Wat betekent de kredietcrisis voor financieel managers?
Wat betekent het voor de focus in de onderneming?
Hans Borghouts, Advisory Partner, PricewaterhouseCoopers:
“De kredietcrisis raakt iedere onderneming. Iedereen is zich ervan bewust dat er in korte tijd heel veel veranderd is. Het begon in de financiële sector en heeft zich snel uitgebreid naar een hoop andere sectoren. Ik merk dan ook dat ondernemingen in diverse sectoren op verschillende manieren door de kredietcrisis geraakt worden. Sommige zullen dat aan den lijve ondervinden omdat markten momenteel heel snel veranderen.”
“Neem bijvoorbeeld de bouwsector, waar de financiering van projecten een belangrijke rol speelt. Deze ondernemingen worden momenteel erg hard getroffen. Ook ondernemingen die luxe producten verkopen merken het nu erg snel. De professionele dienstverlening merkt het eveneens omdat in sommige sectoren projecten worden uitgesteld terwijl overigens in andere sectoren juist weer veel behoefte is aan ondersteuning.”
“Er zijn ook ondernemingen die er minder acuut last van hebben. Zo sprak ik onlangs een onderneming die veel aan de overheid gelieerde projecten doen. Deze projecten zijn gecommitteerd en lopen dus zodoende gewoon door. Deze bedrijven zijn dan wel alert op wat de crisis voor hen betekent, ze merken het nog niet direct in hun orderportefeuille. Ik merk dus dat iedereen nadenkt over de precieze gevolgen voor zijn of haar onderneming.”
“Veel ondernemingen worden ook voorzichtiger. Een belangrijke prioriteit is het zeer nauw bewaken van hun financiële positie en waar nodig veilig te stellen. Ook zorgen ze voor het optimaliseren van hun kaspositie. In dit soort tijden willen bedrijven niet afhankelijk zijn van anderen partijen zoals banken als dit niet nodig is. Voor veel ondernemingen is dit een heel belangrijk focuspunt. Ook investeringsprogramma’s worden stevig tegen het licht aangehouden en wordt er gekeken naar hoe er snel op uitgaven bezuinigd kan worden en verder wordt er door alle ondernemingen nagedacht over optimalisatie van het werkkapitaal bijvoorbeeld door effectiever debiteuren en crediteurenbeleid.”
“Om te voorkomen dat bedrijven afhankelijk worden van banken is het zaak om eerst goed in kaart te brengen wat de reële financiële positie van de onderneming is. Dit is lastig, vooral voor internationaal opererende ondernemingen. Vervolgens moeten bedrijven goed naar de nabije toekomst gaan kijken om stappen te kunnen nemen ter optimalisatie van hun financiële positie. Daarbij moet ook gekeken worden naar het kapitaal wat bij banken is ondergebracht, met het oog op de continuïteit van financiële instellingen in Nederland en over de grenzen.”
“Na jaren van aanhoudende groei en vooruitgang vergt deze nieuwe denkwijze een cultuurverandering. Dit is een periode waarin nadrukkelijk meer behoefte is aan consolidatie, behoudendheid en voorzichtigheid. Soms ook aan inkrimping. Veel ondernemingen realiseren zich dat dit een cultuurverandering met zich meebrengt omdat veel mensen binnen ondernemingen niet eerder een dergelijke periode hebben meegemaakt. Dat betekent een focus op het vormen van een cultuur die zich nadrukkelijk op deze kernpunten richt.”
“Risicomanagement zal in deze tijd ook centraler komen te staan. Onderneming moeten hun strategieën meer vanuit een risico-optiek gaan bekijken, omdat veel van de dingen die momenteel gebeuren met elkaar samenhangen. Zo heeft een beperkte financiële slagkracht invloed op zowel investeringsruimte en het budget voor research en development. Dit heeft vervolgens weer invloed op het lanceren van nieuwe producten wat weer invloed heeft op de concurrentiepositie binnen de markt waarin een bedrijf opereert. Daarmee wordt ook weer de relatie met afnemers beïnvloed. Zo zie je dat het allemaal samenhangt. Bedrijven die het beste in staat zijn de samenhang tussen deze dimensies te zien, zullen ook het beste in staat zijn hun strategie op effectieve wijze bij te stellen.”
Wat betekent het voor pensioenen?
