Afas: Self-fulfilling purposy
Afas is een softwarebouwer met een écht eigen cultuur. Je kunt er iets van vinden, maar ze staan er wél voor. Niet wollig of gepolijst, maar uitgesproken en authentiek. En daarbij ligt de lat hoog. Groei komt autonoom en niet uit overnames. Het bedrijf is – vanaf het begin – gebouwd op een eigenwijze cultuur en waarden die leidend zijn worden doorvertaald in werk en welzijn en die koop je niet in. Zo heeft Afas een eigen Foundation waarin het jaarlijks miljoenen doneert; en ook klanten en medewerkers moeten ‘liefde’ krijgen. En de software van Afas moet werk ‘beter en leuker’ maken. Dat is dé purpose.
Volgens CEO Bas van der Veldt is de mens maakbaar en zijn medewerkers en klanten dat ook.
Daar begint het ‘eigenwijze’ voor ons wat te schuren. Want vóór wat hoort wat. Het is niet louter warmte wat de klok slaat. Immers, tevreden werknemers werken harder – de omzet per fulltime medewerker steeg van €327k naar €357k, om uit te komen in het laatste boekjaar op €387k. Wanneer is daar de rek uit? Of komt het uit de zakken van klanten? Want tevreden klanten zijn welwillender om geld uit te geven, is het idee.
De omzet steeg met 15% tot bijna €192m, waarbij de winst met méér dan een kwart steeg, waardoor de Leusdense softwareonderneming onder de streep zo’n €78m overhield. Voor een bedrijf dat als één van de vier cultuurpijlers (kernwaarden) ‘gek’ heeft, is dat zo gek nog niet.
Het is wat uitgekiender dan wat een van de andere kernwaarden – ‘doen’ – doet vermoeden: ‘Eerst doen, dan denken. Dat is ons motto’. Yeah, right.
Wij hebben een gevoel van self-fulfilling purposy. Zoals bij een self-fulfilling prophecy de voorspelling waarheid wordt, zo leidt alles dat wat wordt gedaan en ondernomen bij Afas tot bevestiging van wie ze zijn en waar ze voor staan. We zijn gek, dus als de baas gek doet is dat goed en leuk. Dat is sterk, maar ook link. Het gevaar van tunnelvisie en oogkleppen ligt op de loer. De kans is groot dat kritische geluiden onbewust worden weggewuifd.
CEO Van der Veldt geeft aan wie het laatst woord heeft. ‘We krijgen tegenwoordig alle trucs over ons heen van ICT’ers en marketingmensen. Ik ben allebei, dus ik weet hoe goed ze erin zijn je verslaafd te maken aan dingen die eigenlijk helemaal niet goed voor je zijn (…) En ja, wie bepaalt dan wat wel en niet ethisch is? Dat ben ik.’ Daarbij – wat is Afas anders of meer dan ICT én marketing… verslavend?
Werken bij Afas is geen baan, maar een overtuiging. Medewerkers worden verwend, goede salarissen, fijne winstuitkering, luxe extraatjes (een chef-kok die gezonde maaltijden voor je neus zet). Daarbij moet (ja, eigenlijk: moét) je je wel overgeven aan de alom aanwezige Afas-humor, en je volledig overgeven aan de zeer hechte ‘familiecultuur’ (uitjes verplicht, ook voor partners…), en veel bemoeienis met privéaangelegenheden. De CEO: ‘Bij Afas vinden medewerkers het prettig als hun directeur eerder in het ziekenhuis is dan hun eigen ouders’. Zou het? En wat zegt dat dan? En wat als je het niet leuk vindt als dat gezegd wordt.
De frequent gehoorde referentie aan ‘een sekte’ vinden we kort door de bocht en makkelijk. Maar begrijpen doen we het dan weer wel. Immers, cultuur bij Afas is ‘heilig’, en neigt naar verheerlijking van eigen identiteit en kracht. Het levert ook veel vrije kasstroom op – en het moet gezegd: ook voor de maatschappij. Een merkbare bijdrage.
Toch moesten we onwillekeurig nog wel even denken aan het intrigerende nummer Hotel California, van The Eagles: ‘You can check out anytime you want, but you can never leave.’.
Als de software van Afas een net zo grote lock-in heeft, dan liggen er nog vele renderende jaren in het verschiet.
Door Leo van de Voort (voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en co-auteur van het boek Risicovreugde) en Frank Roos (oprichter van communicatiebureau Roos & van de Werk). Beiden zijn verbonden aan Fuel for Living Strategies