Sprinkhaan of waardecreatie?
Of je nu een pro of een contra bent; cijfers laten zien dat de Nederlandse PE-markt de afgelopen jaren tot uitzonderlijke hoogte klom. Vooral toen na 9/11 het investeringsklimaat ingrijpend verslechterde, sprongen PE-partijen in het gat. Professionele beleggers, naarstig op zoek naar waardegroei, kwamen daar op af. In de huidige PE-markt gaat veel geld om en wordt veel geld verdiend. Zo rekende de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappije uit dat in 2007 de investeringen door Nederlandse participatiemaatschappijen met ruim 70 procent tot EUR 4 miljard stegen.
Ultimo 2007 hadden de nationale investeerders een bedrag van EUR 22,5 miljard onder beheer. Dit vermogen was geïnvesteerd in ruim 1.350 bedrijven die voor het overgrote deel (ongeveer 75 procent) in Nederland gevestigd zijn. Het toegenomen belang van de Nederlandse markt heeft ook buitenlandse interesse gewekt. Buitenlandse participatiemaatschappijen worden steeds actiever en hebben ruim twintig, van origine Nederlandse, ondernemingen in portefeuille waaronder VNU, Kruidvat, Vendex KBB, Philips Halfgeleiders en NIB Capital.
Samen investeerden binnen- en buitenlandse participatiemaatschappijen EUR 5,4 miljard aan private equity in Nederlandse ondernemingen (in 2005 was dit nog EUR 4 miljard). Onnodig om verder te benadrukken welk economisch belang de PE-markt momenteel heeft.
PE WERKT ALS KATALYSATOR
‘Investeringsmaatschappijen durven vanouds meer risico te nemen met de financiering’, stelt Pieter Wilde, als investment manager bij Antea Participatie verantwoordelijk voor de selectie en aan- en verkoop van deelnemingen als ook voor het beheer van een deel van de portefeuille.
Antea Participatie, met een totaal beheerd vermogen van circa EUR 40 miljoen, 170 deelnemende informals en zes medewerkers, is één van de middelgrote investeerders in Nederland. ‘We bieden het zittende management doorgaans meer financiële prikkels. Als de bestuurders het goed doen, kunnen ze veel verdienen. Meestal leggen we de lat hoger dan de vorige aandeelhouders deden. Investeerders gaan echter nooit op de stoel van de bestuurders zitten en voor goede plannen is bij ons altijd geld.’ Antea richt zich op bedrijven met tussen de tien en tweehonderd personeelsleden en de omvang van de investeringen is minimaal EUR 250.000 en maximaal EUR 2,5 miljoen. Antea doet relatief veel management buy ins en de participatieperiode is gemiddeld zes jaar.
De toegevoegde waarde van PE is volgens Wilde velerlei: ‘Het gaat niet alleen om veranderingen in de financieringsstructuur en managementstijl, maar ook wordt de strategie opnieuw geformuleerd. PE leidt bewezen tot meer werkgelegenheid en een versnelde ontwikkeling van de onderneming. Naast kapitaalverschaffing, zorgen participatiemaatschappijen als actieve aandeelhouders met een waardecongresvol netwerk en expertise, voor een professioneel klankbord voor het managementteam.’ Wat Pieter Wilde betreft, is er dus geen sprake van een paradox: ‘private equity leidt bewezen tot een nieuwe dynamiek, kennis en geld in de onderneming en werkt als katalysator.’
RISING TIDE LIFTS ALL BOATS
De opponent van Pieter Wilde, macro-econoom Kees de Kort wist met een gechargeerde, wat cynische verhandeling, de zaal in rep en roer te krijgen. De Kort is sinds 1984 actief in de beleggingswereld als onder meer bedrijf- en sectoranalist, vermogensbeheerder bij AFS Capital management en financieel journalist (ondermeer bij BNR Nieuwsradio). Hij is in staat om, zoals hij het zelf omschreef, ‘een niet door commerciële overwegingen gehinderd, persoonlijk commentaar’ te geven op de gebeurtenissen op financiële markten.
Dat deed hij dan ook door met volle overtuiging de knuppel in het hoenderhok te gooien. De Kort bleef in bestiale termen door de PE-markt niet met sprinkhanen, maar met een groot Afrikaans wildpark te vergelijken. ‘Er zijn agressieve en aardige dieren, moeilijke en makkelijke tijden. In theorie is private equity een goed fenomeen, maar er is teveel deal dwang en er lopen te veel me too-artiesten rond. Immers, als je in deze markt niet in staat bent veel geld te verdienen, word je algemeen als een sukkel beschouwd. Rising tide lifts all boats.’
Doordat institutionele beleggers private equity als een nieuwe asset class beschouwen, is de commerciële druk volgens de financieel journalist groot. ‘private equity is een sector geworden waarin té veel geld omgaat. Hierdoor zijn list en bedrog toegenomen; iedereen wil een graantje meepikken. Er zijn aardige dieren, maar het aantal agressieve is sterk gegroeid. Er zijn teveel excessen gekomen in deze florerende markt.’
RECENTE HAUSSE IS AFWIJKING
Het betoog van de macro-econoom ging met name in op de gevolgen van de Amerikaanse kredietcrisis voor de private equity-markt. ‘De gevolgen van de kredietcrisis zijn desastreus. In Amerika zijn ze duidelijk zichtbaar, maar ook Europese partijen worden geconfronteerd met grootschalige verliezen, terwijl tekenen van de crisis in landen als Groot-Brittannië en Spanje ook aantoonbaar zijn. Financiële markten zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden over alle landsgrenzen heen. Ook in Nederland zijn andere tijden op komst. De houding van de banken is al totaal veranderd; men is voorzichtig, het risicomijdend denken is toegenomen.
De financiële realiteit verandert onherroepelijk de private equitymarkt. Er zijn verliezen op komst. Dit gecombineerd met de dealdruk, de toename van de moeizame exits en het gebrek aan goede managers, zal bij investeerders leiden tot een nieuw risicobesef en een verminderde hoeveelheid beschikbaar kapitaal.’
Het moraal van het verhaal van De Kort was dat de recente hausse in private equity een afwijking is van de trend. De toekomst zal weer ‘degelijk’ worden en het advies luidt om ‘snel en serieus rekening te houden met de veranderende omstandigheden’. Geen spraakmakender einde van een congres dan dit ongezouten advies in booming tijden. Het leidde in de zaal tot veel roering, vragen en een uitermate dynamisch borreluur.
door Ilse Kuiper