Tjalling Tiemstra, Hagemeyer: Faillissement voorkomen
Tjalling Tiemstra is een oud Unilever-man. In een van ’s werelds grootste levensmiddelenconcerns, dat bekend staat als opleidingshuis voor talloze topbestuurders, heeft hij geleerd hoe het er in de corporate wereld aan toe gaat. Daar legde hij de basis voor zijn eigen snelle loopbaan. In het najaar van 2001 stapte hij over naar bouwbedrijf HBG. In een moeilijke periode. Typisch Tiemstra, zoals het jaar erna ook weer bleek. HBG bevond zich midden in een van de lastigste perioden uit de historie, met eindeloze fusiegesprekken, biedingen van aandeelhouders, ruzies in de top en niet in de laatste plaats: veel discussies rondom de bouwfraude.
Nog geen jaar later werd Tiemstra benaderd om de naar Engeland terugkerende CFO van Hagemeyer, James Riddell, op te volgen. Hij waagde de overstap, ongetwijfeld wetend dat Hagemeyer nog het echte dieptepunt moest bereiken. Bij Hagemeyer viel Tiemstra met zijn neus in de boter. De lange lijst van uitdagingen die op zijn bordje kwamen te liggen, kan samengevat worden in twee elementaire zaken. Enerzijds de lopende business weer gezond winstgevend krijgen. Anderzijds het concern behoeden voor een faillissement en de gesprekken aangaan met aandeelhouders en banken.
Desinvesteren
Hagemeyer heeft een prachtige historie. Het Naardense handelshuis verdiende decennialang op een degelijke manier zijn geld met handel in allerhande producten. In de jaren tachtig, met de komst van de in de financiële wereld veel gelauwerde Andrew Land, werd Hagemeyer een snelgroeiend bedrijf. Land leidde het bedrijf volgens een helder principe. De winst moest elk jaar met dubbele cijfers groeien, het liefst met twintig procent.
Om dat te realiseren werd er veel overgenomen. De overnameprijs werd veelal in aandelen voldaan. Een hoge beurskoers was derhalve een must. Eind jaren negentig liep de machine vast. Het track record liep krasjes op, de koers daalde en daarmee het waardepapier waarmee de groei kon worden gefinancierd. Een nieuwe topman kwam, Rob ter Haar, met ervaring in de supermarktwereld. Hoewel hardwerkend, kreeg Ter Haar, samen met zijn raad van bestuur, het niet voor elkaar om het tij te keren. Er moest veel worden gedesinvesteerd. Om cash binnen te halen, maar vooral om toekomstige problemen verder te voorkomen.
Krimpen
In plaats van een groeibedrijf werd Hagemeyer enkele jaren lang een krimpende onderneming. Kiezen voor nieuwe kernmarkten. En weg met de ballast van dure overnames waarvan de kostbare overnamesommen al jaren drukten op de resultaten van Hagemeyer. Maar het spel van inkrimpen en lastenverlichting verliep te langzaam. Daarbij kwam dat de economische recessie zorgde voor een veel lager dan gehoopte cash flow bij de resterende onderdelen, zodat op zeker moment feitelijk niet meer aan de aflossingsverplichtingen kon worden voldaan. Precies in die periode, in het heetst van de strijd, stapte Tiemstra binnen.
Naar de financiële pers en de analisten voerde hij vrij snel het woord. Gelukkig voor hem wordt het nieuws rondom Hagemeyer langzamerhand positiever. Het concern lijkt voorlopig gered, dankzij een toename van het aantal uitstaande aandelen met ruim 380 miljoen, en een regeling met het bankensyndicaat, dat er alles aan heeft gedaan om de uitstaande leningen veilig te stellen.
Begin dit jaar kondigde Tiemstra bij de bekendmaking van de jaarcijfers aan te verwachten dat er geen grote desinvesteringen meer aan zitten te komen. Wel kleine, overigens. Noncore- assets, zoals Tiemstra ze noemt, blijven op het verkooplijstje staan. Want Hagemeyer wil een zuiverder strategie voeren dan tijdens de Land-jaren. Niet meer alles kopen waar goed geld kan worden verdiend. Er moet ruimte zijn om te profiteren van de kernkwaliteiten van het concern. En die liggen op het gebied van handel en distributie.
Kritiek
Tiemstra krijgt het de komende tijd nog flink voor zijn kiezen. Nogal wat aandeelhouders – vooral onder aanvoering van de Vereniging van Effectenbezitters, de VEB – hebben nog een appeltje te schillen met Hagemeyer. De VEB is flink ontstemd over het gebrek aan transparantie bij het handelshuis.
