‘Zo worden plannen wel gedragen’
“Al gauw voelde 10 miljoen euro niet zo veel,” zegt Tim Winkelhuis over zijn tijd toen hij als 24-jarige man net zijn studie fiscale economie in Tilburg had afgerond en bij EY aan de slag ging als btw- en overdrachtsbelastingspecialist, vooral in de M&A-sector.
Zijn grootste klus was het schrijven van een risico-analyse over de fiscale consequenties van een grote vastgoedtransactie. Het ging om een overname van honderden miljoenen euro’s. Hij moest inschatten hoe de fiscus die deal zou beoordelen en welke financiële risico’s de overnemende partij zou lopen. Winkelhuis: “Cruciaal was of de Belastingdienst de transactie zou zien als overdracht van vastgoed of niet. Dat was relevant, omdat bij een vastgoedtransactie sprake is van (veel) overdrachtsbelasting.”
Kijken naar fiscale risico's
Winkelhuis keek bij overnames naar de fiscale risico’s. “Elke overnemende partij wil dat in een vroeg stadium helder hebben. Als er fiscaal een potentieel risico dreigt, bedenk je samen hoe je dat risico kunt spreiden. Bijvoorbeeld door de overnemende partij een deel van de kosten direct of indirect te laten betalen.” Sommige klanten willen meer zekerheid en gaan een rulingtraject in met de Belastingdienst.
Toen ontdekte Winkelhuis zijn kracht.
“Natuurlijk had ik kennis van zaken, maar dat is niet genoeg. Je moet die belastingambtenaar weten te overtuigen. Ik ben vaak in het diepe gegooid bij EY, maar ik werd er alleen maar sterker van. Ik ben geen vakidioot die alle jurisprudentie uit zijn hoofd weet, maar ik was wel heel sterk in het kort en bondig formuleren van een probleem en de oplossing daarvoor. Klanten begrepen me. Daar zat mijn sterkte: de soft skills.
Met de voeten in de klei
Er waren drie redenen waarom Winkelhuis na drieënhalf jaar vertrok bij EY: “Ik realiseerde me dat ik meer iemand ben die een bedrijf wil kennen. Met de voeten in de klei. Van dichtbij zien welke beslissing welke impact heeft op een organisatie. Als adviseur zie je vaak maar een klein deel van het traject. Vaak vroeg ik me bij EY af: wat hebben ze eigenlijk met mijn advies gedaan? Zelden wist ik wat er na mijn deal gebeurde.”
Wat hem daarbij weleens verbaasde, is dat de drang bij partijen om een bedrijf of vastgoedobject over te nemen sterker was dan het waarschuwende rapport van Winkelhuis. “Ik had eens een deal van 60 miljoen euro, waarin een fiscaal risico zat van 16 miljoen – dat is toch substantieel zou je zeggen. Toch is die deal niet geklapt. In zo’n geval wordt jouw analyse een dossierstuk en daar krijg je geen voldoening van.”
Tweede reden om bij EY weg te gaan, was dat Winkelhuis zich begon te beseffen dat het werk tijdens zijn carrière niet veel meer zou veranderen. “Bij elke promotie krijg je meer verantwoordelijkheden, maar vakinhoudelijk blijft het werk min of meer gelijk. Ook speelden de lange werktijden een rol. Ik werkte veel meer uren dan veertig en de druk was groot. M&A-transacties zijn vaak lastminutewerk. Als een transactie doorgang vindt, hebben ze liever gisteren dan vandaag een advies. Ik dacht toen: is dat het allemaal waard?” Zijn antwoord: enkele gesprekken met recruitment-organisatie Robert Walters.
Promotie naar group business controller
Al gauw vond hij een baan. Niet als fiscalist, maar als business controller! “Wij durven je een kans te geven,” zei bottelaar Refresco in Rotterdam, die produceert voor A-merken, en huismerken levert aan vele supermarktketens en daarmee vorig jaar een omzet haalde van 3,7 miljard euro. Bekendste eigen merk in Nederland is Wicky. “Mijn opdracht was: coördinatie en rapportage van resultaten, initiëren van kosten-optimalisatieprojecten en coördinatie van strategische planning. Ook maakte ik analyses over investeringen en verbeteringsvoorstellen op basis waarvan de operationeel directeur de juiste beslissingen kon nemen.”
Dat ging hem uitstekend af. Na ruim een jaar werd hij al gepromoveerd tot group business controller operations Europe en sinds januari dit jaar is hij business controller operations Iberia (Spanje en Portugal). Een van zijn fabrieken staat in de schilderachtige stad Oliva aan de Spaanse oostkust tussen Valencia en Alicante. Met zijn benen op tafel, 23 graden begin maart en een fijne zon, belt hij en zegt: “Ik ben blij dat ik de overstap heb gemaakt. Het geeft me enorm veel vrijheid.”
