Toenemende behoefte aan diversiteit financiering: Banken moeten rol intermediair oppakken
“Er wordt gekeken: hoe gaan we om met de kredietverlening, en dan met name met de langjarige kredietverlening. Het wordt moeilijker om hele langetermijnfinancieringen te verstrekken, omdat die leningen duurder worden, niet alleen voor banken, maar ook voor bedrijven.”
De situatie is nog niet op een ieders radar, maar volgens Udo van der Linden, senior originator Debt Capital Markets ABN AMRO Bank, is het speelveld nu al aan het veranderen. “Dat betekent dat je er nu over moet nadenken hoe je het bankenlandschap in de toekomst moet gaan inrichten. Daar zijn we hard mee bezig.”
De rol van de bank gaat veranderen, volgens De Kluis. “We waren natuurlijk de aanjagers van de economie, doordat we veel liquiditeit ter beschikking stelden. Door de nieuwe regelgeving wordt dit moeilijker en in ieder geval minder rendabel. De bank heeft nog steeds een maatschappelijke rol in het stimuleren van de economie en het bevorderen van economische groei op een verantwoorde en duurzame wijze. Als je kijkt naar veranderende regelgeving, moet je daar niet alleen als bank, maar ook als bedrijf wat mee doen. We hebben nog steeds een belangrijke taak in het ondersteunen van de economie, dus we moeten zoeken naar andere vormen van financiering en alternatieve manieren om in ieder geval de leencapaciteit voor onze klanten op peil te houden. Als bank zijn we goed gepositioneerd om deze functie te vervullen en onze klanten te helpen. Daarbij moeten we er ook voor zorgen dat we onze klanten een alternatief kunnen bieden.”
Verwijzend naar de discussies die worden gevoerd over de nutsfunctie van een bank, zegt Van der Linden ervan overtuigd te zijn dat de bank ook in de toekomst een belangrijke maatschappelijke functie zal vervullen. “Maar het zal een andere functie zijn. Niet meer uitsluitend liquiditeit ter beschikking stellen tegen voorwaarden die in het verleden wellicht te gemakkelijk waren, maar we zullen wel een spilfunctie blijven vervullen in de economie. Als je kijkt naar de infrastructuur die een bank als ABN AMRO heeft en de ervaringen met onze klanten, die we niet alleen krediet, maar ook andere diensten aanbieden, zoals betalingsverkeer en advies, zou het natuurlijk ontzettend jammer zijn als die functie gedeeltelijk verloren zou gaan.”
De Kluis ziet voor de bank van de toekomst ook een rol als intermediair weggelegd. “We moeten er zijn voor onze klanten en niet alleen zelf de financiering doen, maar ook een intermediaire rol vervullen voor andere groepen van investeerders. We hebben altijd gekeken naar de beste oplossing voor onze klanten. Dat was vroeger de liquiditeit die de banken gaven, we deden bijvoorbeeld veel syndicated loans met onze klanten. Nu zie je eigenlijk voor het eerst in Europa dat de kapitaalmarkt een groter deel van de financiering van bedrijven voor zijn rekening neemt dan de syndicated loan-markt. Daaraan merk je dat ook klanten behoefte hebben aan meer diversiteit. Wij moeten hierin een adviesrol gaan vervullen.”
Volgens De Kluis is ABN AMRO goed uitgerust om de rol van intermediair te vervullen. “We voldoen aan alle eisen die daaraan worden gesteld, we zijn met vlag en wimpel door de stresstest gekomen en onze kapitaal en financieringspositie zijn goed op orde. We focussen ons op het optimaal bedienen van onze klanten om hun groeiambities te verwezenlijken. Dat betekent dat je niet alleen naar je eigen leencapaciteit kijkt, maar ook anderen erbij betrekt.”
