Controlling 2006: IFRS gedrocht, maar toch noodzakelijk voor niet-beursgenoteerde bedrijven

fallback
Dat beursgenoteerde bedrijven verplicht zijn om sinds de boekhoudschandalen in IFRS of Sox te rapporteren, wordt zo langzamerhand beschouwd als een voldongen feit. Maar hoe zit het met niet-beursgenoteerde bedrijven? Zouden zij er ook niet verstandig aan doen, om zich aan deze boekhoudregels te verbinden? Deze vraag stond gisteren centraal tijdens de aftrap van het derde Jaarcongres Controlling.

De stellingen tijdens de plenaire track zorgden voor nogal wat verdeeldheid; zowel voor het publiek in de zaal dat door middel van elektronische stemkastjes zijn stem uit kon brengen, als binnen het panel. Christo Kalter, CFO van Oad en winnaar van de CFO of the year award (categorie niet-beursgenoteerd), Tjero Zomer, Executive VP en CFO van Transavia.com en Jan Boekelman, Managing Director Corporate Planning & Control van Nuon verschilden vaak van mening. Het resultaat was een levendige discussie.


 


De krapte op de arbeidsmarkt voor financials is groot, dat beeld werd gisteren nog maar eens bevestigd. Bijna veertig procent van de aanwezige controllers gaf aan onlangs gebeld te zijn door een headhunter. Het geeft in ieder aan dat controllersvak ook door de buitenwereld als zeer waardevol wordt beschouwd. Een fijne constatering om een Jaarcongres Controlling mee te beginnen.


 


Verdeeldheid


Niet-beursgenoteerde bedrijven die niet rapporteren volgens IFRS missen de boot, zo luidde de eerste stelling. In de zaal was de meerderheid het hiermee oneens. In het panel heerste er meer verdeeldheid. “Struisvogelgedrag”, zo typeerde Jan Boekelman bedrijven die weigeren om IFRS te hanteren. “Europese en Amerikaanse regels schuiven steeds meer in elkaar. Het levert een enorme meerwaarde op als je een Amerikaans bedrijf kan laten zien dat je IFRS compliant bent. IFRS op zichzelf is een gedrocht, maar er is nu eenmaal voor gekozen. En het levert ook ontegenzeggelijk voordelen op.”


 


Tjero Zomer beaamt dat IFRS een gedrocht is. “Over zaken als goodwill heerst geen duidelijkheid”. Toch heeft het volgens Zomer vooral met aanloopproblemen te maken. “Een overgang naar IFRS brengt altijd wat eenmalige kosten met zich mee. Als alles eenmaal op de rails staat, gaat werken met IFRS een stuk makkelijker.”


 


Concurrentievoordeel


Christo Kalter heeft als CFO de bewuste keuze gemaakt om niet op IFRS over te stappen. “Ik zie er de noodzaak niet van in. De kosten die we er vervolgens mee  besparen levert ons een concurrentievoordeel op.”


 


IFRS hoefde volgens de meerderheid van het publiek niet verplicht worden gesteld aan niet- beursgenoteerde bedrijven; een ruime meerderheid van de zaal vond echter dat diezelfde niet-beursgenoteerde bedrijven verplicht een ‘in controlverklaring’ moeten tekenen. Zomers heeft zijn twijfels bij het nut van zo’n verklaring. “De vraag is: voor wie leg je zo’n verklaring af? Is er wel sprake van een externe verantwoordingsplicht?


 


Als Kalter door dagvoorzitter Bas van Werven gevraagd wordt of hij gebruik maakt van een ‘in controlverklaring’, luidt het antwoord nee. “Intern hebben wij een aparte corporate governance statement. Dat is wat mij betreft voldoende.”


 

Gerelateerde artikelen