Wat zou er gebeurd zijn met de Duitse Mark
Decennia lang was de Deutsche Bundesbank een bron van stabiliteit. Terwijl in de omringende landen de centrale bankpresidenten soms zeer sterk werden gestuurd door de politiek bleef de Bundesbank altijd de invloed van de regering afwijzen.
Ernst Welteke was het toonbeeld van een man die zijn oren niet liet hangen naar de politiek. Druk om de rente te verlagen beantwoordde hij altijd met de opmerking dat het voorlopig niet zal gebeuren omdat die druk er was. Dezelfde houding nam hij in inzake de extra twee nachten in een hotel die werden betaald door de Dresdner Bank. Dat was geen regeringskwestie. Hoe zou men kunnen denken dat hij als Bankpresident zijn beslissingen zou laten beïnvloeden door zo’n overnachting. Bovendien zou men kunnen stellen was die overnachting in het belang van de introductie van de euro. De gewraakte nachten op kosten van de bank waren namelijk in december 2001. Dat verhaal ging wat minder op toen vrijdag bleek dat Welteke ook gast was van BMW tijdens de Formule 1 races in Monaco. Hem stond niets anders te doen dan aftreden.
Er is niets mis met het fêteren van klanten of politici door het bedrijfsleven. Er is een hele industrie die niets anders doet. Bedrijven willen met uitstapjes naar voetbal, tennis of concerten de klantenrelaties aanhalen. Door politici uit te nodigen wil men meer aandacht voor de specifieke problemen vragen. Het ligt aan de ontvanger van de uitnodiging om daar gebruik van te maken. Klanten zullen dit zeker nooit afwijzen. Uiteindelijk “betalen ” ze het zelf. Politici moeten meegaan om te luisteren. Maar tegelijkertijd moeten ze duidelijk maken dat ze onafhankelijk blijven. Voor een centrale bankier liggen de zaken nog gevoeliger. Welteke had moeten beseffen dat hij verkeerd bezig was. Ja natuurlijk moet hij erbij zijn als de euro wordt geïntroduceerd. Maar de hotelkosten zouden gewoon door zijn werkgever betaald moeten worden. Zo vermijd je alle schijn. Zijn verdediging “moet ik zelf de rekening betalen” was een zwak excuus.
Zijn positie was na het eerste incident al onhoudbaar. Vreemd dat hij dat zelf niet besefte. Het is nog niet duidelijk wie zijn opvolger wordt. De Duitse regering is zeer verontwaardigd dat de collega’s van Welteke hem niet zwaarder onder druk hebben gezet. Minster van Financiën Eichel zal er nu alles aan doen om een wat regeringsvriendelijker man op deze post te krijgen. Caio Koch-Weser wordt veel genoemd. Omdat de president van de Bundesbank ook direct belangrijk wordt bij de ECB zal de druk om een renteverlaging door te voeren dan ook kunnen toenemen. De Bundesbank heeft door haar talmende beleid om Welteke weg te sturen de deur hier wijd voor open gezet. Zelf je rekeningen betalen is nog altijd het beste.
De inflatieangst is weer helemaal terug in de Verenigde Staten. De vraag is wanneer de centrale bank de rente gaat verhogen. Volgens sommigen al in mei. Obligatierendementen in de VS bereikten het hoogste niveau van dit jaar. De bron van de hernieuwde angst lag in de cijfers over de consumenteninflatie. Deze bleek in maart te zijn gestegen met 0,5%. Dat was fors meer dan die in februari met een geldontwaarding 0,3%. Belangrijker was het gegeven overigens dat de zogenoemde “core-inflatie”met 0,4% was toegenomen. Dit cijfer geeft de inflatievoet aan zonder voedsel- en energieprijzen.
Veel analisten sloegen meteen alarm. De FED gaat dit jaar de rente verhogen. Een aantal denkt dat het al in mei gaat gebeuren. Dat lijkt rijkelijk vroeg. Immers wie goed naar Greenspan heeft geluisterd weet dat hij inflatie “een kans wil geven”. Beter gezegd in zijn optiek is inflatie gemakkelijk te bestrijden. Door na de eerste echte serieuze inflatie -indicatie meteen de rente te verhogen lijkt wat overdreven. Immers als de komende tijd blijkt dat de inflatie niet aan het oplopen is, is een renteverhoging wat te overdreven geweest. Een “preemptive” strike zit er dus niet in. Vandaar dat een aantal analisten inzet op augustus. Ook dat lijkt vroeg. De inflatiegegevens zouden dan de komende maanden fors moeten oplopen. Dat kan maar meestal komt inflatie “sluipend”. Daarnaast denken sommige analisten dat Greenspan de rente niet durft te verhogen in aanloop naar de presidentverkiezingen. Nu is dat laatste een nogal overdreven stelling. Stel dat de FED besluit om de rente in augustus te verhogen. De economische gevolgen zullen dan pas na de verkiezingen duidelijk zijn. Bovendien zou Bush erop kunnen wijzen dat de rente door de FED onafhankelijk wordt bepaald.
