Werkloosheid ietsje hoger maar blijft laag
De werkloosheid is in juni opnieuw licht toegenomen, maar blijft op een historisch laag niveau. De huidige krapte op de arbeidsmarkt blijft daarmee goed te merken in de werkloosheidscijfers. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stond 3,4 procent van de beroepsbevolking in juni aan de kant. Een maand eerder ging het om 3,3 procent. In april was met 3,2 procent nog sprake van het laagste percentage sinds het begin van de maandelijkse metingen in 2003.
In juni hadden 3,7 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,3 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat voornamelijk om mensen die met pensioen zijn, of niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. In de laatste drie maanden is deze niet-beroepsbevolking met gemiddeld 7000 per maand afgenomen naar het laagste aantal sinds juni 2009.
Ondanks de lichte stijging van de werkloosheid in de afgelopen drie maanden waren er in juni van dit jaar bijna 300.000 meer mensen aan het werk dan in juni 2021. Er zijn daarmee ook meer nieuwkomers op de werkvloer. Ten opzichte van andere EU-landen was het aantal starters in Nederland volgens het CBS relatief hoog.
De werkloosheid onder jongeren is toegenomen. In april bedroeg de werkloosheid onder jongeren nog 6,9 procent, in juni steeg dat naar 7,5 procent. Onder 25- tot 45-jarigen steeg de werkloosheid van 2,5 naar 2,8 procent. Bij 45- tot 75-jarigen nam de werkloosheid naar verhouding het minst toe, van 2,3 naar 2,4 procent.
Het aantal WW-uitkeringen daalde in juni met 4000 tot 160.700 ten opzichte van mei. Dat betekende een afname met 2,5 procent. In vergelijking met een jaar geleden is het aantal WW-uitkeringen met bijna 33 procent gedaald. Het aantal WW-uitkeringen nam het sterkst af in de horeca, bouw, landbouw en cultuursector. Daarbij speelde het seizoen een belangrijke rol.