Volop schulden? Zelfs dan is failliet gaan niet nodig

Insolventiespecialist Robbert Peek schetst zes mogelijkheden om te ontsnappen aan schulden.

De faillissementsgolf is eindelijk onderweg, nu de fiscus coronaschulden massaal gaat innen bij ondernemers. Eerder berichtte FM.nl daarover (zie: Aantal faillissementen neemt voor derde maand op rij toe’). Toch verwacht Robbert Peek dat het niet zo’n vaart zal lopen. Want ook al heb je veel schulden, een faillissement is lang niet altijd nodig, zo luidt zijn boodschap.

6 manieren om schulden te saneren
Robbert Peek is zelfstandig insolventiespecialist die menig bedrijf door financieel zwaar weer heeft geloodst. Over de alternatieven voor een faillissement schreef hij recent het boek “Bijna failliet? Zo los je het op”. Daarin zet hij de zes mogelijkheden op een rij voor ondernemers om hun schulden te saneren.

“Ondernemers kijken aan tegen een grote plas aan schulden waar ze geen oplossing voor zien”, zegt Peek. “De denkfout is om al die schulden als één geheel te zien. Ga in plaats daarvan je schulden indelen in denkbeeldige compartimenten. Schuld aan de Belastingdienst bijvoorbeeld is één compartiment, schuld aan de bank een tweede en schuld aan leveranciers een derde. De kunst is om te weten waar de grootste schulden zitten en wat deze schuldeisers nog uitgekeerd krijgen als het echt misgaat.”

Schuldeisers weten heel goed dat ze slechts een deel of zelfs niets van de vorderingen kunnen terughalen bij een faillissement, betoogt Peek. “Misschien niet meer dan een kwart. De liquidatiewaarde van je bedrijf is een stuk lager dan de boekwaarde. De Belastingdienst krijgt bij een faillissement de opbrengst van bodemgoederen als machines en inventaris. De bank heeft in de regel een pandrecht op de voorraden en debiteuren. Maar de Belastingdienst en de bank komen vaak tekort en dat betekent dat er voor overige schuldeisers geen uitkering is.”

Kun je ze in zo’n geval meer bieden dan schuldeisers krijgen bij een faillissement, dan heb je een kans om te overleven, stelt Peek. De kunst is om te weten wie welke schulden heeft en welke zekerheidspositie iedereen daarbij inneemt. “Daarvoor moet je weten wat de liquidatiewaarde is van je bedrijf. Die moet vastgesteld worden door een geaccrediteerd taxatiebureau, waarvan er een paar van zijn in Nederland. Die waardeert alle activa, inclusief patenten en goodwill, en wat er naar de fiscus en de bank gaat. Zodra je deze informatie helder hebt, weet je ook wat je opties zijn richting je schuldeisers.”

Er zijn dan zes wettelijke mogelijkheden waarop de ondernemer van de schulden af kan komen, zonder doemscenario’s.

1. Onderhands akkoord
De eerste optie is die van het onderhands akkoord. “Je doet een voorstel aan elk van je schuldeisers over het aflossen van je schuld bij het openhouden van je bedrijf”, licht Peek toe. “Dat voorstel kan per schuldeiser verschillen, vaak gaat het over een bepaald percentage van je schuld. Een rechtbank komt er niet aan te pas. Het nadeel van deze regeling is dat alle schuldeisers ermee moeten instemmen. Vaak ligt de verhuurder dwars, die heeft net zo lief een nieuwe huurder die hij volop kan vinden. Om deze reden slaagt het onderhands akkoord vaak niet.”

2. Surseance van betaling
Ondernemers die de druk van schuldeisers willen verlichten, vragen vaak surseance van betaling aan bij de rechtbank. “Het voordeel is dat crediteuren dan geen beslag kunnen leggen, geen betaling kunnen eisen en geen faillissement aanvragen”, zegt Peek. “Het nadeel is dat de rechter een bewindvoerder aanstelt. Bovendien vallen de bank en de fiscus buiten deze regeling, hun vordering blijft van kracht. Een veilige haven is dit allerminst voor ondernemers, want de bewindvoerder bevriest ‘oude’ schulden, maar de nieuwe vallen er niet onder. Als het niet aantoonbaar is dat deze nieuwe schulden kunnen worden voldaan zet de bewindvoerder de surseance om in een faillissement, vaak binnen enkele dagen. De bewindvoerder wordt dan aangesteld als de curator.”

