Sterkste stijging inkoopprijzen
Het is nog altijd zo dat als de economie aantrekt, er meer wordt gekocht, verkocht en ingekocht. In oktober steeg de inkoopactiviteit van de Nederlandse productiesector voor de vierde achtereenvolgende maand. Naast een grotere productievraag, kwam dit volgens de NEVI ook ‘door de inkoop van veiligheidsvoorraden en door strategische inkoop als voorbereiding op toekomstige prijsstijgingen.’
Niettemin bleven de voorraden van de ingekochte goederen slinken. De levertijden namen opnieuw toe: het aantal vertragingen was het grootst in tien maanden. De sterk gestegen olieprijzen zorgden voor de sterkste inkoopprijsinflatie in tien maanden. De verkoopprijzen stegen echter slechts matig. Veel bedrijven meldden dat hun ‘pricing power’ door de intensieve concurrentie werd beperkt.
PMI
De PMI steeg in september vooral door de productiegroei en het grotere aantal nieuwe orders: beide namen toe in het hoogste tempo sinds augustus 2004. Vooral het aantal exportorders nam nog verder toe, maar ook de binnenlandse orders trokken aan.
Dit zette druk op de capaciteit van de bedrijven. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk steeg voor de tweede achtereenvolgende maand, zij het slechts zeer gering. De voorraad eindproducten kromp het hardst in achttien maanden.
Als reactie op de gestegen vraag nam de werkgelegenheid toe, voor het eerst sinds veertien maanden. De stijging was echter marginaal door de voortdurende reorganisatieprogramma’s van enkele bedrijven. Bovendien betrof de stijging vooral een groter aantal ingehuurde uitzendkrachten.
De Purchasing Managers’ Index, een indicator die macro-economische ontwikkelingen weergeeft, wordt gevormd op basis van veranderingen in de volgende indices: productie, nieuwe orders, levertijden, voorraad ingekochte materialen, werkgelegenheid, ingekocht materiaal, exportorders, inkoopprijs en voorraad gereedproduct.