Stagnatie aantal vrouwen in Nederlandse topfuncties
Dat blijkt uit het jaarlijks terugkerende onderzoek ‘Women in Business’ waarvan accountants- en adviesorganisatie Grant Thornton vandaag de resultaten bekend maakte.
Het zijn met name de Baltische Staten en Aziatische landen die over een hoog percentage vrouwelijke CEO’s, CFO’s of Directors beschikken. Een ‘kansrijke’ route naar de top in Nederland is volgens de onderzoekers die van Human Resources Director in de gezondheidszorg.
Hoewel diversiteit in de top bijdraagt aan sterke bedrijfsresultaten, worden Senior Managementfuncties in Nederland in 9 van de 10 keren nog steeds door een man bekleed. Slechts 11% van de topfuncties anno 2013 is in handen van een vrouw. Daarmee neemt Nederland – na Japan en de Verenigde Arabische Emiraten – een van de laagste posities wereldwijd in. Ook op Europees terrein is er sprake van stagnatie: het percentage vrouwen in topfuncties bleef met 25% nagenoeg gelijk aan 2012 (24%). Volgens Karin van Wijngaarden, partner bij Grant Thornton, zijn Nederlandse vrouwen ‘weldegelijk actief in het bedrijfsleven, maar kiezen zij vaak bewust voor een parttime functie. Doorstromen naar de top is dan moeilijk.’
Meer vrouwen in topfuncties in ‘snelgroeiende’ economieën
Wereldwijd is er sinds 2010 juist sprake van een stijging van het aantal vrouwen aan de top: het percentage vrouwen in ‘topposities’ steeg het afgelopen jaar van 21% naar 24%. Deze groei werd met name veroorzaakt door het hoge percentage topvrouwen in de snelgroeiende BRIC-economieën (28%), Zuidoost-Azië (32%) en de Baltische staten (40%). Landen waar opvallend veel vrouwen een Senior Managementfunctie bekleden, zijn China (51%), Polen (48%) en landen zoals Letland (43%), Estland (40%) en Litouwen (40%). In deze laatste groep landen is de vrouwelijke arbeidspopulatie al jaren hoog, onder meer door de – van oudsher – sterke onderwijsparticipatie van vrouwen.
De inzet van flexibele werkschema’s is volgens de onderzoekers niet direct de oplossing om het percentage vrouwen aan de top te bevorderen. In Europa biedt driekwart van de bedrijven flexibele werkschema’s aan (in Nederland zelfs 85%), terwijl dat percentage in bijvoorbeeld China en de BRIC-landen respectievelijk 27% en 40% bedraagt. De invoering van een verplicht ‘vrouwenquotum’ is een maatregel die een op de twee Nederlandse organisaties verwelkomt (52%), tegenover 33% in de Europese Unie. Opvallend is dat een meerderheid van de Nederlandse respondenten (98%) aan geeft geen concrete plannen te hebben om het aantal vrouwen aan de top te bevorderen.
Karin van Wijngaarden zegt hierover: “Flexibele werkschema’s trekken vrouwen in Nederland en andere volwassen economieën niet over de streep. Gedwongen regels vanuit de overheid vindt een deel van het bedrijfsleven ook geen oplossing. De ervaring dat bedrijfsprestaties door diversiteit daadwerkelijk verbeteren, zet organisaties wellicht wél aan het denken. Het IBR laat zien dat er een verband is tussen de groeiende economieën en diversiteit aan de top. Juist nu is het belangrijk dat het bedrijfsleven en de overheid grip krijgen op deze stagnatie en de doorstroming naar boven bevorderen. Positief is dat er steeds meer hoogopgeleide en ondernemende vrouwen zijn. Een deel daarvan kan zeker doorstoten naar de top.”
De onderzoekers brachten ook in kaart wat wereldwijd ‘de meest kansrijke route’ naar de top is voor vrouwen. De functie van Chief Finance Officer van een Healthcare-organisatie in China biedt het meeste perspectief:
– De ‘boardroom-positie’ die in China het vaakst wordt bekleed door vrouwen is die van Chief Financial Officer (31%)
– Healthcare als sector beschikt over het hoogste percentage topvrouwen (45%). China heeft het hoogste percentage vrouwen in Senior Managementfuncties (51%)
– In Nederland maken vrouwen met name ‘kans’ in de Healthcare-sector en het onderwijs, in de rol van Human Resources Director of Chief Operating Officer.
Bron: Grant Thornton International Business Report (IBR)