Sector: ‘Reparatie voor hergebruik moet belastingvrij’

De technieksector pleit voor het afschaffen van btw op reparaties van elektrische apparaten. Dit zou het aantrekkelijker maken om kapot witgoed en elektronica te laten repareren in plaats van weg te gooien, stelt brancheorganisatie Techniek Nederland. Dat meldt het ANP vanochtend.

Het afschaffen van de btw op reparaties zou niet alleen de consumenten ten goede komen, maar ook de Nederlandse economie. Het zou namelijk leiden tot minder afval en een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Techniek Nederland voegt zich bij het pleidooi van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) die in november 2023 al opriep tot ingrijpen tegen de wegwerpmaatschappij. De Rli stelde dat bedrijven zoveel mogelijk spullen verkopen voor zo laag mogelijke prijzen, maar die producten worden vaak na een korte periode weer afgedankt. Het afschaffen van de btw op reparaties zou een manier zijn om deze trend te keren¹².

Volgens Martin Hof, die bij Techniek Nederland over consumentenelektronica gaat, staat de sector klaar om veel meer reparaties uit te voeren. Hij wijst op een register voor erkende reparateurs dat sinds vorig jaar online staat. Maar de reparatiebranche stimuleren alleen is volgens Hof niet genoeg. Zo moeten onderdelen gemakkelijk beschikbaar zijn, zoals het Europese ‘recht op reparaties’ vanaf volgend jaar regelt. Ook moet de nieuwe regering strengere eisen stellen voor het duurzaam ontwerp van apparaten [Artikel gaat verder na de volgende alinea]

De installatiesector is een belangrijke sector voor de Nederlandse economie. In 2021 zag de sector een stijging van ruim 6% in de gezamenlijke omzet ten opzichte van het jaar daarvoor. In het eerste kwartaal van 2022 pluste de sector zelfs 7%. Corona zorgde hier en daar voor tekorten aan installatiemateriaal, systemen en componenten. In het begin van 2023 waren er ongeveer 14% meer bedrijven met 0 tot 5 werknemers dan in het begin van 2022 (30.805 ten opzichte van 26.990), wat zelfs een stijging van 76% is in vergelijking met het begin van 2018^{, zo blijkt uit cijfers}