CFO’s uit de coulissen, zijn ze de geschikte opvolgers van huidige CEO’s?

De huidige Financial Leaders in de profit sector zijn het er over eens; van de directiefuncties heeft de CFO zich de afgelopen jaren het sterkst ontwikkeld. Op het eerste gezicht lijken deze uitspraken een wat gekleurd beeld te geven, u weet wel, dat spreekwoord over de slager en zijn eigen vlees. Toch lijkt er meer aan ten grondslag te liggen dan misplaatste zelfgenoegzaamheid, als we kijken naar het veranderde takenpakket van de huidige CFO's.

De tijd van pure focus op financiële verantwoording ligt voor de meeste CFO’s achter ons, er wordt aandacht gevraagd voor aannamebeleid, juridische zaken, IT en informatiemanagement. Een breder takenpakket betekent ook dat de CFO aanspraak moet maken op beter toepasbare skills. Bijvoorbeeld voor het leiden van multidisciplinaire teams, het tonen van samenbindend leiderschap, omgaan met een veel grotere groep stakeholders en in een vroegtijdig stadium vormgeven van innovaties. De vraag is of de CFO de komende jaren doorgroeit naar een echte alleskunner? Is voor de huidige  CFO de stap naar CEO haalbaar of is dat een brug te ver?

Het takenpakket van de CFO in de profit sector is de afgelopen tien jaar uitgebreid met onderwerpen die traditioneel niet onder de verantwoordelijkheid van de CFO vielen. Vakinhoudelijke ontwikkelingen zoals IFRS en Solvency, waarbij het vastleggen van de bedrijfseconomische werkelijkheid centraal staan, zijn inmiddels aangevuld met vraagstukken op het gebied van ICT, HR, Juridische zaken en leveranciersmanagement. De CFO functioneert meer en meer als focal point voor de interne organisatie en heeft daarmee meer zichtbaarheid gekregen bij externe toezichthouders, opdrachtgevers en leveranciers.

De urgentie om de interne organisatie met bijbehorende organisatieonderdelen en processen te doorgronden neemt hierdoor toe. Het ‘in control houden’ van de organisatie reikt verder dan het financiële domein en richt zich meer op proceskennis van de totale organisatie. Daarnaast legt de Rijnlandse manier van zakendoen het steeds vaker af tegen het Angelsaksische model, waardoor de CFO juridisch behendig en onderlegd moet zijn. Kortom, een uitdaging die op het oog voor de meeste CFO’s binnen de top van de profit sector haalbaar lijkt, gezien het aantal vlieguren dat zij binnen het financiële domein hebben gemaakt.

Niets lijkt CFO’s nog de belangrijkste stoel in de boardroom te beletten, nu zij van specialist doorgroeien naar alleskunner, maar hoe werkt dat in de praktijk? Veelal wordt voldaan aan de belangrijke voorwaarden van benodigde financiële en bedrijfsmatige vakkennis, werkervaring, competenties en het kunnen omgaan met verschillende groepen stakeholders.

Tevens heeft de omslag in het takenpakket, veel CFO’s de ogen geopend voor de rol die zij kunnen vervullen in de organisatie, maar zeker ook de kansen die dat met zich meebrengt op de arbeidsmarkt. Echter, CFO’s zijn ondanks de strategische agenda die aandacht vraagt, aangesteld om voor een belangrijk deel terug te kijken naar de resultaten van de organisatie. Dit strookt moeizaam met het takenpakket van de CEO waarbij strategievorming, vooruitkijken en het leggen van de link tussen de buitenwereld en de interne organisatie belangrijk zijn.

De CEO als het ‘gezicht’ van de organisatie gaat er over dat de goede dingen worden gedaan, terwijl de CFO bekijkt of de dingen goed gedaan worden. Daarnaast hebben veel CFO’s van nature minder podiumdrang dan CEO’s en ervaren zij zichzelf in hun kracht wanneer zij vanuit de financiële functie hun bijdrage kunnen leveren aan groei van de organisatie. Veel CFO’s lijken dan ook voldoende basis te hebben om de stap naar CEO te maken, de vraag is of zij zelf die stap überhaupt wel als een vooruitgang zien.

Reinier Plantinga, senior consultant bij ConQuaestor met als specialismen Online Financial Business en conversietrajecten in de Financiële sector. ConQuaestor is lid van Grant Thornton International Ltd

Gerelateerde artikelen