Winkelhuis spreekt nog geen vloeiend Spaans: “Ik voel me daardoor weleens ongemakkelijk. Vooral omdat dit toch een andere cultuur is. Dat vereist aanpassingsvermogen. Ik zit nu wel dicht bij de activiteiten waar het bij Refresco om draait. Fijn is de zelfstandigheid die de business-units bij Refresco hebben. Daardoor zie je dat de plannen en strategieën veel meer worden gedragen door het personeel. Ze hebben er immers zelf aan bijgedragen.”
Efficiënter produceren
Winkelhuis onderzoekt hoe de drie fabrieken in Spanje (met een jaarproductie van 515 miljoen liter) efficiënter kunnen produceren. De productielijnen zijn vol bezet, dus elke storing kost geld en stokt de aanvoer van de dranken. “Dus mij gaat het erom: hoe kunnen we het meeste uit onze productielijnen halen? Hoe richt je je personeelsorganisatie daarop in?”
“Ook moet je goed analyseren welke machine-onderdelen ervoor zorgen dat de productiviteit op een bepaald niveau blijft steken. Moeten we eventueel nieuwe machines inzetten of iets anders doen? Wat daarbij belangrijk is, is om het aantal storingen te beperken. En als dat te kostbaar is: in hoeverre weegt dat op tegen de kosten van bijvoorbeeld externe opslag – voorraad waarmee we in het geval van een storing enkele uren productie kunnen opvangen.”
Scheiding werk en privé
Op bedrijfseconomisch gebied vindt hij het verschil tussen Spanje en Nederland klein. Hij merkt dat Spanjaarden meer tijd uittrekken om een besluit te onderbouwen. Maar dingen zoals hiërarchie: dat verschilt eigenlijk niet met de situatie in Nederland. De siesta is passé, het is juist hard werken.
“Wat me opvalt, is een enorme scheiding tussen werk en privé. Niemand heeft het hier op het terras over je baan. In Nederland is één van de eerste vragen: wat doe je? En de volgende vraag is: wat ga je hierna doen? Het gaat eigenlijk altijd over het werk. Als ik met mijn leidinggevende hier in Spanje een biertje drink, dan hebben we het nooit over ons werk – dat is uitgesloten. Ik sprak hier iemand die zei: ik weet van mijn meeste vrienden niet eens wat voor werk ze doen. Dat is echt prettig, vind ik. Werk voert dan niet steeds de boventoon.”
Hij wil nog wel een aantal jaren in Spanje blijven. “Alles ging de afgelopen jaren zo snel – ik vind het dan fijn om nu wat langer op één plek zitten.” In de definitie van Winkelhuis is lang: twee à drie jaar. “Wat ik daarna ga doen, vind ik lastig. Ik heb het hier naar mijn zin. Het is een mooie omgeving, dus misschien blijf ik langer. Van de andere kant ben ik wel iemand die snel een volgende stap wil maken.”
Terug naar Rotterdam?
“Of ik ga terug naar Rotterdam als business controller. Al zie ik mezelf uiteindelijk terechtkomen in een meer algemene functie. Daarbij heb ik niet langer slechts de focus op de financiële details, maar kan ik wat verder uitzoomen. Nu richt ik me op financiële en operationele zaken, maar gezien mijn ambities zou een meer allroundfunctie een logische stap zijn.”
“Dan kan ik doen waar mijn kracht ligt: meerdere facetten van de organisatie overzien, begrijpen en die zo goed mogelijk samenbrengen. Veel in contact zijn met mensen is belangrijk – ik denk dat dat mijn sterke punt is.” En ooit? “Ja, ooit zie ik mezelf in de rol van CEO. Maar laat ik eerst nog even volop genieten van mijn tijd in Spanje en kijken wat er daarna op mijn pad komt.”
Niet te vergelijken met EY
Ook het klimaat is geen reden snel terug te gaan naar Nederland. “Ik heb altijd iets gehad met de Spaanse cultuur. Op het moment dat ik in Spanje kwam, voelde ik me daarom direct thuis. Het blijkt echt te zijn en niet een soort goede zomervakantie-herinnering.”
“Ik ben enorm blij dat ik het drie jaar geleden heb aangedurfd om weg te gaan bij het veilige EY. Mijn huidige werk geeft mij een enorme vrijheid. Ik kan zelf dingen oppakken – bij EY werkte je toch altijd onder de hoede van een manager die altijd de laatste stempel zette op een dossier.”
“Begrijp me niet verkeerd: ik heb nooit spijt gehad van EY en ik zou het menigeen aanraden. Ik heb er geleerd om een professional te worden. Daar profiteer ik nog elke dag van. EY is de beste leerschool die je kunt hebben. Alleen: denk na drie, vier jaar goed na of je verder gaat of iets anders wil doen. Ik heb misschien makkelijk praten, want voor mij heeft het allemaal erg goed uitgepakt. Ik voel me hier zo thuis! Maar vergeet niet: ik heb er keihard voor moeten werken.”