Het besparingsalfabet – Contanten, Circulaire Economie, Cash is King

In deze artikelenreeks geeft kostenreductieconsultant Ids van der Meulen Bosma zijn mening weer waarom organisaties (veel) geld laten liggen.

Contanten, Circulaire economie. Cash is king.

Een gebrek aan contanten is veelal reden om geen kostenbesparende maatregelen te nemen. Hoewel die bedrijven naar buiten toe vaak willen uitstralen dat alles “fantastisch gaat” is een klein kredietonderzoek vaak voldoende om te weten hoe de vlag er bij hangt. 

Sommigen komen er eerlijk vooruit dat het (tijdelijk) wat minder goed gaat, dat ze blij zijn dat ze elke maand de salarissen en de rekeningen kunnen betalen. Echter dit zijn uitzonderingen. “De kosten gaan voor de baat uit” is een oud spreekwoord, maar ik zou het woord “kosten” liever vervangen door “investeringen”.  

Kosten zijn niet altijd uitgaven, investeringen wel. Afschrijvingen op die investeringen vormen de kosten, die over een periode van een aantal jaren kunnen lopen. Indien je langer plezier hebt van je investeringen doordat door die investeringen andere kosten elders in de organisatie lager worden, dan is die investering, rekening houdend met renteverlies over die investering, zinvol. (Denk hierbij aan o.m. investeringen in energiezuiniger verlichting). 

Regelmatig word ik vol verbazing aangekeken als ik zeg: ”Uitgaven zijn niet altijd kosten en kosten niet altijd uitgaven”. 

Erger is het als er geen cash is voor het doen van noodzakelijke investeringen waarmee de onderneming omzet en dus ook inkomen kan genereren. De keren dat ik heb gehoord: “Investeren is zinloos zolang er nog verlies wordt gemaakt” zijn niet op de vingers van twee handen te tellen. Eigenlijk is hier maar één antwoord op. Als je denkt dat je eerder failliet bent dan dat de investeringen zijn terugverdiend dan moet je het niet doen. In alle andere gevallen dien je het op zijn minst te overwegen.

Uiteraard dien je hier prioriteiten bij te stellen. Denk hierbij aan:
•    Terugverdientijd
•    Is de investering noodzakelijk voor het genereren van omzet? 
•    Hoogte van de investering versus terugverdientijd indien je meerdere alternatieven aan het bekijken bent. 
•    Is de investering te financieren? (Bank, crowd funding, aantrekken eigen vermogen?)

Uiteindelijk zijn kosten en uitgaven hetzelfde, al kan dit wel een lange tijd duren. 

Bij de C hoort ook Circulaire Economie. Tegenwoordig hoor je steeds meer hierover. Nu is het meestal nog steeds zo dat de gebruiker van het goed ook de eigenaar is. Is het product versleten dan wordt er een nieuwe gekocht. Bij circulaire economie blijft de fabrikant eigenaar van het product. De gebruiker betaalt voor de “toegevoegde waarde” van het product. 

Voorbeeld: De lampenfabrikant blijft eigenaar van de lampen. De gebruiker betaalt voor het licht. Het risico voor de kwaliteit van de lampen blijft bij de fabrikant, dat is de grote verandering. Daarvoor had je misschien een garantieperiode van een jaar voor een product dat zeker 5 jaar mee moet gaan. Lampenfabrikanten willen zoveel mogelijk lampen verkopen, dus moet de levensduur van die lampen niet al te lang zijn. In de circulaire economie heeft de zelfde fabrikant er belang bij dat de levensduur van de lampen zo lang mogelijk is. Immers hoe langer de lampen worden verhuurd, des te hoger de opbrengst.  

Autoleasen lijkt ook al op Circulaire economie, maar is het niet. De berijder betaalt weliswaar voor het gebruik, maar de autofabrikant is geen eigenaar meer. Dat is de lease-maatschappij. 

Voordeel van de circulaire economie kan zijn dat de producten langer mee gaan. Dat hoeft niet. Mensen zijn vaak zuiniger op hun eigen auto, dan op de leasebak. Ook kunnen “circulaire” producten vaker worden gerepareerd.

