afgebouwd. Door middel van bijvoorbeeld het stemgedrag op aandeelhoudersvergaderingen of engagement kunnen financiële instellingen bedrijven waar ze in beleggen bewegen om hun CO2-intensieve activiteiten af te bouwen en te investeren in CO2-arme alternatieven.

Het is belangrijk dat financiële instellingen niet wachten met het meten van duurzaamheidsrisico’s totdat ‘perfecte data’ beschikbaar zijn. De ervaring leert dat data juist beter worden door ermee aan de slag te gaan. Daarbij is het voorlopig onvermijdelijk om gebruik te maken van schattingen en gemodelleerde data totdat betere data op basis van geharmoniseerde standaarden beschikbaar komt.

Download hier het rapport ‘Op weg naar een duurzame balans’

 

Gerelateerde artikelen