3 fiscale reporting verplichtingen die je moet kennen

Zie deze verplichtingen liever niet over het hoofd: de maximale boete bedraagt €870.000!

Nog niet of onvoldoende bekend met onderwerpen als Master File en Local File, Country-by-Country reporting of DAC6-reporting? Probleem is dat deze hieronder omschreven verplichtingen, eufemistisch uitgedrukt, niet altijd even duidelijk zijn, terwijl op de niet-naleving van deze verplichtingen behoorlijke sancties staan: de hoogste boete loopt op tot maximaal €870.000 of een gevangenisstraf van maximaal vier jaren! Vooralsnog zijn mij geen gevallen bekend waarbij het maximum ook is opgelegd, maar voor de nachtrust is het wellicht verstandig nog even door te lezen over drie fiscale verplichtingen die zomaar over het hoofd worden gezien.

Nederlandse vennootschappen maken vaak onderdeel uit van een internationaal actieve groep, bijvoorbeeld als een in Nederland gevestigde dochtermaatschappij van een buitenlandse groep of als Nederlands hoofdkantoor met vestigingen in andere landen. Wat nog wel eens over het hoofd wordt gezien zijn de fiscale verplichtingen die daar bij komen kijken. Onder het motto van het bestrijden van belastingontwijking zijn overheden fanatiek bezig geweest met het implementeren van fiscale reporting verplichtingen voor het internationale bedrijfsleven en hun adviseurs. Bij deze verplichtingen gaat het er overheden vooral om beter inzicht te krijgen in de situatie bij een bedrijf, zodat beter kan worden bepaald of daar een bepaalde opvolging aan moet worden gegeven. Het gaat er bij deze verplichtingen dus niet per se om dat een bedrijf iets verkeerds zou hebben gedaan.

1. Master File en Local File
Bedrijven die onderdeel uitmaken van een internationale groep zijn doorgaans al verplicht transfer pricing documentatie voorhanden te hebben. Deze documentatie omschrijft welke verrekenprijzen worden gehanteerd bij transacties die worden uitgevoerd binnen de groep (doorgaans Transfer Pricing genoemd). Aan de hand van deze documentatie kunnen overheden vaststellen of binnen de groep zakelijk wordt gehandeld, of dat er door onzakelijke verrekenprijzen bijvoorbeeld winst wordt verschoven naar landen met een laag belastingtarief.

Nederlandse onderdelen van een multinationale groep met een geconsolideerde omzet van €50 miljoen of meer moeten hun onderlinge transacties documenteren in een zogenaamde Master File en Local File. In de Master File staat een overzicht van de ondernemingen van de multinationale groep, de bedrijfsactiviteiten, de verrekenprijsgedragslijn en de wereldwijde allocatie van inkomen en economische activiteiten. De Local File bevat de relevante informatie ter onderbouwing van de gehanteerde verrekenprijzen zoals intercompany transacties, de geselecteerde transfer pricing methode en een beschrijving van de Nederlandse entiteiten en hun ondernemingsactiviteiten. De dossiers mogen in het Nederlands of het Engels worden opgesteld en dienen in de administratie aanwezig te zijn voor het moment dat de aangifte vennootschapsbelasting uiterlijk moet worden gedaan. De dossiers hoeven dus niet te worden ingediend of opgestuurd naar de Belastingdienst als daar nog niet naar is gevraagd.

Wordt wel gevraagd naar de Master File en Local File en zijn die niet aanwezig, dan bedraagt de maximale boete € 20.750 of een gevangenisstraf van maximaal vier jaar.

2. Country-by-Country reporting
Voor vennootschappen die behoren tot een internationale groep met een geconsolideerde omzet vanaf € 750 miljoen geldt een aanvullende verplichting: de zogenaamde Country-by-Country reporting. In dit landenrapport verstrekt (doorgaans) het hoofdkantoor informatie aan de verschillende belastingautoriteiten in de jurisdicties waar zij actief zijn, zodat deze kunnen beoordelen of er mogelijk sprake is van een substantieel Transfer Pricing- risico. Of er sprake is van een dergelijk risico wordt bepaald aan de hand van de winsten die in verschillende jurisdicties zijn behaald, de betaalde belasting, het aantal medewerkers etc. Kort gezegd, of de aangegeven winst past bij de omvang van de activiteiten in een land. Elke entiteit die onderdeel is van een multinationale groep moet aan de desbetreffende lokale Belastingautoriteit laten weten welke entiteit het Country-by-country rapport aanlevert. Deze notificatieplicht wordt echter makkelijk over het hoofd gezien omdat men op het hoofdkantoor van de groep wel denkt aan het Country-by-country rapport maar de dochters vergeet aan de notificatieplicht te laten voldoen. Op het niet of niet tijdig indienen van een landenrapport dan wel een notificatie staat een boete van maximaal € 870.000 of een gevangenisstraf van maximaal 4 jaar.

3. DAC6-reporting
Vanaf 2021 moeten ondernemingen en/of hun adviseurs elke grensoverschrijdende constructie die voldoet aan bepaalde kenmerken melden bij de Belastingdienst. Dit geldt voor constructies vanaf 25 juni 2018. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld verplaatsing van activa of activiteiten naar een ander land of aftrekbare betalingen aan een groepsvennootschap in een land waar (bijna) geen belasting wordt geheven.

Het doel van DAC6 is om belastingautoriteiten meer inzicht te geven in potentieel ‘agressieve’ grensoverschrijdende fiscale constructies zodat daar maatregelen tegen kunnen worden genomen. De melding moet binnen een termijn van 30 dagen worden gedaan en de informatie die de Belastingdienst ontvangt zal worden gedeeld met andere betrokken EU-lidstaten. Op het niet of niet tijdig melden van een kwalificerende constructie staat een boete van maximaal € 870.000 of een gevangenisstraf van maximaal 4 jaar.

Door Hugo Everaerd. Hij is tax partner Amsterdam en lid raad van bestuur van Crowe Foederer.

Gerelateerde artikelen