Het lijkt dus aannemelijk dat de rente pas in december wordt verhoogd. De angst die nu in de markt zit voor een snelle verhoging is een kans voor korte termijnbeleggers. Zij kunnen profiteren van de relatief hoge rente die op jaarsdeposito’s zijn te realiseren. Ook langere termijnbeleggers kunnen rustig het segment in de buurt van de 5 jaar blijven kopen. We denken namelijk dat de inflatie de komende jaren zeker niet fors zal stijgen. En met fors denken wij aan meer dan 3%. Ook de inflatie zal geleidelijk stijgen. Wat een forste stijging tegenhoudt is de relatief hoge werkloosheid in de VS. Ook de toevloed van goedkope producten is een rem. Deze komen vooral uit China. Pas als daar de productie sterk implodeert zal er een oplopende inflatie in het Westen kunnen zijn.
Mogelijke renteverhogingen zijn altijd goed voor een munt. De dollar reageerde inderdaad op de cijfers door duurder te worden. Nu de koers onder de 1,20 is gekomen versus de euro beginnen veel analisten iets minder optimistisch op de munt te worden. In hun ogen is de reactie nu wel ver genoeg doorgezet. Wij blijven echter op het standpunt staan dat de Amerikaanse munt nog wel wat verder kan stijgen. Dit door de mogelijke rentestijging in de VS maar wellicht ook door een renteverlaging in Europa. Derhalve blijven wij favoriet van de munt. De verkorte handelsweek werd ingezet met cijfers Philips. Nog steeds een van de aandelen die we van harte aanbevelen. Derhalve was de koersreactie ook voor ons teleurstellend. De cijfers waren schitterend maar toch waren er aanmerkingen van diverse analisten. Dit vooral omdat de divisie Domestic Appliances and Personal Care (DAP) onder druk staat. In de afgelopen jaren was het een van de sterke onderdelen van het bedrijf met een operationele marge van ruim 18%. In het eerste kwartaal kwam het voor dit bedrijfsonderdeel uit op een percentage van 11,2%. De daling van de marge kwam vooral door de lagere verkopen. Gecorrigeerd voor valuta-effecten was dit 9%. Vooral in de eerste twee maanden werden er weinig “huishoudelijke” producten verkocht. In maart lijkt de trend te zijn veranderd en was er meer vraag naar de Philips producten.
Het management bij Philips denkt dat deze trend doorzet. Dit vooral doordat het Senseo koffieapparaat nu in de VS wordt geïntroduceerd. Ook verwacht men goede resultaten van het Perfective Iron, het strijkijzer dat samen met Unilever is geïntroduceerd. Toch lijkt het niet te verwachten dat de oude marge snel weer worden bereikt. Zelf denkt men bij Philips aan een niveau van 15 tot 16%. Een andere teleurstelling in de cijfers was de afdeling Medische systemen. Hier was het operationele resultaat EURO92 mln waar veel analisten waren uitgegaan van een bedrag van meer dan EURO130 mln. De sterke concurrentie was hier de oorzaak van. In percentage was dit 7,3%. Philips blijft hier uitgaan van een marge voor dit jaar van ten minste 12,2%. Dat is zeker mogelijk want de verkopen blijven ondanks de zware concurrentie met 4% toenemen.
De resultaten van Philips zijn nog altijd voor een groot deel afhankelijk van de ontwikkelingen bij de semi-conductors. De divisie kwam van een verlies van EURO113 mln vorig jaar in een winst van EURO7 mln. Philips verwacht nog steeds dat de verkopen dit jaar met 20% zullen toenemen. De vraag naar chips ligt op een hoog niveau. Productiecapaciteit wordt slechts geleidelijk uitgebreid om niet teveel capaciteit te hebben mocht de vraag weer even stagneren. Voor het gehele jaar is men positief over de ontwikkelingen binnen dit bedrijfsonderdeel.
