Societas Europaea: fiscaal ei van Columbus?
De totstandkoming van een SE geschiedt door middel van oprichting van een nieuwe vennootschap, dan wel door omzetting of fusie van bestaande vennootschappen. Er dient sprake te zijn van grensoverschrijdende activiteiten of oprichters.
Fiscaal wordt de SE gelijk behandeld als een BV of NV. Zo is een SE – aannemende dat we te maken hebben met een SE die inwoner is van Nederland, dan wel activiteiten in Nederland heeft – op dezelfde wijze onderworpen aan bijvoorbeeld vennootschapsbelasting, omzetbelasting, kapitaalsbelasting, dividendbelasting en overdrachtsbelasting.
Een SE kan gebruikmaken van de door Nederland gesloten belastingverdragen, net als iedere BV en NV. Verder geldt dat een SE, net als een BV en NV, gerechtigd is tot toepassing van bijvoorbeeld de Europese Moeder/Dochterrichtlijn. Deze richtlijn stelt dat dividenden tussen Europese moeder- en dochtermaatschappijen onder bepaalde voorwaarden vrij van heffing zijn, zowel bij de moeder (geen vennootschapsbelasting) als bij de dochter (geen dividendbelasting).
VERPLAATSBAAR
Als een SE fiscaal net als een BV of NV wordt behandeld, waarom zou je dan een SE gebruiken? Welnu, in bepaalde situaties kan een SE nuttig ingezet worden. Dat heeft te maken met civielrechtelijke mogelijkheden die fiscale (en niet-fiscale) voordelen met zich mee kunnen brengen.
Een van de voordelen van een SE is de verplaatsbaarheid. Een BV of NV kan haar statutaire zetel niet verplaatsen zonder (vanuit Nederlands perspectief) geliquideerd te worden. Liquidatie houdt in dat activa en passiva worden overgedragen, iets wat bijvoorbeeld bij immateriële activa soms wel lastig en kostbaar kan zijn. Zo kunnen er aanzienlijke kosten verbonden zijn aan het overschrijven op een andere naam van bepaalde geregistreerde rechten. Een SE kan haar statutaire zetel wel verplaatsen; ze blijft juridisch intact, en activa en passiva blijven gewoon op haar naam staan.
Een meer dan leuke bijkomstigheid van zetelverplaatsing vanuit Nederland naar het buitenland is dat je zo een latente dividendbelastingclaim kunt afschudden. In de omgekeerde situatie, een verplaatsing vanuit het buitenland naar Nederland, kan kapitaalsbelasting vermeden worden door de SE in het buitenland van het benodigde kapitaal te voorzien alvorens haar te verplaatsen. Diverse EU-lidstaten kennen geen heffing op het bijeenbrengen van kapitaal, terwijl Nederland 0,55 procent heft op kapitaalstortingen.
AFREKENEN
Een ander voordeel van de SE is het feit dat deze juridisch kan fuseren met een buitenlandse rechtsvorm, terwijl een BV of NV dat niet kan. De praktijk leert dat een internationale juridische fusie in sommige situaties uitkomst biedt. Wat betreft de fiscale gevolgen van een verplaatsing van een SE naar het buitenland of de fusie waarbij een SE opgaat in een buitenlands vehikel, kan het volgende worden opgemerkt. Stille reserves en goodwill worden in beginsel belast op het moment dat de SE uit Nederland verdwijnt. Afrekenen aan de grens dus.
Onder omstandigheden kan deze heffing – al dan niet tijdelijk – achterwege blijven. Het is nog maar zeer de vraag of deze exitheffing binnen de Europese regels wel is toegestaan. Heel simpel gezegd: waarom wordt een verhuizing van Amsterdam naar Utrecht niet belast en een verhuizing van Amsterdam naar Parijs wel? Daar mag toch geen onderscheid in worden gemaakt, nu we de EU als één mogen zien? Kortom, op z’n minst bezwaar aantekenen tegen een eventuele belastingaanslag, zou ik zeggen.
De SE zal naar mijn inschatting vooralsnog geen fiscale hoogvlieger worden. Maar sommige internationaal opererende ondernemingen kunnen er hun voordeel mee oen; het beestje kan in bepaalde situaties heel goed gebruikt worden.
Jochem de Koning (j.dekoning@cmsderks.nl) is fiscalist bij CMS Derks Star Busmann