Verbetering positie schuldeiser
Het oorspronkelijke doel van de Faillissementswet was liquidatie van het vermogen van de schuldenaar. Naast deze liquidatiefunctie zien we dat het faillissement thans ook dient ter continuïteit van (een deel) van de onderneming van de schuldenaar.
Procedure faillissement
Een schuldenaar kan in staat van faillissement worden verklaard, als hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Het faillissement kan worden uitgesproken op aangifte van de schuldenaar zelf of op verzoek van een of meer schuldeisers.
Voor faillietverklaring is voldoende dat summier blijkt van het bestaan van feiten of omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. De curator is belast met het beheer en de vereffening van het vermogen. Kort en goed komt dit neer op het verdelen van de (nog aanwezig) baten ten gunste van de diverse schuldeisers.
Positie ‘gewone’ schuldeisers
De schuldeisers van de failliet kunnen grofweg worden verdeeld in twee typen. Eén de faillissementsschuldeisers en twee de boedelschuldeisers. Bij de faillissementsschuldeisers behoort bijvoorbeeld de onbetaald gebleven leverancier.
Deze leverancier kan zijn vordering in het faillissement indienen ter verificatie. Als de curator deze vordering erkent, volgt er (uiteindelijk) een uitkering aan deze schuldeiser. Deze uitkering is gewoonlijk uitermate gering, meestal zelfs nihil.
Deze geringe uitkering wordt (onder meer) veroorzaakt door het systeem van voorrang en boedelschuldeisers.
1. Binnen de groep van faillissementsschuldeisers bestaat een (wettelijke) rangorde. Bepaalde faillissementsschuldeisers hebben voorrang boven andere faillissementsschuldeisers.
Een aantal van deze schuldeisers bezit preferentie, waaronder bijvoorbeeld het voorrecht van de fiscus. Deze preferente schuldeisers gaan volledig voor op de ‘gewone’ faillissementsschuldeisers zonder preferentie (lees: de concurrente schuldeisers).
2. Daarnaast bestaan er schuldeisers die eerst een (volledige) uitkering ontvangen voordat uitkering aan de faillissementsschuldeisers plaatsvindt. Dit zijn de boedelschuldeisers. Hieronder valt bijvoorbeeld het salaris van de curator.
3. Dit systeem van voorrang (waaronder preferentie) en boedelschuldeisers veroorzaakt de uiterst geringe uitkering aan gewone schuldeisers.
Voorontwerp Insolventiewet
Op 1 mei 2003 werd de Commissie Insolventierecht onder voorzitterschap van S.C.J.J. Kortmann opgericht. Deze Commissie kreeg als doel herziening van de huidige Faillissementswet. Op 1 november 2007 heeft deze commissie het door haar opgestelde Voorontwerp voor een Insolventiewet aan de Minister van Justitie aangeboden.
Dit Voorontwerp is bedoeld ter vervanging van de huidige Faillissementswet. Het is vooralsnog onzeker of, en zo ja wanneer en in welke vorm het Voorontwerp het gezag van formele wetgeving verkrijgt.
Positie schuldeisers in voorontwerp
Een wijziging van het Voorontwerp ten opzichte van de Faillissementswet betreft de versterking van de positie van concurrente (lees ‘gewone’) schuldeisers. Dit uitgangspunt is ingegeven door de noodzaak om rekening te houden met ontwikkelingen elders in Europa.
Activiteiten van ondernemers zijn immers in toenemende mate grensoverschrijdend. De Commissie is voorstander van het afschaffen van bestaande preferentie van schuldeisers en van het niet toelaten van nieuwe preferenties.
In het Voorontwerp gaan preferente schuldeisers bovendien niet langer volledig voor concurrente schuldeisers. In plaats daarvan komen uitdelingen steeds ook aan concurrente schuldeisers ten goede, met dien verstande dat de uitdeling aan preferente respectievelijk concurrente schuldeisers geschiedt in een verhouding van twee staat tot één.
Ook bij een bescheiden opbrengst in de boedel is er daarom voor ‘gewone’ schuldeisers steeds iets te verdelen. Dit kan gezien worden als positieve ontwikkeling. Onder het huidige recht staan concurrente schuldeisers immers vrijwel steeds met lege handen.
BRON: Tijdschrift Financieel Management ism Banning Advocaten