Wijziging in inkomstenbelasting DGA
Als een aandeelhouder/natuurlijk persoon 5 procent of meer van de aandelen bezit in een BV of NV, is sprake van een aanmerkelijk belang (AB-aandelen). Als de DGA de rechtstreeks gehouden aandelen vervreemdt, zal inkomstenbelasting verschuldigd zijn in box 2. Er moet 25 procent inkomstenbelasting betaald worden over de verkoopwinst, zijnde het verschil tussen de verkoopopbrengst na aftrek van de verkoopkosten en het fiscaal opgeofferde bedrag voor de aandelen. Ook als de DGA besluit om de aandelen te schenken of voor een lagere prijs te verkopen, zal hij uitgaande van de waarde van de aandelen in het economische verkeer af moeten rekenen. Bij een bedrijfsoverdracht wordt een onderscheid gemaakt tussen
een verkoop bij leven en een overdracht bij overlijden. Bij een overdracht tijdens het leven of dit al dan niet binnen de familie is, moet afgerekend worden. Afrekenen wordt als knellend ervaren op het moment dat de aandelen worden geschonken en er daarom geen opbrengst is. Daarom wordt geregeld besloten de bedrijfsoverdracht binnen de familie uit te stellen tot na het overlijden. Bij een overlijden schuiven de AB-aandelen zonder heffing van inkomstenbelasting door naar de nabestaanden.
Voorgestelde regeling bedrijfsoverdracht
Op Prinsjesdag heeft de Staatssecretaris van Financiën een wetsvoorstel gepresenteerd, dat bedrijfsoverdrachten moet versoepelen. Voortaan kunnen direct gehouden AB-aandelen bij leven worden geschonken, zonder dat men hoeft af te rekenen in de inkomstenbelasting over de vervreemdingswinst. Daarnaast vindt er tevens een verscherping plaats van de regeling, enkel voor zover er een materiële onderneming wordt gedreven kunnen de aandelen zonder heffing van inkomstenbelasting worden geschonken of vererven. In het kort ziet de regeling voor de bedrijfsoverdracht er als volgt uit:
1. de BV moet een materiële onderneming drijven;
2. de faciliteit is niet van toepassing op beleggingsvermogen, er geldt een drempel van 5 procent van de waarde van het ondernemingsvermogen voor beleggingsvermogen;
3. voor een overdracht bij leven moet de verkrijger minimaal 36 maanden bestuurder van de BV zijn geweest;
4. verdeling van de nalatenschap moet binnen twee jaar na het overlijden hebben plaatsgevonden;
5. de aandelen moeten minimaal 5 jaren worden gehouden. Hierna worden de voorwaarden uitgebreider behandeld.
Bedrijfsoverdracht bij leven
Vanaf 1 januari 2010 wordt het mogelijk om AB-aandelen over te dragen aan de bedrijfsopvolger, waarbij geen inkomstenbelasting verschuldigd is als de aandelen geheel of gedeeltelijk worden geschonken. Voor zover de aandelen niet worden geschonken en de overnemende partij een prijs betaalt voor de aandelen, zal aanmerkelijk belangheffing verschuldigd zijn.
Er is dan aanmerkelijk belangheffing verschuldigd voor zover er meer wordt verkregen, dan het fiscaal opgeofferde bedrag. Worden de aandelen geheel of gedeeltelijk geschonken, dan gaan de verkrijgers door met hetgeen zij hebben betaald voor de aandelen als fiscaal opgeofferd bedrag of in het geval van gehele schenking met hetgeen de schenker fiscaal heeft opgeofferd voor de aandelen.
De overnemer moet minimaal 36 maanden als bestuurder van de BV werkzaam zijn. In bijzondere situaties kan deze termijn verkort worden. Een aandeelhouder kan besluiten om niet de aandelen in zijn holding over te dragen en (gedeeltelijk) te schenken maar de aandelen in de werkmaatschappij. Dat wordt voor de aandeelhouder gezien als een dividenduitkering, voor het verschil tussen de eventuele opbrengst van de aandelen uit de verkoop en de waarde van de aandelen in het economische verkeer.
Als de aandelen worden geschonken, is de opbrengst van de aandelen nihil en zal de dividenduitkering gelijk zijn aan de waarde van de aandelen in het economische verkeer. Bij een (gedeeltelijke) schenking zal de aandeelhouder aanmerkelijk belangheffing verschuldigd zijn over hetgeen als dividenduitkering wordt aangemerkt.
De faciliteit op de geruisloze doorschuiving van AB-aandelen is niet van toepassing op het moment dat niet de aandelen in de holding worden geschonken, maar de aandelen in de werkmaatschappij. Voor de verschuldigde inkomstenbelasting, kan gedurende 10 jaren uitstel van betaling worden verkregen. Gedurende die 10 jaren moet jaarlijks 1/10 deel van de verschuldigde inkomstenbelasting worden betaald.
Bedrijfsoverdracht bij overlijden
Bij een bedrijfsoverdracht bij overlijden worden geen voorwaarden gesteld aan de verkrijgers, zij hoeven dus niet al 36 maanden als bestuurder te fungeren van de BV. Als dividend wordt uitgekeerd aan de erfgenamen om de verschuldigde inkomstenbelasting te voldoen, is over die dividenduitkering inkomstenbelasting verschuldigd.
