Verrekening rekening-courantverhoudingen binnen concern geoorloofd

In deze zaak betrof het een holding en een BV 1, welke deel uitmaakte van een groep. De holding is indirect bestuurder van BV 1.

In één van de filialen van BV 1 heeft brand gewoed. Uiteindelijk heeft BV 1 haar eigen faillissement aangevraagd. De curator heeft een vordering ingesteld tegen de holding, omdat zij onrechtmatig zou hebben gehandeld.

De curator is van oordeel dat de holding de activiteiten van BV 1 eerder had moeten beëindigen c.q. de crediteuren eerder had moeten waarschuwen, dat zij de verhaalsrisico’s heeft afgewenteld op handelscrediteuren en dat zij een onjuiste indruk heeft gewekt omtrent de kredietwaardigheid van BV 1.

De rechtbank oordeelt echter anders. De curator stelt dat BV 1 haar activiteiten na de brand had moeten staken. De rechtbank is van mening dat dit afhangt van de vraag of BV 1 toen al niet meer te redden was.

Omdat de situatie van BV 1 op dat moment nog niet uitzichtloos was, was de optie van overname van een deel van de onderneming nog in beeld. Er was toen nog geen nauwkeurig beeld van de financiële positie over het lopende jaar op te maken.

De rechtbank oordeelt dat er jegens de holding geen persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Ten tweede betoogt de curator dat de holding de verhaalsrisico’s eenzijdig naar de niet tot de groep behorende handelscrediteuren heeft doen verplaatsen.

De groepsmaatschappijen zouden zijn voldaan, terwijl de overige handelscrediteuren grotendeels onbetaald zijn gebleven. De rechtbank oordeelt dat niet is gebleken van een selectief betalingsgedrag in die zin dat zij de groepsmaatschappijen en de holding zou hebben voorgetrokken.

Tot slot stelt de curator dat de holding een onjuiste indruk zou hebben gewekt over de kredietwaardigheid van BV 1. Hieraan legt de curator onder andere ten grondslag dat de jaarrekening van BV 1 over 1999 niet is ondertekend en er een vaststellingsbesluit ontbreekt.

De rechtbank is van oordeel dat de regels die volgens de curator met betrekking tot de jaarrekening van BV 1 over 1999 zijn overtreden, niet strekken ter bescherming van de gezamenlijke schuldeisers van de betrokken vennootschap. Alle betogen van de curator, worden daarom door de rechtbank afgewezen.

Bron: Banning Advocaten

Gerelateerde artikelen