Gerard Pereboom, Business Relations Manager Concernrelaties, Delta Lloyd Groep:
“Voor pensioenfondsen en rechtstreeks verzekerde pensioenregelingen ondergebracht bij verzekeraars geldt dat de negatieve teneur op de beurs en de daarbij behorende noteringen gevolgen hebben voor de dekkingsgraden. En doordat die dekkingsgraden omlaag gaan, in eerste instantie verlies van indexatie perspectief optreedt. Als de dekkinggraad helemaal onderuitgaat (onder de 100%) kan dit voor pensioenfondsen zelfs betekenen dat de zekerheid van de pensioenen in gevaar komt.”
“Banken en verzekeraars kunnen momenteel putten uit het noodfonds dat Wouter Bos heeft opgericht op het moment dat zij in gevaar komen. Dat betekent voor verzekeraars dat de pensioenaanspraken die zij hebben staan in ieder geval gewaarborgd kunnen blijven worden.”
“Voor pensioenfondsen ligt dat anders. Die moeten in principe hun eigen broek ophouden tenzij men een beroep kan doen op de sponsor, oftewel de onderneming zelf. In veel gevallen is het echter zo dat de balanstotalen van de pensioenfondsen aanmerkelijk groter zijn dan het eigen vermogen van hun sponsors. Dat betekent dat – zelfs als de sponsor bereid is om te betalen – ze nooit genoeg financiële middelen hebben om enig soelaas te kunnen bieden.”
“Bij dekkingsgraad problemen heeft een pensioenfonds de volgende alternatieven. Eerst wordt er gestopt met indexeren. Als dat niet lukt, wordt er gekeken of de premie verhoogd kan worden. Als dat niet kan – bijvoorbeeld omdat het pensioenfonds veel meer nodig heeft dan de sponsor beschikbaar heeft – dan zullen ze moeten beginnen aan het aanpassen van de opgebouwde aanspraken. In veel gevallen betekent dat concreet dat ze moeten gaan korten.”
“Het is niet geheel onrealistisch dat dit gaat gebeuren. Bij een aantal pensioenfondsen is de dekkingsgraad reeds onder de grens van 105 procent gezakt. De dekkingsgraad toont de mate waarin een pensioenfonds kan voldoen aan haar verplichtingen. Of dergelijke maatregelen nodig zijn, maken pensioenfondsen later dit jaar bekend.”
“Als dit op een ander moment en door een andere situatie was veroorzaakt, had De Nederlandsche Bank een paar jaar geleden nog gezegd: ‘Sorry, maar je hebt een minimale dekkingsgraad van 105 procent nodig, dat heb je niet meer, dus ga je je aanspraken maar korten tot het niveau weer tenminste 105 procent is.’ Nu heeft DNB gelukkig gezegd dat dit een dusdanige uitzonderlijke situatie is, dat pensioenfondsen nu nog even niks hoeven te doen. Dat betekent dat de fondsen ten opzichte van een paar jaar geleden meer respijt krijgen om het beleggingsbeleid aan te passen of de pensioenaanspraken te korten. Ik ben er wel zeker van dat enkele pensioenfondsen inmiddels onder de honderd procent zitten. De fondsen die eerst op 130 procent stonden, konden de beursklap wel verwerken en staan nu waarschijnlijk rond de 108 procent. Maar de fondsen die – laten we zeggen – op 110 procent stonden, komen nu onder de 100 .”
“Er is rede tot waakzaamheid en zorg, maar nog niet tot paniek. De beleggingsresultaten zullen op termijn weer beter worden. We weten alleen niet hoelang de financiële crisis nog gaat aanhouden.”
“Bedrijven doen er allicht goed aan om alvast na te denken over het voorkomen van een dergelijke situatie in de toekomst. Het vervelende van deze situatie is dat bedrijven gevangen zitten in hun eigen web. Ze kunnen weinig stappen zetten, behalve nadenken over hoe ze hun beleid ten aanzien van risico kunnen herzien, zodra de markten zich weer hersteld hebben.”
Wat betekent het voor salaris en werkgelegenheid?
