6 handige functies in Power Pivot in Excel

6 handige functies in Power Pivot in Excel
Power Pivot in Excel stelt je in staat om geavanceerde modellen te maken, waarmee miljoenen gegevens geanalyseerd kunnen worden. Een populaire eigenschap van Power Pivot is dat je in Excel draaitabellen kunt maken op meerdere tabellen met gegevens, in plaats van één platte tabel in Excel. Maar het meest krachtige deel van Power Pivot is een functietaal met de naam DAX. Met DAX kun je naast de standaard aggregaties in draaitabellen, zoals som of gemiddelde, een oneindig aantal andere berekeningen definiëren. In deze checklist zetten we zes van de meest opvallende DAX-functies op een rij.

Meer leren over DAX in Power Pivot? Lees het Praktijkboek PowerPivot in Excel.

1. TOTALYTD
Met de functie TOTALYTD kan met een enkele functie-aanroep het year-to-date resultaat van een willekeurige berekening worden bepaald. De functie wordt meestal gebruikt voor totalen, bijvoorbeeld de year-to-date omzet. Maar met deze functie kunnen ook allerlei andere resultaten worden berekend, bijvoorbeeld de netto groei in het aantal klanten vanaf het begin van het jaar.

2. SAMEPERIODLASTYEAR

Deze functie doet wat de naam eigenlijk al zegt: het voert een berekening uit die afhankelijk is van een tijdstip of periode, maar dan voor een jaar eerder. Heb je bijvoorbeeld de year-to-date omzet berekend met TOTALYTD, dan kun je met SAMEPERIODLASTYEAR heel eenvoudig de year-to-date omzet van vorig jaar berekenen. En met het resultaat daarvan kun je dan weer de year-to-date omzetgroei berekenen.

3. AVERAGEX
De gebruikelijke aggregatiefuncties in een draaitabel leveren niet altijd het gewenste resultaat op. Stel dat je de gemiddelde omzet per klant wilt weten. Op een tabel met verkooptransacties kun je in Excel wel heel gemakkelijk de gemiddelde waarde per transactie berekenen, maar niet de gemiddelde omzet per klant, wat het gemiddelde is van de som, per klant, van alle transacties. Dit soort berekeningen worden heel eenvoudig met AVERAGEX. Deze functie krijgt niet alleen een argument dat verwijst naar de waarden die moeten worden gemiddeld, maar ook een argument dat aangeeft over welke eenheden (bijvoorbeeld een klant) die waarden moeten worden berekend.

4. TOPN
Voor het analyseren van verkoopresultaten en marktkansen kan het relevant zijn om een vraag te kunnen beantwoorden als ‘wat zouden onze resultaten zijn als elke klant net zoveel zou besteden als het gemiddelde van de top 10 klanten in dat segment’. In Excel een hele klus, maar met DAX is het niet moeilijk. De TOPN-functie berekent de top ‘N’ eenheden uit een tabel, waarbij je zelf de berekening kunt definiëren op basis waarvan deze top wordt berekend. Het toplijstje kan weer gebruikt worden als invoer voor een andere functie, bijvoorbeeld AVERAGEX.

5. CALCULATE
De DAX-functie CALCULATE is één van de meest veelzijdige in Power Pivot. Wat CALCULATE doet, is een eerder gedefinieerde berekening uitvoeren, maar dan na toepassing van een ‘filter’. Dat wil zeggen dat je niet het normale resultaat krijgt, dat bepaald wordt door rijlabels en kolomlabels in een draaitabel, maar het resultaat binnen een andere context. En dat is weer heel handig om waarden met elkaar te vergelijken en vragen te beantwoorden als: welk deel van onze omzet is afkomstig van verkooptransacties onder een bepaald bedrag?

6. GENERATE
De functie GENERATE is goed bruikbaar als je scenario’s wilt doorrekenen. Stel dat je een aantal investeringen doet, en je wilt berekenen wat het rendement is over meerdere jaren met verschillende rendementen per jaar. Met GENERATE kun je een tabel met de scenario’s als het ware koppelen aan een tabel met de investeringen, en in één keer het resultaat voor een of meer scenario’s uitrekenen.

Gerelateerde artikelen