Cashflow grootste uitdaging voor bedrijven in Noord- en Zuid-Amerika

Bedrijven in Noord- en Zuid-Amerika maken zich zorgen over de vraag of zij dit jaar in staat zijn hun cashflow op een aanvaardbaar niveau te handhaven. Zij beschouwen dit als één van de grootste uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd.

Deze opvatting stemt overeen met de heersende stemming in het Europese bedrijfsleven. Nederlandse bedrijven die in deze regio zakendoen, kunnen te maken krijgen met dalende verkopen of betalingsachterstanden, blijkt uit de Betalingsbarometer van Atradius.

Het onderzoek is onderdeel van een reeks. Zo heeft Atradius op 29 mei haar bevindingen voor West-Europa – waaronder Nederland – gepubliceerd. Aan het huidige onderzoek namen 829 bedrijven uit de Verenigde Staten, Canada, Mexico en Brazilië deel.

Uit de Betalingsbarometer blijkt dat ondanks een bescheiden economische groei het genereren en behouden van voldoende cashflow een prioriteit blijft. Noodlijdende bedrijven, achterblijvende verkopen, financieringsproblemen en betalingsachterstanden zijn factoren die hierbij een belangrijke rol spelen.

“De VS en Canada staan in de Top-10 van belangrijkste exportbestemmingen van Nederland buiten de Europese Unie. Daarnaast staat de VS – waar de economie weer aantrekt – in de Top-5 van landen waar in 2013 de grootste stijging van de Nederlandse export wordt verwacht. Brazilië voert deze ranglijst aan en wordt het vaakst genoemd als nieuwe exportmarkt[1]”, vertelt Tom Kaars Sijpesteijn, algemeen directeur van Atradius Nederland.

“Deze markten zijn dus erg belangrijk voor Nederlandse bedrijven. Druk op cashflow bij lokale afnemers kan betekenen dat minder gekocht wordt of dat later tot betaling wordt overgegaan.”

Oninbare vorderingen
Voor bedrijven in Canada en de VS zijn buitenlandse vorderingen een groter gevaar dan binnenlandse vorderingen. In de VS is 6,7 procent van de buitenlandse en 4,5 procent van de binnenlandse vorderingen als oninbaar afgeschreven. In Canada was 5,9 procent van de buitenlandse en 4,3 procent van de binnenlandse vorderingen oninbaar. In Mexico en Brazilië vertegenwoordigen juist binnenlandse vorderingen een groot risico. In Mexico was 6,4 procent van de binnenlandse vorderingen oninbaar in vergelijking met 5,5 procent van de buitenlandse vorderingen; in Brazilië was 7,7 procent van de binnenlandse en 7,3 procent van de buitenlandse zakelijke vorderingen oninbaar.

In vergelijking met Europese bedrijven is het innen van buitenlandse vorderingen een  grotere uitdaging voor ondernemingen in Noord- en Zuid-Amerika. Deze bedrijven hebben stelselmatig grote moeite hun buitenlandse facturen tijdig te incasseren. De oorzaken hiervoor lopen uiteen van een gebrek aan ervaring met export, inconsistente betalingspraktijken, taal- of cultuurbarrières of minder gebruik van middelen voor credit management, zoals een kredietverzekering, internationale incasso’s of kredietinformatiediensten.

Betalingen blijven te lang uit
Uitblijvende betalingen resulteren in een langere DSO (Days Sales Outstanding, dagen uitstaande verkoop). Dit heeft eveneens een negatief effect op de cashflow. De gemiddelde DSO bedraagt 58 dagen en is bijna tweemaal zo hoog als de gemiddelde betalingstermijn van 31 dagen. Brazilië heeft de hoogste gemiddelde DSO (86 dagen) en de VS de laagste (41 dagen). In Canada is sprake van een DSO van 51 dagen en in Mexico van 55 dagen. Braziliaanse bedrijven zeggen dat zij zich pas zorgen maken over achterblijvende betalingen als de gemiddelde betalingstermijn langer is dan 90 dagen.

Het percentage van ondernemingen in Brazilië dat deze mening deelt, is aanzienlijk hoger dan gemiddeld. “Een lager risico op insolventie resulteert niet per definitie in minder betalingsachterstanden. Het is dan ook erg belangrijk dat bedrijven hun kredietbeheer versterken. Of dit nu invulling krijgt door een kredietverzekering, het inzetten van incassobureaus, het verrichten van meer kredietcontroles of de implementatie van een gestructureerd aanmaningsproces. Effectief kredietbeheer kan helpen de cashflow en de bedrijfscontinuïteit te beschermen en hiermee de mogelijkheden voor groei vergroten”, stelt Richard Ariens, Regional Director van Atradius Trade Credit Insurance NAFTA.

 

Gerelateerde artikelen