Toekomstige (her)financiering: Alle opties op een rij
De komende jaren zal in Europa voor 1,8 biljoen euro aan bankleningen moeten worden geherfinancierd terwijl banken onder druk van Basel III hun leningenportefeuille willen verkleinen met een duizelingwekkende 2,5 biljoen euro. Deze liquiditeitsspanning betekent dat ondernemingen voor de invulling van hun (her-)financieringsbehoefte vroegtijdig alle alternatieven dienen te onderzoeken om goed voorbereid op (financierings)pad te gaan.
Door Martijn Mouwen & Floris de Kort
Volgens Martijn Mouwen, Director Debt Advisory bij PwC, spelen banken in Nederland en Europa nog steeds een dominante rol in de financiering van ondernemingen. Ruim drie kwart van de ondernemingsfinancieringen is verstrekt door banken terwijl slechts een kwart via de kapitaalmarkt is gefinancierd. Dit is in de VS juist andersom.
Langzaamaan tekent zich echter een beeld af dat Europa opschuift naar het ‘Amerikaanse model’. Dit betekent dat ondernemend Europa – en Nederland – geleidelijk een andere mindset krijgt ten aanzien van financiering. De bank is in de toekomst waarschijnlijk niet altijd meer het loket voor de gehele (her)financieringsbehoefte tegen de aantrekkelijkste voorwaarden.
Zowel aan de aanbod- als vraagkant ziet Mouwen ontwikkelingen die het verkrijgen van bancair krediet in de toekomst moeilijker maken. ‘Aan de aanbodkant zie je dat Basel III hogere eisen stelt aan de kwantiteit en de kwaliteit van de bankenbalans. Dit kan enerzijds door het versterken van het eigen vermogen door middel van aandelenuitgifte of hogere winst, maar beiden zijn in het huidige economisch klimaat uitdagend.
Anderzijds zou dit kunnen door het afbouwen van de kredietportefeuille en het selectiever verstrekken van nieuw krediet. Nieuwe financieringen gaan daardoor vaak tegen striktere voorwaarden en condities, voor een kortere looptijd en veelal lager bedrag per bank.’
Alternatieve financiering
Gezien de ontwikkelingen in de bankensector doen ondernemingen er goed aan om zich te verdiepen in de voor- en nadelen van bancaire financiering versus die van alternatieven en hoe deze elkaar kunnen aanvullen, stelt Mouwen. ‘Banken zullen waarschijnlijk altijd een rol blijven spelen in het invullen van de werkkapitaalbehoefte, terwijl voor langere termijn financiering andere alternatieven complementair aan bankfinanciering kunnen zijn. Het is van belang goed te weten welke alternatieven er zijn met de bijbehorende voor- en nadelen. Niet elke vorm van financiering zal voor iedereen geschikt zijn.’
‘Doorgaans geldt wel: hoe groter en kredietwaardiger de onderneming, hoe meer alternatieven er voorhanden zijn. Desondanks zien we dat er gestaag meer alternatieven beschikbaar komen voor het segment tussen MKB en de grote multinationals (zgn. mid-market). Alleen voor het MKB, waar het financieringsprobleem het meest schrijnend is, gaat de ontwikkeling van financieringsalternatieven nog mondjesmaat. Deze ondernemingen zijn nog steeds sterk aangewezen op banken, maar ook daar zijn positieve ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld crowdfunding.’
Mouwen waarschuwt ondernemingen die denken dat bovenstaande ontwikkelingen niet op hen van toepassing zijn: ‘Het is naïef om te denken dat de veranderende spelregels van het financieren wel over zullen waaien of niet van toepassing zijn omdat je in de crisis de resultaten op peil hebt weten te houden. Het is immers juist de financieringsmarkt zelf die zo fundamenteel én structureel is veranderd in de afgelopen jaren. Banken zijn, naast kredietverlening, op zoek naar andere manieren om winst te maken, zoals bijvoorbeeld advisering bij het uitgeven van kapitaalmarktinstrumenten, betalingsverkeer en vreemde valuta en rentederivaten (zgn. cross-sell).’
Vooroordelen rond financieringsvormen
In de praktijk komt Mouwen bij ondernemingen nog regelmatig het fenomeen tegen van ‘onbekend maakt onbemind’. Vaak worden goede alternatieven op oneigenlijke gronden terzijde geschoven omdat men bijvoorbeeld niet precies weet wat een US private placement (USPP), factoring of high yield bond inhoudt.
‘Het gebeurt wel dat een onderneming zegt: een USPP wil ik niet want daar moet ik een rating voor hebben en ik wil geen pottenkijkers binnen, terwijl deze, in tegenstelling tot bij een high yield bond, helemaal niet benodigd is.’ Ook ten aanzien van factoring, de bevoorschotting van debiteuren en voorraden, zijn er nog vooroordelen. Onterecht volgens Mouwen: ‘In het verleden had factoring een negatieve connotatie en was het significant duurder dan de traditionele bancaire werkkapitaalfinanciering.