Rob Vermaak, Managing Director, Robert Walters:
“Op de vaste component, het basissalaris, merken wij vooralsnog geen invloed van de crisis. We merken wel invloed op de variabele component, de bonus voor het hogere niveau van financiële specialisten, die in de meeste gevallen (mede) afhankelijk is van het bedrijfsresultaat. Logischerwijs als deze bedrijfsresultaten tegenvallen, komen ook deze bonussen onder druk te staan. Vaak zijn bonussen een combinatie van persoonlijke doelstellingen en bedrijfsdoelstellingen. De wijze waarop deze mix geformuleerd is, bepaalt de hoogte van de bonus.”
“Invloed op de werkgelegenheid is natuurlijk vooral voelbaar in de bancaire sector. Ook zien we bij enkele Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen dat die momenteel een nogal conservatieve aanpak hebben in het aantrekken van mensen. Niettemin geldt, ook voor de bancaire sector, dat waar vervanging aan de orde is dit gewoon doorloopt. Doorgaans is het zo dat dat in tijden waarin het in een onderneming beter of slechter gaat, dit snel merkbaar is in de sales force en op de werkvloer. Financiële functies op het niveau dat wij behartigen, HBO of academisch, zijn hier relatief ongevoelig voor. Of het goed of slecht gaat, er is altijd een financiële directeur.”
“Ook hebben ondernemingen een aantal verplichtingen, zoals de jaarrekening, waaraan zij moeten voldoen. Meer dan ooit is dit iets wat ze goed moeten doen. Daarom is er ook een sterke behoefte aan onder meer risk, audit en compliance specialisten. Hier zullen bedrijven nu zeker niet op gaan bezuinigen. Wat wij wel in beperkte mate zien is dat bedrijven het even aankijken, net zoals in bijvoorbeeld de huizenmarkt. Volatiliteit in de markt is voor het hogere niveau belangrijker dan de pure economische situatie, maar de economische situatie kan weer wel op die beweging in de markt invloed hebben. Financiële mensen zijn van nature voorzichtig, dus ze houden rekening met een op termijn verslechterende situatie.”
“Kansen voor financiële mensen liggen momenteel vooral op de gebieden risk, complaince, internal- en cost-control. Dat zijn gebieden die absoluut doorpakken. Dat heeft met de huidige aandacht voor risicobeheersing te maken. We zien ook dat sommige – veelal Amerikaanse – bedrijven anders aankijken tegen vaste- en interim aanstellingen. Interim aanstellingen tellen niet mee voor de head count. Deze bedrijven vullen de vraag nu (deels) op meer tijdelijke basis in. Dat biedt weer kansen. Het is nu vooral wachten tot de markten weer normaliseren. Wij zien het, mede gezien onze goede resultaten dit jaar tot nu toe nog positief in.”
Wat betekent het voor het deposito?
Leen Saarloos, CFO, Free Record Shop Holding:
“Als je kijkt naar de financiering van ons bedrijf, dan is het zo dat wij in 2002 van de beurs af zijn gegaan. Wij hebben toen zelf zo’n vijftig procent van de uitstaande aandelen gekocht, waarvoor wij een behoorlijke schuld zijn aangegaan. Sinds die tijd hebben wij het weliswaar goed gedaan, maar het is nog niet zo dat we heel veel geld overhebben.”
“Als dit wel het geval was, zou ik kritisch gaan kijken naar ons beleid op dit gebied. Waar hebben we onze gelden staan? Hoe staan deze banken ervoor? Verder zou ik nagaan of er nog financiële relaties bestaan tussen onze werkmaatschappijen en andere banken. Deze relaties zou ik verbieden. Voor zover wij geld overhebben is dit ondergebracht bij banken die zich niet in de gevarenzone begeven, te weten Rabobank, ING, ABN AMRO en Dexia. Onze hoofdbankier is Rabobank.”
“Rond het debacle van ABN AMRO en Fortis heb ik even overwogen ons geld daar weg te halen. Ik heb toen geïnformeerd bij ABN AMRO naar de stand van zaken. Zij hebben me verzekerd nog geheel separaat te zijn. ABN AMRO is nog niet geïntegreerd in de Fortis Groep. De bank is nu, net als Fortis, in overheidshanden en je mag er van uitgaan dat de staat ABN AMRO niet failliet laat gaan.”
“Om eerlijk te zijn heb ik me wel heel even zorgen gemaakt om Dexia. Dat heb ik vervolgens onderzocht. Maar bij Dexia is ongeveer hetzelfde aan de hand als bij veel Nederlandse banken. De staat is daar zo in geïnvolveerd, dat het uitermate onwaarschijnlijk is dat die bank in negatieve zin iets overkomt.”
Wat betekent het voor bancaire financiering?
Alexander Olgers, Director Corporate Finance, Deloitte:
“Wat we zien ontstaan bij banken is vooral een gebrek aan onderling vertrouwen. Dit leidt tot afnemende liquiditeit en een krappere distributie van kredieten. Dit heeft een aantal gevolgen. Allereerst wordt er minder krediet verstrekt aan bedrijven. Banken zijn meer selectief aan de sectoren waaraan ze lenen en de focus neemt toe op activa gebaseerde leningen.”
“Ook zien we dat banken meer informatie en due dilligence nodig hebben voor ze zich committeren aan een lening. Het goedkeuringsproces duurt ook langer en de zekerheid van gecommitteerde financiering laat langer op zich wachten. Op het gebied van rente zien we dat lenen veel duurder is geworden. De kwaliteit van kredieten wordt meer gereflecteerd aan het prijsniveau.”
“Er zijn nog andere gevolgen van de kredietcrisis merkbaar in financiering door banken. Zo hebben ze een sterkere onderhandelingspositie, strengere eisen voor rapporteren en wordt er strenger gemonitord op juridische overeenkomsten.”
“Wat kunnen bedrijven doen om toch hun financiering rond te krijgen? We zien dat bedrijven met sterke relaties met hun banken hun financiering nog steeds rond kunnen krijgen. De relatie met banken is dus belangrijk voor iedere onderneming. Daarnaast moeten bedrijven anticiperen en reageren aan de hand van hun specifieke situatie. Dit kan het negatieve spiraal positief beïnvloeden.”
“Voor bedrijven wiens performance begint af te nemen is het aan te raden hun strategie, business plan en scenario’s te herevalueren. Hetzelfde geldt voor hun plannen om kosten te reduceren, hun liquiditeit scenario’s en hun plannen voor het overnemen of afstoten van bedrijfonderdelen. Tot slot moeten ze hun financiering analyseren. Deze analyse bestaat uit onder meer hun planning voor herfinanciering, het optimaliseren van hun werkkapitaal, hun behoeftes op liquiditeitsgebied en hun communicatie met banken.”
“Bij bedrijven die duidelijk underperformen ligt het iets anders. Deze bedrijven kenmerken zich door nog wel ‘in control’ te zijn, maar onder toenemende druk staan van banken. Deze ondernemingen adviseren we om kostenbesparingen te implementeren, hun omzet te verrijken en hun ommekeer te plannen. Ook zij doen er goed aan hun werkkapitaal te optimaliseren. Verder raden we dergelijke bedrijven aan om goed te kijken naar hun strategie voor afstootactiviteiten. Dit betekent het evalueren van hun belangrijkste activiteiten en activa, potentiële verwijderingen te identificeren en hun balans en schulden te herstructureren.”
“Er zijn ook ondernemingen die beperkter ‘in control’ zijn wanneer banken teams voor speciale situaties bij hen inzetten. Bij deze organisaties zijn meer drastische maatregelen nodig, zoals de verkoop van hun ‘non-core business’ activiteiten en het implementeren van een ommekeer. Ook kunnen ze ruimte creëren door hun overeenkomsten met banken te herzien en hun plannen voor financiering te herstructureren. Voor bedrijven die niet of nauwelijks control meer hebben, zit er weinig anders op dan hun meer waardevolle activa te verkopen, hun schulden te herstructureren, te onderhandelen met crediteuren en het ophalen van nieuw kapitaal.”
“Deloitte assisteert inmiddels meerdere ondernemingen in verschillende scenario’s in een combinatie tussen Corporate Finance en Transaction Services. Deze geïntegreerde benadering in het managen van de downturn biedt onze opdrachtgevers de noodzakelijke snelheid in combinatie met de vereiste kwaliteit. Voor elk scenario geldt het advies, start – al dan niet samen met een professioneel adviseur – vroeg. Start om kwart over elf, in plaats van om kwart voor twaalf. Veelvuldig blijkt dat het al later is dan men denkt.”
Zie ook:
Kredietcrisis leidt tot latere betalingen in Nederland