De tegenvallers in DAP en Medische systemen werden voor het grootste deel opgevangen door de sterke verbeteringen bij de platte beeldschermen. Philips werkt hier samen met LG. Om deze reden is het een zogenaamde niet geconsolideerde onderneming. De gang van zaken is hier zoals al jaren verwacht zeer goed. Platte beeldschermen zijn nu niet alleen meer voor professionele bedrijven maar zijn een consumentenproduct geworden. Natuurlijk zal ook deze markt een keer “pieken” maar voorlopig lijkt dat nog niet dit jaar te gebeuren. Concluderend valt er weinig aan de resultaten van het bedrijf af te dingen. De koersreactie moet dan ook worden gezien als een tijdelijk fenomeen. Een verder koersherstel richting EURO30 blijft voor de hand te liggen. Zeker bij een winst per aandeel die rond de EURO1,70 zal gaan liggen.
Op de Europese beurzen kwam de handel moeizaam op gang. Er bleef heel duidelijk gekeken worden naar de ontwikkeling op de Amerikaanse markten. En als we naar de Amerikaanse analisten luisteren dan wordt er in de VS vooral gereageerd op wat er in Europa afspeelt. Zo was de daling van de Nasdaq de afgelopen dagen te wijten aan de angst rondom de cijfers van Nokia. Nog altijd een van de grootste bedrijven in Europa.
Dat de cijfers zouden tegenvallen was al bekend. Het Finse bedrijf kwam op 6 april met een waarschuwing. Maar wat er vorige week vrijdag dan nog eens bijkwam waren dat ook de vooruitzichten voor het 2e kwartaal niet optimistisch zijn. Grootste probleem lijkt te liggen bij de handsets. Allereerst is het duidelijk dat de markt hierin fors weer aan het groeien is. Maar Nokia weet echter niet de juiste toestellen naar de markt te brengen. Althans niet in voldoende mate want de verkopen groeiden nog altijd met 19%. Een topper in de mobiele markt is de Nokia 6600. Een van ’s werelds best verkochte toestellen. Maar de rest van het aanbod valt tegen. Het vergt dan veel marketinginspanningen die weer op de marge drukken. Ter vergelijking: enkele jaren terug was de opbrengst per toestel nog ongeveer EURO175. Dat is nu inmiddels gedaald
naar een prijs van rond de EURO120. Het grootste gevecht vindt plaats in het middensegment. En juist daar is Nokia weinig in vertegenwoordigd.
De voorkeur voor de consument wijzigt snel. Het ene moment zijn kleine modellen in de mode en vervolgens alleen modellen met een camera. Nokia komt jaarlijks met ruim 40 nieuwe modellen naar de markt. Met de kennis die men heeft opgedaan valt het te verwachten dat men plotseling wel weer de trendsetter is. Dat dit niet de komende maanden gebeurt is wel duidelijk in de koers verwerkt. Het bedrijf is een van de zwaarst afgestrafte in de sector. Het valt dan ook te verwachten dat de koers binnen niet al te lange tijd weer gaat stijgen doordat men goedkope technologiefondsen wil hebben.
Duidelijk beter gaat het met het Franse levensmiddelenbedrijf Danone. De kwartaalresultaten waren veel beter dan verwacht. De belangrijkste reden voor de stijging van de omzet met bijna 6% waren de verkopen van yoghurt en mineraalwater. Analisten waren vooral verrast dat het bedrijf de terugval in de verkoop van koekjes wist op te vangen. De verkopen van melkproducten steeg in het eerste kwartaal met ruim 12,8 %. In de drankensector waarin Evian en Volvic belangrijke merken zijn steeg de omzet met meer dan 10%. De vooruitzichten voor de rest van het jaar zijn gunstig. Zelf denkt het bedrijf aan een stijging van de omzet tussen de 5 en 7%. De marge zal wellicht kunnen stijgen met 0,4%.Met deze cijfers in de hand gaan wij uit van een wpa dit jaar vanrond de EURO8,60. Voor het jaar 2005 kan dit oplopen naar een bedrag van EURO9,40. Hiermee is Danone laag gewaardeerd op een koers-winstverhouding van nog geen 15. De aandelen blijven dan ook voor ons ondanks de koersstijging een aantrekkelijk alternatief voor Unilever.