Voorlopig nog geen ‘war for talent’
Dat er voorlopig nog geen ‘war for talent’ komt is te wijten aan een combinatie van de beperkte economische groei, voortgaande automatisering, stijgende arbeidsparticipatie onder ouderen en een langer doorwerkende beroepsbevolking. ABN AMRO concludeert dit in het rapport ‘De kwantitatieve ontwikkeling van de Nederlandse beroepsbevolking’ dat vandaag is gepubliceerd.
Geen structurele krapte op arbeidsmarkt
De omvang van de beroepsbevolking tot 2024 wordt beïnvloed door de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en door een stijging van de arbeidsparticipatie. Zo verwacht ABN AMRO tussen 2013 en 2023 onder een positief scenario een groei van de potentiële beroepsbevolking (15-65 jaar) met bijna 2,5 procent. Vanaf 2024 zet weliswaar een daling in van de potentiële beroepsbevolking, maar deze is minder sterk dan verwacht in andere ramingen.
Hoewel op de middellange termijn naar verwachting geen sprake zal zijn van structurele krapte op de arbeidsmarkt, geldt dit wel voor specifieke sectoren vakgebieden en niches, zoals specialistische banen in de financiële dienstverlening. Ook de te verwachten explosieve groei van nieuwe banen door de invloed van social media – van webcare tot internetmarketing – is moeilijk te vervullen. Een andere trend is dat ervaren specialisten zichzelf liever verhuren dan voor een vast dienstverband te kiezen. ABN AMRO verwacht dat deze groep groeit. Daarnaast blijft het vinden van trainees – de top van de studentenmarkt – een uitdaging voor grote bedrijven.
Economie blijft ‘swing factor’
Economisch groei tussen nu en 2024 kan mogelijk resulteren in een grotere vraag naar arbeidskrachten. ABN AMRO benadrukt dat voorspellingen op deze lange termijn hierover echter moeilijk zijn. Hoewel de beroepsbevolking dus op de langere termijn zal krimpen, is krapte op de arbeidsmarkt op middellange termijn niet de verwachting. Belangrijker punt van aandacht in de huidige arbeidsmarkt is de dalende arbeidsparticipatie van jongeren.
Bron: ABN AMRO