Door technologische ontwikkelingen, maar ook omdat het goed past in de risicorendementsmodellen van banken, is het qua pricing nu vergelijkbaar met werkkapitaalfinanciering. Factoring is in bepaalde sectoren, zoals retail, inmiddels gemeengoed geworden.’ Vooroordelen rond high yield bonds plaatsen deze vorm van kapitaalverschaffing soms eveneens naar de achtergrond. ‘Grote gesloten familiebedrijven stellen dat ze dit niet willen omdat de onderneming niet past in de modellen van de rating agencies of omdat zij geen volledige openheid van (financiele) zaken willen geven.’
Bedrijven die huiverig zijn voor een externe rating kunnen volgens Mouwen beginnen met het aanvragen van een rating achter de schermen (zgn. shadow rating). ‘Als daar dan een rating uitkomt die niet direct aan de verwachtingen voldoet, kun je ofwel actief onderzoeken hoe je de rating kan verbeteren of alsnog tijdig een ander type financiering overwegen.’
Trends in de financieringsmarkt
Er is een veelheid aan alternatieve financieringsmogelijkheden waaruit ondernemingen kunnen kiezen waarbij er volgens Mouwen niet één heilige graal is. ‘Je moet juist niet al je eieren in één mandje plaatsen. Ondernemingen doen er verstandig aan om de juiste combinatie op te zoeken en de looptijden van de financieringen te spreiden. Op deze manier ontstaat een meer strategische benadering van het thema ondernemingsfinanciering. Een benadering die het thema ook verdient gezien de huidige complexiteit van het financieringslandschap.’
Nederlandse bedrijven schuiven langzaam op naar de situatie in Amerika van minder bancaire financiering en meer financiering uit de kapitaalmarkt en andere alternatieven. ‘Het is voor banken lastig en duur om voor langere looptijden financiering te verstrekken, zeker aflossingsvrij, dus voor een looptijd van meer dan vijf jaar, wordt steeds meer gebruik gemaakt van USPP’s en bedrijfsobligaties.’
Een andere belangrijke trend in de financieringsmarkt is de opkomst van kredietfondsen die met geld van pensioenfondsen, verzekeraars en private equity huizen zich steeds nadrukkelijker roeren. ‘Het voordeel van kredietfondsen is dat zij grote bedragen op één onderneming kunnen financieren en bovendien financieringen met een langere looptijd en lagere aflossingsdruk verstrekken dan banken. Daarnaast bieden deze fondsen geen andere financiële producten aan zoals betalingsverkeer en rente en valuta hedging die voor banken steeds belangrijker worden. Kredietfondsen zijn dus een goede aanvulling op (of in plaats van) bestaande bankfinanciering.’
‘Ongeacht de financieringsvorm blijven er een aantal condities waar ondernemingen rekening mee dienen te houden’, stelt Mouwen. ‘Voor alle alternatieven geldt, net als voor een bancaire (her)financiering, dat de kwalitatieve en kwantitatieve informatie (o.a. meer-jaren prognose en financieringsbehoefte) accuraat, compleet en up to date behoren te zijn. De tijden van verliesfinanciering zijn definitief voorbij, dus een strakke voorbereiding voor de start van een (her)financieringstraject is onontbeerlijk. Zorg voor ruime aanlooptijd om verschillende (her)financieringsopties uit te werken en voor te bereiden en sla toe wanneer de markt aantrekkelijk is. Wij zien bij onze opdrachten in toenemende mate dat meerdere scenario’s / financieringsopties naast elkaar worden uitgewerkt. Op het laatste moment kiest de onderneming dan het scenario dat qua condities het aantrekkelijkst is.’
Concluderend stelt Mouwen: ‘De toenemende liquiditeitsdruk in de traditionele bancaire markt en de waaier aan alternatieven die beschikbaar is maakt het er voor ondernemingen niet overzichtelijker op. Dit is een uitdaging om uiterst serieus te nemen en met beide handen aan te grijpen. Een professioneel ingevulde (her-)financieringsbehoefte (lees: passivazijde van de balans) stelt de onderneming immers in staat om aan de activazijde van de balans de gewenste activiteiten te ontplooien. Wacht dus niet af waar financiers zelf mee komen, maar neem het heft zelf in handen.’
10 gouden regels voor continuïteit van ondernemingsfinanciering
1. Start op tijd met de voorbereidingen voor een (her-)financiering en rond de (her-)financiering tijdig af.
2. Voer een gedegen analyse van de verschillende (her-)financieringsalternatieven uit.
3. Werk meerdere scenario’s / alternatieven uit, zodat op het laatste moment het alsdan meest aantrekkelijke financieringsalternatief kan worden gekozen.
4. Diversifieer de bronnen en spreid de looptijden van de (her-)financiering.
5. Leg en investeer actief in relaties met verschillende banken.
6. Ken uw belangrijkste ondernemingsrisico’s en de mitiganten hiervan.
7. Ken uw banken: wees u bewust van hun strategie, producten, diensten en geografische aanwezigheid en in hoeverre uw onderneming daar al dan niet binnen past.
8. Ken uw liquiditeitspositie.
9. Houd kwalitatieve en kwantitatieve informatie, inclusief meer jaren prognoses, up-to-date. 10. Denk niet dat de nieuwe spelregels van financieren niet gelden voor uw onderneming, ook al hebt u de crisis goed doorstaan.
Bron: PwC Debt Advisory
Martijn Mouwen is Director van PwC Debt Advisory | Floris de Kort is Senior Consultant bij PwC Debt Advisory