De Kluis benadrukt dat ABN AMRO op dit moment geen problemen heeft met kapitaal en liquiditeit. “Maar we willen wel kijken hoe we de langetermijnfinanciering voor onze klanten kunnen handhaven. We hebben veel contacten met andere investeerders, zoals pensioenfondsen, verzekeraars, particuliere beleggers, en die willen we meer betrekken bij de kredietverlening van de bank. Investeerders willen deelnemen in de kredietverlening aan de klanten. Deze vorm van kredietverlening bestaat al langer in Amerika. Wat wij onder disintermediatie verstaan: de klant bedienen met minder afhankelijkheid van de bankbalans. Dat doe je door als bank je relaties met investeerders in te zetten voor klanten.”
Van der Linden vult aan: “De leencapaciteit zal in de toekomst niet meer zo zijn als in het verleden en dat geldt voor alle banken. In de nieuwe rol kunnen we onze kennis, kunde en klantencontacten op dezelfde manier blijven inzetten, als we gebruikmaken van de contacten met andere investeerders.”
Er zijn al Nederlandse bedrijven die gebruikmaken van bijvoorbeeld private placements in de VS, waar deze markt al lang bestaat. Dit in tegenstelling tot Europa, waar deze vorm van financiering nog maar net van de grond komt. De Kluis signaleert wel een goed momentum voor private placements, zowel aan de bedrijvenkant als aan de investeerderskant. “
Je merkt dat in Nederland en Europa de wens bestaat om hier ook meer markt te creëren. Voor investeerders biedt het een kans op een ander soort rendement. Zij kijken naar verschillende asset-klassen die ze willen hebben. Soms kijken ze meer naar de liquiditeit van een bepaald product, soms kijken ze meer naar de yield of naar beide, afhankelijk van bedrijf en sector.”
De intermediaire rol van ABN AMRO wekt volgens Van der Linden vertrouwen en geeft investeerders een goed gevoel. Ook kan de bank met dit soort producten bedrijven een brugfinanciering geven, voordat men naar een kapitaalmarktinstrument gaat. “Daarnaast denken we over structuren waarbij de bank een belang blijft houden en dus aligned is met de investeerders”, aldus Van der Linden.
Disintermediatie vindt op dit moment al veel plaats in de markt. Alle banken zijn ermee bezig en door de nieuwe regelgeving zal dit nog verder toenemen, volgens De Kluis. “Natuurlijk moet je aanpassingen doen, maar we blijven gewoon doorgaan met wat we doen: we zorgen dat we goed investeren en blijven investeren in samenwerking met investeerders en we kijken ook naar alternatieve vormen van financieren. Daarvoor heb je een bepaald type mensen nodig en die hebben wij al in huis. Als je gaat kijken naar de rol van een relatiebankier, gaat er wel wat veranderen”, stelt De Kluis.
“Die moet niet alleen naar de eigen middelen kijken van de bank, maar ook naar andere soorten van kredietverlening. Daar gaan we meer de nadruk op leggen. We kijken naar het rendement op eigen vermogen in plaats van naar de groei van de omzet. Dat zijn wel veranderingen binnen de bank.”
Om klanten van de bank goed te begeleiden is er volgens De Kluis sprake van een constante dialoog tussen bank en klant. “Als je naar de wat kleinere bedrijven kijkt: daarvoor is het vaak moeilijker om naar de kapitaalmarkt te gaan. We zijn nu aan het onderzoeken of het mogelijk is om ook het midden- en kleinbedrijf toegang tot de kapitaalmarkt te verschaffen. Dat bespreek je continu met je klanten. Je ziet ook dat klanten zelf bezig zijn met diversificatie om voldoende liquiditeit veilig te stellen.”
De Kluis adviseert ondernemingen om in deze tijd in ieder geval dicht bij huisbanken te blijven en in actieve dialoog te komen over de vraag hoe een goede financieringsmix eruit moet zien. Daarnaast moeten bedrijven ervoor zorgen dat de financiële huishouding op orde is en dat men over een sterk kredietprofiel beschikt. Door de dialoog met de huisbank goed te houden kunnen bedrijven zich optimaal positioneren voor verschillende investeerders.
“We zullen altijd zoeken naar langdurige relaties met klanten. Dat zal aan de ene kant zijn door langdurige financiering en aan de andere kant door te helpen met die diversificatie.”