Zes knelpunten overname
1. Waardering
Veel ondernemers overschatten het winstpotentieel van hun onderneming en onderschatten de alternatieve mogelijkheden van potentiële overnemers.
2. Wederpartij
Ondernemers zetten hun bedrijf niet graag in de etalage, omdat dat onrust wekt bij werknemers en afnemers. Voor de zittende ondernemer bemoeilijkt dat het vinden van een geschikte koper, voor potentiële kopers bemoeilijkt dat het vinden van een geschikt bedrijf.
3. Emotie
Veel ondernemers beschouwen hun bedrijf als hun levenswerk. Dat maakt het moeilijk om zelf de nodige afstand te nemen. Die problematiek wordt nog versterkt door de belanghebbenden aan de zijlijn: niet-overnemende kinderen bij een familieoverdracht en niet-overnemende werknemers bij een management buy out.
4. Informatieachterstand
Bij familieoverdrachten en management buy outs kent de koper het bedrijf doorgaans van binnen en van buiten, hoewel ook dan verrassingen niet zijn uit te sluiten. Bij een management buy in worden de onderhandelingen bemoeilijkt doordat de verkoper een veel beter beeld van de onderneming heeft dan de koper.
5. Fiscus
Vanuit fiscaal oogpunt is eer een groot verschil tussen de overdracht van een IB-onderneming en een BV. De verkopende IB-ondernemer moet over de stakingswinst afrekenen met de fiscus, iets dat de directeur-eigenaar van een BV bij een goede structurering kan voorkomen. De fiscale claim drijft een wig tussen koopkosten en verkoopopbrengst. Dat kan de onderhandelingen bemoeilijken en soms zelfs een geslaagde overdracht in de weg staan.
6. Financiering
De kopende ondernemer moet financiering vinden voor de overnamesom. Het gaat daarbij om inbreng van risicodragend vermogen, waarvoor banken zoveel mogelijk zekerheden wensen te verkrijgen. Vooral voor zelfstandigen kan dat problemen opleveren. Daarop kan de overdracht uiteindelijk stranden.