Verplichte doorbraak
De grootste openbare overname betrof VNU. Ook het afstoten van de halfgeleiderdivisie door Philips behoort tot de megadeals. In beide gevallen waren de kopers private equity firma’s. Ook de hedge funds roeren zich hevig. Bijvoorbeeld bij VNU, Stork en meest recentelijk bij Ahold. Als dergelijke fondsen tot een vijandige overname (een overname zonder steun van de raad van bestuur en raad van commissarissen van het betreffende beursfonds) willen overgaan, valt dat niet mee.
De vraag is of daarin verandering komt als de Overnamerichtlijn van de Europese Unie ook in ons land is geïmplementeerd. Deze richtlijn heeft onder meer betrekking op beschermingsmaatregelen. Wat gaat er nu eigenlijk veranderen als deze richtlijn in onze wetgeving wordt geïncorporeerd? In het wetsvoorstel was een bepaling opgenomen dat een houder van 75 procent van de aandelen iedere vorm van beschermingsconstructie na zes maanden automatisch zou kunnen doorbreken.
Deze bepaling in het wetsvoorstel is geschrapt onder politieke druk. De angst was dat Nederlandse vennootschappen een te gemakkelijke prooi worden voor vijandige bieders. Verder was het wetsvoorstel onvolledig waardoor de mogelijkheid bestond aan de verplichting te ontsnappen. Bovendien bleek dat naast Nederland alleen Griekenland en Litouwen de enige EU-lidstaten zijn die een wettelijk verplichte doorbraak overwegen.
Het gewraakte artikel is nu dus geschrapt. De verplichting om certificaathouders onder alle omstandigheden, dus ook in oorlogstijd (zoals bij een openbaar bod), het recht te geven om een stemvolmacht te vragen blijft echter wel gehandhaafd. Op 20 mei had de Overnamerichtlijn in onze wetgeving moeten worden opgenomen. Dit is niet gebeurd.
Nu de verplichte doorbraak van beschermingsmaatregelen uit het wetsvoorstel is gehaald, keurt het parlement zonder al te veel wijzigingen het voorstel hoogstwaarschijnlijk goed. De kans dat de wet op 1 januari werking treedt is daardoor groot. Het wetsvoorstel geeft Nederlandse vennootschappen de vrijheid zich al dan niet te beschermen tegen vijandige overnames. Als het wetsvoorstel in de huidige vorm wordt ingevoerd, lijkt de beschermingsrol van certificaten vrijwel uitgespeeld.
De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat een aantal van de andere belangrijkste vormen van beschermingsmaatregelen ook na de invoering van de richtlijn blijft bestaan. Daarvoor moeten in het bijzonder de beschermingsprefs en bijzondere aandelen worden gerekend. Bij de laatste gaat het meestal om prioriteitsaandelen waaraan allerlei bijzondere bevoegdheden kleven.