3. Sterfhuisconstructie
De sterhuisconstructie is een optie voor het reduceren van schulden als een bedrijf meerdere activiteiten heeft, waarvan een aantal gezond zijn. “Die zet je in een nieuw bedrijf en de oude activiteiten en schulden blijven achter in het oude bedrijf – het sterfhuis – dat je failliet laat gaan of via een turbo-liquidatie opheft”, zegt Peek. “Zo kun je een deel van je bedrijf houden en verminder je de schulden.” Voor het overzetten naar een nieuw bedrijf is wel de toestemming van zowel de bank als de fiscus nodig.

4. Pre-pack
Een pre-pack faillissement staat ook bekend als het flitsfaillissement. “Je bereidt de doorstart voor met de beoogd curator aan boord”, zegt Peek. “Ondertussen draait de organisatie door. Heb je alles voorbereid, dan komt er een faillissement, meteen gevolgd door een doorstart binnen een dag. De beoogd curator wordt dan de curator en die heeft alles tijdens de voorbereiding kunnen volgen. Dit gebeurt bij ziekenhuizen of energiebedrijven die vanuit het maatschappelijk belang moeten blijven doorgaan.”

Maar de wetgeving hiervoor is nog in voorbereiding. Niet alle rechters werken mee aan deze constructie. Sommigen zien een pre-pack als een overgang van onderneming, waarbij het voltallige personeel mee overgaat. “Hier zit dus een belangrijk verschil met een ‘normaal’ faillissement”, zegt Peek. “Bij het faillissement moeten ook andere partijen de kans krijgen om een bod uit te brengen. Vanwege de juridische onduidelijkheid wordt deze variant niet veel toegepast.”

5. Faillissement
Wil je geen schulden saneren, vraag dan het faillissement aan van je eigen bedrijf. Dan wordt er een curator aangesteld die kijkt of er partijen zijn die het bedrijf willen overnemen. “Dat kan jij ook zijn als voormalige ondernemer, als je het juiste bod doet”, zegt Peek. “In ongeveer de helft van de gevallen koopt de eigenaar zijn eigen bedrijf terug na een faillissement. Kijk dan alleen uit dat je geen persoonlijke aansprakelijkheid hebt afgegeven aan de bank, want dan blijven de schulden aan je zitten. In dat geval kun je de bieding verhogen met de claim die je van de bank kan verwachten. Dan bied je altijd hoger dan andere partijen.”

6. WHOA
De Wet homologatie onderhands akkoord is begin 2021 van kracht te worden. “Die biedt een manier om schulden te saneren zonder dat een rechter een curator of bewindvoerder aanstelt”, zegt Peek. “Het is een dwangakkoord, want als een meerderheid van de crediteuren ermee instemt, is ook de rest eraan gehouden.”

De WHOA schrijft voor dat schuldeisers in klassen worden ingedeeld, al naar gelang hun zekerheidspositie, De ondernemer doet aan elke klasse een aanbod voor voortzetting van het bedrijf. Is er bij een van de klassen een meerderheid die instemt met het voorstel, dan is dat bindend voor de schuldeisers in andere klassen. Deze klasse zou dan wel in geval van faillissement een uitkering krijgen.

Verder is een zogenaamde MKB-bescherming van toepassing. “MKB-crediteuren moeten minimaal twintig procent van hun vordering betaald krijgen”, verduidelijkt Peek. “De schuld aan het pensioenfonds kan niet gesaneerd worden en het personeel blijft buiten schot. De rechter verklaart het voorstel verbindend als het wordt aangenomen. Beroep aantekenen is niet mogelijk. Het voordeel voor de ondernemer is dat je ook aanspraken van verhuurders en aandeelhouders kan saneren. Deze oplossing is duurder dan die van het faillissement. Maar het is wel een oplossing die menig bedrijf past. Ik verwacht dat nog heel veel bedrijven van deze constructie gebruik gaan maken.”

Bijna failliet? Zo los je het op Zes manieren om een bedrijf door te starten
Robbert Peek
Strengholt United Media, 100 blz. €17,50

 

 

 

 

 


Schrijf je (en je personeel) nu in voor de eendaagse cursus ‘Strategie en de cijfers’ van NBA Opleidingen want daarmee wordt de strategische relevantie van de controller ten behoeve van de continuïteit en groei van de organisatie versterkt. Ook krijg je praktische tools en modellen aangereikt voor strategievorming: zowel kwalitatief als kwantitatief met behulp van financiële cijfers.

 

Gerelateerde artikelen