De virtuele aandeelhouder

fallback
De buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van Stork NV van 12 oktober was in meerdere opzichten een bijzondere vergadering.

De meeste aandacht van de media en corporate Nederland werd uiteraard getrokken door de presentaties van de hedge funds Centaurus Capital en Paulson (gesteund door het IJslandse bedrijf Marel) en de daar tegenover wel voor Nederland betrekkelijk unieke gezamenlijke opstelling van de Raad van Bestuur, de VEB en de werknemers van Stork.


Bijzonder aan deze vergadering was echter ook dat aandeelhouders elektronisch konden stemmen en dat iedereen die zijn e-mailadres opgaf, via webcast, zowel Nederlandstalig als Engelstalig, de vergadering kon volgen. Daarmee werd de vergadering ook voor niet-aandeelhouders toegankelijk.


Uiteraard zonder het recht digitaal het woord te voeren of te stemmen. Al zijn wij nog wel ver verwijderd van de echte virtuele aandeelhoudersvergadering zoals die zo graag wordt gezien door de Europese Commissie (op basis van de rapportage van de High Level Group of Company Law Experts uit 2002), stemmen op afstand via e-voting of elektronisch stemmen, is nu ook in Nederland definitief het bewandelen van de digitale weg door de wetgever mogelijk gemaakt. De Eerste Kamer aanvaardde op 17 oktober het wetsvoorstel ’ter bevordering van het gebruik van elektronische communicatiemiddelen bij de besluitvorming in rechtspersonen’.


Deze treedt naar verwachting op korte tijd in werking. Vennootschappen kunnen er op basis hiervan ervoor kiezen niet alleen hun aandeelhouders via de website of per e-mail (voor aandeelhouders op naam die daarin toestemmen) op te roepen, maar tevens hun stem per e-mail te laten uitbrengen of daartoe een besloten gedeelte van de website in te richten.


Tevens wordt – in aansluiting op de praktijk in de Verenigde Staten – bij de wet de zogenaamde record date van 7 dagen vervroegd tot 30 dagen  voor de vergadering. Dit betekent dat een aandeelhouder zijn aandelen 30 dagen voor de vergadering laat registreren, deze vervolgens kan verkopen en niettemin aan de aandeelhoudersvergadering kan deelnemen.


Op grond van de nieuwe wet kan hij zelfs tijdens deze periode reeds zijn stem (anders dan bij volmacht) uitbrengen, dus ook zonder daarbij kennis te hebben van de discussie in de vergadering. Het in het Nederlandse vennootschapsrecht bekende adagium dat een beslissing tot stand moet komen als ‘vrucht van onderling overleg’ (Weismuller-arrest) komt daarmede te vervallen.


Een nieuwe uitdaging voor de Raden van Bestuur van beursgenoteerde vennootschappen is aangebroken. Hoe kan men de aandeelhouders ook via de moderne communicatiemiddelen (webcast, webforum, etcetera) voldoende bij de  vennootschap betrekken en ze overtuigen van de juiste koers van de vennootschap?


Niek Zaman, hoogleraar notarieel ondernemingsrecht Universiteit Utrecht en notaris bij Loyens & Loeff.