Vrijwillige voortzetting pensioenfonds bij zzp’ers niet populair
Dit blijkt uit een onderzoek dat staatssecretaris Jet Klijnsma van SZW naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Zij concludeert dan ook dat de vrijwillige voortzetting niet het geschikte instrument is.
Het overgrote deel (85 procent) van de bedrijfstakpensioenfondsen biedt de mogelijkheid van vrijwillige voortzetting, waaronder de grote sectorale fondsen. Het daadwerkelijke gebruik dat zzp’ers van de vrijwillige voortzetting maken, is echter zeer beperkt. Op grond van de in dit onderzoek verzamelde gegevens gaat het hierbij naar verwachting om landelijk maximaal 650 zzp’ers. “De vrijwillige voortzetting blijkt derhalve van beperkte betekenis te zijn voor de pensioenopbouw door zzp’ers die hun bedrijf of beroep vanuit een positie als werknemer zijn gestart,” aldus Klijnsma.
Uit het onderzoek blijkt dat de fondsen de regeling voor de vrijwillige voortzetting op verschillende wijzen vormgeven, maar dat dit nauwelijks van invloed is op dit zeer beperkte gebruik. Slechts een minderheid van de onderzochte fondsen maakt gebruik van de mogelijkheid van de 10-jaarstermijn voor zelfstandigen. De meeste hanteren ook voor zzp’ers de standaardtermijn van 3 jaar. Een overwegende reden daarvoor is de verwachting van de pensioenfondsen dat slechts een beperkte groep van een dergelijke verruiming gebruik zou maken.
De meeste fondsen hanteren het laatst verdiende loon als premiegrondslag. Bij een derde van de onderzochte fondsen is een variabele premie-inleg mogelijk. Overweging bij die keus is ondermeer dat dit complicaties met zich brengt voor de administratieve processen bij de pensioenuitvoerders.
Hoewel deze voorwaarden een belemmering kunnen vormen, geeft het onderzoek geen aanwijzingen dat hierin een doorslaggevende oorzaak ligt voor het uiterst beperkte gebruik. Bij fondsen met ruime en flexibele voorwaarden is het gebruik niet groter dan bij fondsen die striktere voorwaarden stellen. Ook het actief onder de aandacht brengen van de mogelijkheid van vrijwillige voortzetting, zoals sommige fondsen doen, blijkt er niet toe te leiden dat meer zzp’ers van de regeling gebruik maken.
Naar de ervaring van de in dit onderzoek betrokken experts en pensioenuitvoerders zijn de oorzaken van het beperkte gebruik van meer algemene aard. Naast een factor als weinig aandacht voor het pensioen, zeker in de eerste periode dat de betrokkene als zelfstandige werkzaam is, gaat het daarbij om het karakter van de vrijwillige voortzetting als zodanig. Dit brengt met zich mee dat degene die daarvan gebruik maakt, ook met het werkgeversaandeel in de premie wordt geconfronteerd en met het gegeven dat het gebruik direct dient aan te sluiten op de periode waarin de betrokkene als werknemer deelnam aan het fonds.
• Eindrapport vrijwillige voortzetting pensioenfonds voor zelfstandigen