Wijzigingen nationale belastingwetgeving in EU-landen
In Frankrijk is een wijziging opgetreden in het fiscale regime van onroerendgoedvennootschappen. Als meer dan 50% van de bezittingen van de vennootschap bestaat uit onroerend goed, naar Frans recht, is sprake van een onroerendgoedvennootschap.
Sinds januari 2008 zijn vermogenswinsten op de verkoop van aandelen in deze vennootschappen onder omstandigheden belastbaar tegen een tarief van 16,5%.
Daarnaast zijn vermogenswinsten op de verkoop van patenten belast tegen een gereduceerd tarief van 15%. De patenten moeten dan wel voor meer dan twee jaar in bezit van de belastingplichtige zijn geweest. Dit gereduceerde tarief geldt niet voor verkopen tussen groepsmaatschappijen onderling.
Verder kunnen belastingplichtigen onder omstandigheden aanspraak maken op een tax credit op hun research- & developmentkosten. Deze credit bedraagt 30% op kosten tot honderd miljoen euro. Voor kosten boven dit bedrag geldt een credit van 5%.
Verder is een uitsluiting van aftrek voor Franse vennootschapsbelastingdoeleinden van boetes van welke aard dan ook ingevoerd.
De beoogde wijzigingen in Estland dragen ertoe bij dat het Estlandse belastingsysteem meer in lijn wordt gebracht met de Europese regelgeving.
Het systeem in Estland is namelijk uniek in de Europese Unie. Winsten zijn daar niet belast voordat zij worden uitgedeeld.
De Europese Commissie achtte deze heffingswijze gelijk aan een bronbelasting op dividenden. Zo’n bronheffing is binnen EU-verband niet toegestaan op grond van de moeder-dochterrichtlijn.
Op 1 januari 2009 moet het Estlandse belastingstelsel volgens de verplichte implementatietermijn van de moeder-dochterrichtlijn zijn aangepast. De dividenden zullen onder het huidige voorstel niet langer zijn belast bij betaalbaarstelling.
Daarentegen zal de belastingplichtige op een specifieke datum gedurende het jaar moeten voldoen aan haar vennootschapsbelastingverplichtingen.
BRON: Dr. Peter Kavelaars, Deloitte