Een ander voordeel zou moeten zijn dat de goederen dan beter kunnen worden hergebruikt. (gerecycled). Maar moet de fabrikant daarvoor eigenaar blijven? 

Nadeel lijkt mij dat het uiteindelijk duurder is. Doordat de fabrikant voor bank moet spelen zal hij rente eisen, meer administratiekosten hebben en een risico opslag voor wanbetaling verlangen. Hoe dan ook het risico van het product; onderhoud, reparaties en afschrijving ligt altijd bij de eigenaar.   

Cashflow en Creditmanagement.

Cashflow en creditmanagement hangen met elkaar samen. Creditmanagement is tijdrovend, dus bij veel organisaties krijgt het niet de aandacht die het zou mogen verdienen. Zeker creditmanagement is een kostenpost, maar er staat ook wat tegenover. Sneller je geld binnen halen. Of wel binnenhalen of helemaal niet incasseren. Dat is nog duurder. Nu zijn er vele mogelijkheden. Zelf doen of uitbesteden.  

Je wilt je cashflow verbeteren, dus je leveranciers later betalen. Die zitten daar niet op te wachten, wel op jouw geld. Ook je leveranciers willen hun liquiditeitspositie gezond houden. Jouw debiteuren sneller later betalen dan, die staan daar ook niet om te springen, die houden jouw geld liever nog even vast.

De oplossing komt aan de wensen van beide partijen tegemoet. De leverancier krijgt zijn geld binnen enkele dagen, de koper krijgt een betalingstermijn tot 58 dagen. De kredietmaatschappij schiet de betaling voor. Beide partijen verbeteren daarmee hun cashflow. 

Een kredietmaatschappij werkt uiteraard niet gratis. De verkoper betaalt dus een provisie aan de maatschappij. Zie het als een korting voor contante betaling. De kopende partij heeft een extra krediet van bijna een maand. Dat is ook wat waard. Door de kosten te delen zijn beide partijen beter af. 

Er zal met de kredietmaatschappij overlegd moeten worden of de oplossing geschikt is voor jouw specifieke situatie. De kredietlimiet wordt besproken, uiteraard moet de koper kredietwaardig worden bevonden. Jij als ondernemer bepaalt zelf wanneer je van deze methode gebruik maakt. Er is geen afnameverplichting, er worden geen kosten in rekening gebracht voor het beschikbaar stellen van krediet. Bovendien worden er geen zekerheden of borgstellingen gevraagd. 

Het risico is voor de kredietmaatschappij, die heeft ervaring in krediet beoordelen. Dus bij een positief oordeel geen aanvullende zekerheid nodig. Daardoor is de vergoeding iets hoger dan bij de bank. Groot voordeel is dat vrijwel direct, binnen 3 tot 5 werkdagen het geld overgemaakt kan zijn. 

Hoewel de kosten wat hoger zijn dan bij een bank is deze oplossing vaak voordeliger dan een korting voor contant. Bovendien is de klant veelal genegen bij te dragen aan de kosten, immers zijn krediettermijn wordt opgerekt. Vaak wordt deze oplossing gebruikt bij strategische leveranciers. Leveranciers en afnemers met wie je de relatie wilt versterken. De slagkracht van beide ondernemers wordt vergroot. Dit extra werkkapitaal kan bijdragen aan de groei van beide ondernemingen. 

Deze methode wordt nog niet veel toegepast, het is pas een jaar of 2 geleden ontwikkeld. De eerste reacties zijn lovend. Nog een voordeel die de gebruikers zien is dat de afdeling creditmanagement minder tijd kwijt (en dus minder kosten) is met het incasseren van vorderingen. Als je denkt dat dit wat voor je is kun je met mij contact opnemen. 

Ids van der Meulen Bosma helpt als kostenreductieconsultant organisaties hun winst te verhogen door te besparen op de algemene kosten. Hij is de schrijver van de besparingsomnibus. Meer informatie tref je aan op meer-besparen.nl.

Gerelateerde artikelen