Verwateringsresultaten
Bijvoorbeeld: onderneming A heeft een 40% belang in deelneming B, met een nettovermogenswaarde van EUR 1 miljoen. Deelneming B plaatst voor EUR 2 miljoen nieuwe aandelen bij een andere aandeelhouder C, waarmee het belang van A daalt tot 30%.
De nettovermogenswaarde in B stijgt echter tot EUR 1,35 miljoen (30% van (2,5m + 2,0m) = 1,35m). De toename in de nettovermogenswaarde van EUR 0,35 miljoen wordt in de praktijk wel aangeduid als een ‘verwateringsresultaat’.
Verwateringsresultaten kunnen optreden als een deelneming eigen aandelen inkoopt, of aandelen plaatst, tegen een koers boven of beneden de nettovermogenswaarde die de deelnemende rechtspersoon aanhoudt.
De RJ maakt voor de verwerking van verwateringsresultaten onderscheid tussen situaties waarin het relatieve belang in de deelneming afneemt en situaties waarin het relatieve belang in de deelneming toeneemt.
In beide situaties is het mogelijk om het verwateringsresultaat te verwerken in het eigen vermogen van de deelnemende rechtspersoon. Dit is gebaseerd op de gedachte dat de verandering in de nettovermogenswaarde het gevolg is van een vermogensverschuiving tussen verschillende aandeelhouders in de deelneming, zonder dat de deelnemende rechtspersoon daarbij direct partij is.
Een andere benadering, die eveneens mogelijk is, gaat uit van de gedachte dat een afname in het belang moet worden beschouwd als een indirecte verkoop door de deelnemende rechtspersoon; het verwateringsresultaat zou dan moeten worden verwerkt in de winst- en verliesrekening.
Een toename in het relatieve belang wordt dan beschouwd als een indirecte aankoop van een belang in een deelneming. Dit betekent dat het verwateringsresultaat op basis van deze benadering als goodwill (of eventueel negatieve goodwill) wordt aangemerkt.
Bron: Tijdschrift Financieel Management: Jaarverslag ism KPMG