Column Peter Paul de Vries – Duur conservatisme

fallback
Wie de logica van de beurs wil begrijpen moet veel ervaring hebben, en dan nog hebben de ervaren experts soms moeite om een passende verklaring uit hun tas te toveren. Wie had durven voorspellen dat Egypte in 2005 een van de best presterende beurzen zou zijn, dat de Indiër Lakshmi Mittal in enkele jaren de hegemonie in de staalwereld naar zich toe zou trekken, dat de beurs tussen 2000 en 2003 70 procent in waarde zou dalen?

De beurswereld is onvoorspelbaar. Voor de CFO is dat vervelend. Hij heeft de beurs soms nodig om geld op te halen, hij probeert zijn onderneming een solide imago te geven en moet bij forse koersbewegingen tekst en uitleg geven. Of er nu iets aan de hand is of niet. En de CFO moet proberen een consistente en betrouwbare communicatie met beleggers en analisten op te bouwen. In de maanden april en mei ondergingen de wereldbeurzen een correctie.


Onze AEX-index gaf in vijf weken tijd bijna 14 procent prijs. Ging het slechter met de economie? Vielen de bedrijfsresultaten tegen? Geen van beide. Amerikaanse macrocijfers duidden op een toename van de inflatie en de nieuwe FED-topman Bernanke liet doorschemeren dat hij door zou gaan met het verhogen van de rente. Dat was een fikse tegenvaller, want de financiële markten hadden verwacht (of gehoopt) dat de FED klaar was met de renteverhogingen. En beurzen draaien nu eenmaal om verwachtingen.


De goede CFO probeert de golven van de markt te trotseren, probeert het vertrouwen van beleggers en analisten te winnen. Dat gaat het best door een duidelijke strategie neer te zetten, doelstellingen te formuleren en beleggers regelmatig en tijdig op de hoogte te houden van de voortgang. Noem het maar voortgangsrapportage. Als een bedrijf dat beeld op de toekomst niet biedt, kan beleggers niet langer kwalijk worden genomen dat ze op korte termijn beleggen.


Het is jammer dat veel bedrijven – uit angst te worden afgerekend op afgegeven prognoses – geen doelstellingen meer publiceren. Dat betekent dat beleggers inzicht in het bedrijf wordt onthouden. De neiging bestaat ook om heel voorzichtig te worden met prognoses om de kans op tegenvallers te minimaliseren. Maar hoe geloofwaardig is een bedrijf dat in het eerste halfjaar een winststijging van 50 procent boekt en voor het gehele jaar nog geen uitspraak durft te doen?


COMPETITIEF NADEEL
De CFO snijdt zichzelf in de vingers. De voorzichtigheid leidt tot extra risico’s die de belegger zal vertalen in een hoger geëist rendement. Dat betekent een lagere koers en hogere kapitaalkosten. Dat kan bovendien een competitief nadeel opleveren, als de concurrent beter communiceert en een hogere waardering krijgt op de beurs.


Het conservatisme bij beursfondsen slaat soms door. Bedrijven die hun stille reserves – bijvoorbeeld in gebouwen of deelnemingen – niet willen tonen. Dat biedt hun een potje voor het geval de gang van zaken tegenvalt. Maar ingeval van een overname is het moeilijk om die stille reserves in de prijs mee te nemen. Air France boekte onlangs 1,3 miljard euro bij het eigen vermogen vanwege het pensioenoverschot bij KLM.


Heel KLM werd voor 700 miljoen (bijna de helft van het pensioenoverschot!) overgenomen. En Vendex KBB zweeg over de enorme meerwaarde van de winkelpanden. Met als gevolg dat de investeringsmaatschappijen die Vendex KBB kochten het grootste deel van de overnamesom uit die meerwaarde konden  betalen. CFO’s van Nederland, laat beleggers  duidelijk zien waar het bedrijf naartoe gaat en wees niet te conservatief. Beleggers hebben maar al te vaak de rekening voor dat conservatisme moeten betalen.


Peter Paul de Vries is directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB)