Waarde etaleren

De beurs als platform voor het internationale spel van ‘listing en de-listing’ doet tekort aan boeiende groeimogelijkheden van Nederlandse bedrijven.

Pensioenfondsen hebben veel last van de lage rentes. Die zijn afgelopen jaar verder gedaald – hierdoor wijken veel beleggers uit van vastrentende waarden (bv. obligaties) naar meer riskante beleggingen (bv. aandelen). Een andere oorzaak daarvoor is dat centrale banken en overheden op ongekende schaal de economie stimuleren; deze miljardenbedragen gaan voor een deel naar de aandelenmarkt omdat de investeringen van bedrijven achterblijven. De koersen en indexen staan zo om en nabij een ‘all time high’.

Dat maakt de beurs (zeker de AEX, maar ook internationaal) een ideaal vehicle om een exit te faciliteren. Zo kondigde SAP-dochterbedrijf Qualtrics een beursgang op de Nasdaq aan waarmee het hoopt $ 1.2 miljard op te halen (het bedrijf zegt voor $ 20 tot $ 24 per aandeel naar de beurs te gaan – en krijgt daarmee een waardering tot $ 14.4 miljard). Het in 2002 opgerichte Qualtrics is een van de vele softwarebedrijven die profiteren van de exploderende vraag naar clouddiensten. Door de beursgang neemt Qualtrics al na twee jaar afscheid van moederbedrijf SAP.

Ook in Nederland – AEX, AMX – neemt het aantal voorbeelden toe: o.a. Signify als afsplitsing van Philips, en Prosus als afsplitsing van het Zuid-Afrikaanse technologiebedrijf Naspers. En daar blijft het niet bij is de verwachting.

Lang was de beurs voor ondernemingen de plaats om groei te financieren – uitgifte van nieuwe aandelen stelde in staat de bestaande strategie sneller uit te rollen of nieuwe kansrijke wegen in te slaan. Deze functie lijkt wat uit het zicht verdwenen.

Nog langer geleden was de beurs voor particulieren het instrument om risico te spreiden. Nu worden beleggers zowat ontmoedigd om rechtstreeks in individuele fondsen te beleggen – index beleggen is ‘de norm’.

In dit ‘geweld’ – de beurs als vrijplaats voor internationaal georiënteerde noteringen, afnemende liquiditeit door indexbeleggen, market makers in derivaten en high frequency traders, gebrek aan liquidity providers – lijkt er steeds minder aantrekkelijke ruimte voor middelgrote ondernemingen en particuliere beleggers om elkaar te vinden. Daarbij zijn de hoge kosten van een notering (als ook regeldruk, IFRS, accountants) en de kosten van aandelenhandel ook niet erg bevorderlijk voor grotere levendigheid. En dat is jammer. Want de beurs als platform voor het internationale spel van ‘listing en de-listing’ doet tekort aan boeiende groeimogelijkheden van Nederlandse bedrijven – waarbij het directe contact met particuliere beleggers recht zou kunnen doen aan meer verbondenheid dan het volatiele aandeelhouderskapitalisme.

Dit moet dan wel gepaard gaan met een échte waarde oriëntatie bij die Nederlandse bedrijven – en daar wringt vaak ook de schoen. Een beursnotering verplicht – de lat hoog, waardecreatie op het netvlies en waarderealisatie op het track record. Dat is schaars – helaas.

Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en co-auteur van het boek Risicovreugde.