Verder zit het de VEB dwars dat een administratiekantoor, bestuurd door niet-aandeelhouders zoals onder andere ex-DSM-topman Simon de Bree, mocht beslissen over het reddingsplan zoals dat was gepresenteerd door de banken en de raad van bestuur. Bovendien was volgens de VEB lange tijd sprake van een enorme informatiekloof tussen de banken en de gewone aandeelhouders.
Tiemstra pareerde die kritiek begin dit jaar als volgt: ‘De banken hebben alle informatie gekregen die hoort bij een krediet van 1,3 miljard euro en een bedrijfsresultaat van 40 miljoen euro.’ De banken waren uit hoofde van de kredietverschaffing op de hoogte van alle ins en outs bij Hagemeyer. Zij kregen (en krijgen) de maandcijfers (resultatenrekening en balans), ontvangen wekelijks de prognose voor omzet, resultaat, kasstroom, schuldpositie en kaspositie voor de komende 13 weken.
Bovendien worden zij op de hoogte gehouden van alternatieve plannen, desinvesteringen en de onderhandelingen daarover en krijgen zij een prognose voor de komende vier jaar. Aandeelhouders moeten het keer op keer doen met summiere informatie, aldus de kritiek op financieel bestuurder Tjalling Tiemstra. Tiemstra laat de kritiek, althans in het openbaar, van zijn schouders afglijden. Het redden van het concern staat bij hem voorop.
CV J.S.T. (Tjalling) Tiemstra Geboren 16 november 1952 CFO van Hagemeyer
september 2002 Opleiding Bedrijfseconomie (Rijksuniversiteit Groningen),
postdoctorale opleiding RA (Erasmus Universiteit, Rotterdam)
De analist over Tjalling Tiemstra: ‘Tiemstra draait er niet om heen’
Rationeel en onverstoorbaar. Zo typeert Paul Andriessen van SNS Securities de CFO van Hagemeyer, Tjalling Tiemstra. Dat rationele blijkt volgens hem uit de heldere presentatie tijdens officiële momenten. Andriessen: ‘Hij draait nergens om heen. Ook niet om de zwaktes die Hagemeyer nog volop heeft.’ Dat laatste is redelijk bijzonder, omdat ondernemingen er vaak in getraind lijken om zwaktes zoveel mogelijk te verbloemen.
‘Dat past in deze situatie natuurlijk ook niet bij Hagemeyer. Ze moeten zo eerlijk mogelijk zijn, zodat de buitenwacht het bedrijf goed kan beoordelen.’ Tiemstra heeft nogal wat op zijn bordje liggen, meent Andriessen: ‘Het belangrijkste is dat hij verantwoordelijk is dat er goed wordt toegezien op een terugkeer van de operationele marge naar vier procent. Ook moet hij zorgen dat het rendement op het geïnvesteerde kapitaal weer beter wordt. Beheersing van het werkkapitaal heeft prioriteit. Daar is hij duidelijk over in zijn presentaties. Dat is het model waar hij op stuurt.’
Pril
In de gesprekken geeft hij volgens Andriessen blijk van een hoog intellectueel niveau en enorm financieel inzicht. ‘Onontbeerlijke kwaliteiten voor een concern als Hagemeyer dat in een turn around-fase zit. Die turn around is ontzettend pril, dus het is moeilijk om er iemand in het huidige bestuur op af te rekenen. Ik merk wel zelf en bij andere analisten dat er enorme aandacht is voor alle cijfers die bekend worden. Ik reken eindeloos door op herstelscenario’s.’
Verdienste
Volgens Andriessen is het huidige Hagemeyer feitelijk niet meer te vergelijken met de onderneming van een aantal jaren geleden. ‘Het bestuur is volledig veranderd, veel activiteiten zijn verkocht, het concern is kleiner geworden, er zijn emissies geweest en reddingsoperaties. Tjalling Tiemstra kan terugkijken op een geslaagde reddingsoperatie, waarmee hij zijn sporen als “zwaar-weer-CFO” zeker heeft verdiend. In de afgelopen periode speelde hij een sleutelrol bij het concern, omdat de continuering van de relatie met banken cruciaal was voor het voortbestaan van de onderneming.
Vooruitkijkend zal de prestatie bij Hagemeyer vooral een operationele moeten zijn, waarin de rol van de CFO wellicht een slagje minder prominent is. Tiemstra heeft echter een duidelijk richtsnoer aangelegd met de door hem – met goed gevoel voor communicatie – geïntroduceerde “H(agemeyer)- factor”, waarmee de verhouding tussen brutomarge en nettowerkkapitaal tot gezondere verhoudingen moeten worden gebracht om de onderneming met een beperkte kapitaalsbehoefte te laten groeien.’
Analist: Paul Andriessen Van: SNS Securities