Er is een samenloopbepaling voorgesteld, omdat ter zake van de verkregen aandelen ook al inkomstenbelasting verschuldigd is. Als binnen twee jaar na het verkrijgen van de aandelen een dividenduitkering wordt gedaan, hoeft de uitkerende BV geen dividendbelasting in te houden en verlaagt de dividenduitkering het fiscaal opgeofferde bedrag van de aandelen.
Drijven van een onderneming
Vanaf 1 januari 2010 wordt als voorwaarde gesteld dat de BV een materiële onderneming moet drijven als men AB-aandelen zonder afrekenen in de inkomstenbelasting wil schenken of laten vererven. Om te bepalen of sprake is van het drijven van een onderneming worden dezelfde criteria gehanteerd als in de inkomstenbelasting zijn ontwikkeld om te bepalen of een onderneming wordt gedreven.
Als aandelen in een houdstermaatschappij worden geschonken of vererven, is de faciliteit ook van toepassing als de houdstermaatschappij 5 procent of meer van de aandelen houdt in een BV, die een materiële onderneming drijft. Als cumulatief preferente aandelen zijn verkregen in het kader van een bedrijfsoverdracht, kwalificeren deze aandelen ook voor de faciliteit. Bezit een holding cumulatief preferente aandelen, dan kunnen de aandelen in de holding fiscaal geruisloos door worden geschoven.
Beleggingsvermogen
De faciliteit van de geruisloze doorschuiving is niet van toepassing op beleggingsvermogen. Voor zover het beleggingsvermogen de drempel van 5 procent van de waarde van het ondernemingsvermogen overschrijdt, zal afgerekend moeten worden in de inkomstenbelasting bij een overdracht van de aandelen, zowel bij leven als bij overlijden.
Om te bepalen of sprake is van beleggingsvermogen, worden de criteria gehanteerd, die zijn ontwikkeld in de inkomstenbelasting om te bepalen of al dan niet sprake is van ondernemingsvermogen. Voor de over het beleggingsvermogen verschuldigde inkomstenbelasting is het niet mogelijk om uitstel van betaling te verkrijgen.
De ratio hierachter is dat het gaat om beleggingsvermogen en dat het mogelijk moet zijn om uit dit vermogen de verschuldigde inkomstenbelasting direct te voldoen. De toekomst zal zeer waarschijnlijk aantonen dat de praktijk weerbarstiger zal zijn. Denk bijvoorbeeld aan een onroerend goed vennootschap, waarbij sprake is van beleggen, er zal afgerekend moeten worden in de inkomstenbelasting terwijl er in beginsel niets wordt gerealiseerd.
Geld om de verschuldigde inkomstenbelasting te voldoen, kan mogelijk niet direct worden vrijgemaakt, mogelijk enkel door de verkoop van onroerend goed. De huidige malaise op de vastgoedmarkt maakt echter duidelijk dat het niet in alle gevallen mogelijk zal zijn om de benodigde liquiditeiten vrij te maken. Verder kunnen meerderheidsaandeelhouders eventuele dividenduitkeringen tegenhouden om de eventueel verschuldigde inkomstenbelasting te voldoen, die minderheidsaandeelhouders moeten betalen in verband met een overlijden.
5 jaren
In de inkomstenbelasting worden geen voorwaarden gesteld aan de termijn voor het houden van de aandelen. De aandelen kunnen direct nadat ze verkregen zijn, verkocht worden aan een andere partij, zonder dat het gevolgen heeft voor de verleende vrijstelling. Bij die verkoop moet afgerekend worden over de verkoopwinst, waarbij de verkoper voor het fiscaal opgeofferde bedrag uit zal gaan van de kostprijs van de aandelen die de schenker heeft opgeofferd.
Echter een verkoop binnen 5 jaren leidt er wel toe dat de eventueel toegepaste faciliteit uit de successiewet voor de bedrijfsoverdracht wordt teruggenomen. Zijn de aandelen uit een nalatenschap verkregen, dan is alsnog successierecht verschuldigd over de waarde van de aandelen ten tijde van de toenmalige verkrijging. Indien de aandelen geschonken zijn, zal alsnog schenkingsrecht verschuldigd zijn over de waarde van de aandelen ten tijde van de schenking.
Voor zover voor de aandelen een koopsom is betaald, zal over dat gedeelte geen schenkingsrecht verschuldigd zijn. Een bedrijfsoverdracht bij leven wordt met de voorgestelde wijzigingen eenvoudiger. De eis dat sprake moet zijn van het drijven van een onderneming zal er bij een groep aandeelhouders voor zorgen dat ze met een hogere belastingheffing worden geconfronteerd. Denk hierbij onder andere aan de DGA’s, die hun actieve werkmaatschappij hebben verkocht met het aanhouden van de persoonlijke holding.
Uiterlijk bij een overlijden moet afgerekend worden over de waarde van de AB-aandelen. Bij een bedrijfsoverdracht binnen de familiesfeer zal vaker gekozen worden voor een structuur met cumulatief preferente aandelen, om een afrekenen bij overlijden te voorkomen. Op onderdelen kan het wetsvoorstel nog worden aangepast naar aanleiding van de behandeling in de kamer.
Mr. Ewoud de Ruiter is directeur van 3RRR Belastingadviseurs BV. Daarnaast is hij auteur van de tijdschriften het Fiscaal Praktijkblad en Fiscaal Advies.