Control en governance bij familiebedrijven

fallback
Nieuwe boekhoudregels, zoals Sarbanes Oxley en IFRS houden de gemoederen van de beursgenoteerde onderneming danig bezig. Hoe zit het met nu met ondernemingen die niet verplicht zijn zich aan deze regelgeving te houden, zoals bijvoorbeeld familiebedrijven? In hoeverre houden zij zich bezig met zaken op het gebied van corporate governance? Deze vraag stond centraal tijdens een van de workshops van de CFO-day op 16 juni.

Peter van Dongen, CFO van uitgeefconcern Audax vertelt hoe vanaf 2001 corporate governance een steeds grotere rol is gaan spelen binnen het familiebedrijf. 2001 is het jaartal waarin oprichter J. De Leeuw zijn voorzittershamer overgeeft aan Carel Bikkers (Kwik-Fit). De Leeuw wordt als grootaandeelhouder voorzitter van het stichtingsbestuur.

Daarmee komt een eind aan een tijdperk van veertig jaar waarin de Leeuw aan het roer heeft gestaan van zijn familiebedrijf. De Leeuw was als entrepreneur pur sang niet de persoon die al te veel tijd wilde besteden aan rapportages en cijferanalyses. Hij regeerde het bedrijf als een echte marktkoopman. Wat telde was wat er in je portemonnee zit. Er was geen balans en geen consolidatie, alleen een winst- en verliesrekening. Verder werd slechts een maal per kwartaal een beperkte prognose gegeven.

Bikkers introduceerde als nieuwe voorzitter de weekinformatie. Op iedere dinsdag werd een A4’tje verspreid met daarop de belangrijkste Key Performance Indicators (KPI). Alle getallen worden vergeleken met de begroting en met de cijfers van het jaar daarvoor.

De tijd dat een familiebedrijf ‘vanuit de onderbuik bestuurd kon worden is voorbij, vindt ook panellid Han van der Veen, CFO van Bavaria. “Tien jaar geleden bepaalde het bankboekje nog het beleid van een bedrijf. Nu zijn wij bijvoorbeeld overgegaan op SAP”.

Van Dongen zegt wel te willen waken voor een teveel aan informatie. Dat zorgt volgens hem alleen maar voor verwarring. “Je moet op basis van de informatie die je vergaart, concrete beslissingen kunnen. Ook de oude vertrouwde liquiditeitscijfers moeten we niet uit het oog verliezen. Het adagium ‘Cash is King’ geldt onverminderd”.

Ondanks het ontbreken van verplichtingen die beursgenoteerd ondernemingen wel hebben, vindt van Dongen dat de interne controle bij familiebedrijven goed geregeld is, misschien nog wel beter dan bij beursgenoteerde bedrijven. Van Dongen: “Onze aandeelhouders zijn veel meer betrokken bij het bedrijf en kun je niks wijsmaken. We kunnen ze direct duidelijk maken waar het om gaat. Zo houden we meer tijd over voor onze business”.

Gerelateerde artikelen