10 do’s en don’ts bij cashmanagement
1 Krijg inzicht in uw geldstromen
Cashmanagement valt of staat bij een goed inzicht in de inkomsten en uitgaven van een onderneming. Hoe verlopen de drie grote kasstromen (operationeel, investeringen, financiering)? Een goed hulpmiddel om die vragen te beantwoorden is het Dupont-schema. Dat laat aan de hand van twee kentallen zien hoe rendabel een bedrijf is: de brutomarge en de omloopsnelheid van het totale vermogen.
Als je erin slaagt het geld sneller bij je bedrijf te laten binnenkomen en trager eruit te laten stromen, verhoog je het rendement.
2 Maak een liquiditeitsplanning
Niet alleen een goed inzicht in de huidige geldstromen is belangrijk, ook is het van belang duidelijkheid te hebben over de inkomsten en uitgaven in de nabije toekomst. Let daarbij vooral op de uitgaven, zeker als de financiële buffers beperkt zijn. Indirecte kosten (bijvoorbeeld huur en personeelskosten) kunnen erin hakken. Ook omdat ze op korte termijn moeilijk bij te sturen zijn.
Maak een conservatieve- en een optimistische liquiditeitsplanning en pas die scenario’s maandelijks aan, of zelfs nòg frequenter.
Lees alle adviezen in de whitepaper
3 Verbeter het order-to-cash proces: ken je klanten
Bij veel bedrijven staan productie en verkoop centraal. Debiteurenbeheer hobbelt daar achteraan. Probleem is dat debiteurenbeheer de klanten veel minder goed kent. Hij kan in de benadering van klanten vaak de plank misslaan. De medewerkers kunnen klanten in de gordijnen jagen met die aanpak die niet is toegesneden op die individuele klant.
Door stroomlijning van het ‘order-to cash-proces’ kun je dit wel goed afstemmen. Want vaak blijkt dat wanbetaling voorkomt uit onenigheden over de hoeveelheid of de kwaliteit van geleverde goederen en diensten. Of er staat gewoon een foutje in de factuur. Dus samenwerking met de direct betrokkenen is ‘key’.
4 Verbeter het order-to-cash proces: ga beter factureren
Om het incasseren van vorderingen of de verwerking van binnenkomende betalingen makkelijker te maken, kan een nieuwe stap in de automatisering worden gemaakt. Bijvoorbeeld met e-factureren. Een volgende stap zou zijn dat de factuur-informatie in datavorm beschikbaar is. In een databestand in UBL-formaat kan een factuur snel worden verwerkt door boedkhoudprogramma’s en purchase-to-pay-automatiseringssoftware. Eigenlijk kan e-factureren dan automatisch plaatsvinden. Uiteindelijk leidt dit tot een afname van het aantal debiteurendagen.