Saldo- en Rentecompensatie onder druk door IFRS en Basel II

fallback
Op het moment dat bedrijven hun Liquiditeitenbeheer goed gaan structureren, kiezen de meeste bedrijven voor Saldo- en Rentecompensatie (Notional Pooling) boven Nulsaldo regulatie (Zero Balancing) als geautomatiseerde techniek. Het grote voordeel dat door Saldo- en Rentecompensatie geen intercompany verhoudingen ontstaan is hiervan de belangrijkste drijfveer.

Echter binnen afzienbare tijd zal het product Saldo- en Rentecompensatie significant onder druk komen te staan. Dit wordt veroorzaakt door twee belangrijke gebeurtenissen, namelijk door IFRS en Basel II. De veranderingen toe te schrijven aan IFRS zijn hoofdzakelijk boekhoudkundig. De gevolgen voor Saldo- en Rentecompensatie door Basel II liggen buiten de invloedsfeer en controle van het bedrijf! Het beïnvloedt namelijk de manier waarop de banken hun solvabiliteitsbeslag moeten berekenen. De banken zullen daarom de tarifering en de rentemarges van het product Saldo- en Rentecompensatie negatief aanpassen om dit extra solvabiliteitsbeslag te compenseren. Door dit artikel wil SNCY-Cash Management bedrijven hierover inlichten. Dit artikel is nuttig voor bedrijven die plannen of voorbereidingen aan het treffen zijn voor een cashpool structuur. Voor bedrijven die al gebruik maken van Saldo- en Rentecompensatie kan het nuttig zijn na te gaan denken hoe om te gaan met deze veranderingen.

Implicaties door IFRS
Laten we als eerste duidelijk zijn, IFRS belemmert Saldo- en Rentecompensatie niet! Het maakt het moeilijker (maar niet onmogelijk) om het gecompenseerde banksaldo, dat is ontstaan door het technisch samenvoegen van debet- en creditsaldi, op de balans te vermelden. Bedrijven lopen dus het risico, indien men ervoor kiest om zowel het totaal van de debetsaldi als het totaal van de creditsaldi (binnen de Saldo- en Rentecompensatie pool) op de balans te vermelden, op balansverlenging. Hierdoor ontstaat er een risicovolle kettingreactie. De balansverlenging heeft namelijk direct consequenties voor het rendement op het eigen vermogen en op de solvabiliteit van het bedrijf. Deze lagere solvabiliteitsratio maakt de standaard kredietrisico die banken hanteren vervolgens hoger, wat ook weer direct negatieve gevolgen heeft voor het rentepercentage die de bank het bedrijf in rekening brengt voor kredietverlening.

Hoe om te gaan met de veranderingen door IFRS?
1. Breng fysiek de rekeningen per kwartaal op nul.
Hoewel er op dit moment niet een éénduidig standpunt door de accountants kan worden waargenomen, ziet het er naaruit dat wanneer bedrijven de diverse bankrekeningsaldi periodiek op nul zetten, zij nog altijd het gecompenseerde saldo uit de Saldo- en Rentecompensatie pool op hun balans mogen vermelden. Op dit moment schijnt dat het periodiek minstens één maal per kwartaal betekent. Het nadeel van dit periodiek regelen van de saldi is natuurlijk dat er intercompany saldi worden gecreëerd die geboekt moeten worden en waarover ook daadwerkelijk rente berekend moet worden. Terwijl juist het bedrijf dit probeerde te vermijden door voor te kiezen.

 

2. Salderen van alleen debet of credit rekeningen.
Om het aantal transacties tot een minimum te beperken kan het bedrijf alle rekeningen met debetsaldi aanzuiveren tot nul wanneer het totaal van de Saldo- en Rentecompensatie pool een positief saldo vertoont, of het afromen van de saldi van alle rekeningen met een creditsaldo wanneer het totaal van de pool een negatief saldo vertoont.

3. Beheer rekeningen volgens de netto positie.
Een andere oplossing, in de veronderstelling dat het bedrijf een netto debetpositie heeft, is een deel van de kredietfaciliteiten om te zetten in de rekening courant faciliteiten voor alle bankrekeningen en dan alle bankrekeningen debet te houden. Voor bedrijven met een netto creditposities kan het omgekeerde worden overwogen.

De implicaties van Basel II.
Bazel II heeft een veel grotere invloed op dan IFRS. Base1 II maakt het moeilijker voor banken om de debetsaldi met de creditsaldi van een cliënt te compenseren. Door de regulering van Basel II zijn banken verplicht debetposities op bruto basis te rapporteren. Het gevolg voor de banken is dat 1) er kapitaal gereserveerd moet worden voor de gecompenseerde debetsaldi, wat een solvabiliteitsbeslag teweeg brengt. En 2) en alle geformaliseerde kredietlijnen gerapporteerd moeten worden zelfs wanneer er op dat moment geen gebruik wordt gemaakt van de kredietfaciliteiten. Dit alles maakt Saldo- en Rentecompensatie duurder voor de banken en daarom (uiteindelijk) ook voor de bedrijven.

Hoe om te gaan met de veranderingen van Basel II?
Het is dus zeer waarschijnlijk dat onder Basel II Saldo- en Rentecompensatie, vooral voor bedrijven met een lagere rating, moeilijker en veel duurder wordt. Nulsaldo regulatie (Zero Balancing) kan een deel van de problemen oplossen omdat; 1) de bank het probleem van gecompenseerde saldi niet heeft en 2) de bank minder kredietlijnen hoeft op te zetten omdat het bedrijf, doormiddel van de zero balancing zelf voor de interne financiering zorgdraagt. Bedrijven die hun bestaande cash pool structuur willen heroverwegen zullen dus moeten afwegen of de kosten en de extra werkdruk van Nulsaldo regulatie (Zero Balancing) opwegen tegen de (extra) kosten van Saldo- en Rentecompensatie onder Basel II. Dit kan het best worden gedaan door een analyse te maken van de Cashflow en de saldi en door bij meerdere banken offerte’s op te vragen voor beide opties.

Conclusie
IFRS en vooral Basel II zullen boekhoudkundige en prijstechnische gevolgen hebben voor Saldo- en Rentecompensatie. Wij adviseren dan ook bedrijven contact te zoeken met hun banken en accountants om te identificeren wat de gevolgen voor hen zullen zijn. De stijgende tariefstellingen en de “plicht” tot periodieke saldi regulering geven een reden om bij bestaande of geplande Saldo- en Rentecompensatie pools naar oplossingen te zoeken. Het proces van het opzetten van een geautomatiseerde cash management oplossing vergt tijd. Daarom adviseren wij nu al in een vroeg stadium te beginnen met deze kwestie. Het jaar 2006 begint al over 6 maanden. Voor vragen kunt u contact opnemen met SNCY-Cash Management (+31) 20 482 3701.