Veilingtheorie wint Nobelprijs
De Nobelprijs voor de Economie gaat dit jaar naar Paul Milgrom (li) en Robert Wilson (re). De Amerikaanse economen krijgen de onderscheiding voor hun baanbrekende onderzoek op het vlak van de zogeheten veilingtheorie. Dat maakte de Zweedse Koninklijke Academie voor de Wetenschappen vandaag in Stockholm bekend.
Onderzoek rond veilingtheorie houdt zich bezig met hoe mensen handelen op veilingmarkten. Milgrom en Wilson hebben onder meer nieuwe veilingformats bedacht. “De nieuwe veilingformats zijn een mooi voorbeeld van hoe fundamenteel onderzoek voor uitvindingen kan zorgen die de samenleving ten goede komen,” staat in een toelichting op de toekenning van de prijs.
Het onderzoek
Robert Wilson ontwikkelde de theorie voor veilingen van objecten met een gemeenschappelijke waarde – een waarde die vooraf onzeker is, maar uiteindelijk voor iedereen hetzelfde. Voorbeelden zijn de toekomstige waarde van radiofrequenties of het volume aan mineralen in een bepaald gebied. Wilson liet zien waarom rationele bieders de neiging hebben om biedingen te plaatsen die lager zijn dan hun eigen beste schatting van de gemeenschappelijke waarde: ze maken zich zorgen over de vloek van de winnaar, dat wil zeggen, te veel betalen en verliezen.
Paul Milgrom formuleerde een meer algemene veilingtheorie die niet alleen gemeenschappelijke waarden toelaat, maar ook privéwaarden die van bieder tot bieder variëren. Hij analyseerde de biedstrategieën in een aantal bekende veilingformats, om aan te tonen dat een format de verkoper hogere verwachte inkomsten oplevert wanneer bieders tijdens het bieden meer te weten komen over elkaars geschatte waarden.
In de loop van de tijd hebben samenlevingen steeds complexere objecten onder gebruikers verdeeld, zoals landingsslots en radiofrequenties. Als reactie hierop hebben Milgrom en Wilson nieuwe formats uitgevonden, om veel onderling gerelateerde objecten tegelijkertijd te veilen, namens een verkoper die wordt gemotiveerd door een breed maatschappelijk voordeel in plaats van maximale inkomsten. In 1994 gebruikten de Amerikaanse autoriteiten voor het eerst een van hun veilingformats om radiofrequenties aan telecomoperatoren te verkopen. Sindsdien hebben veel andere landen dit voorbeeld gevolgd.
De Nobelprijs voor de Economie behoort niet tot de klassieke prijzen die grondlegger Alfred Nobel had voorzien. De onderscheiding is een initiatief van de Zweedse centrale bank en wordt sinds 1969 uitgereikt. In dat jaar deelde de Nederlander Jan Tinbergen de prijs met zijn Noorse collega Ragnar Frisch. De laureaten winnen dit jaar samen 10 miljoen Zweedse kroon, omgerekend iets minder dan 1 miljoen euro.
(bron: Nobel Prize, ANP; foto: Nobel Media)