Rondetafel Jonge talenten: In 7 stappen naar een topcarrière in finance

Uit het onderzoek 'Best Employers To Work For in Finance 2012' zijn enkele jonge financiële talenten naar voren gekomen. Aan de hand van zeven stellingen discussieerden tien van hen onlangs met elkaar over hun carrière. Wat drijft deze talentvolle financials? Wat zijn hun prioriteiten en belangrijkste uitdagingen? Hoe denken zij effectiever in hun vak te worden? Een stappenplan op basis van hun discussie.

Stap 1. Kies je omgeving
Stap 1 op weg naar een topcarrière in finance is het kiezen van een juiste werkomgeving. Waar ga je werken om je optimaal te ontwikkelen? Een multinational of juist een MKB-onderneming? Voor de meeste deelnemers aan de discussie is het overduidelijk: liever een grote onderneming dan een kleine. Charlotte Olree, Financial Controller bij KPN, heeft bijvoorbeeld bewust gekozen voor deze multinational vanwege de vele opleidingen die zij er kan volgen en alle andere mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. Maar staat daar niet tegenover dat ze zich minder snel zal ontwikkelen dan bij een kleinere onderneming? ‘Dat geloof ik niet. Het is een vooroordeel dat je bij een kleiner bedrijf eerder een zware verantwoordelijkheid hebt en meteen met 'hoge piefen' aan tafel zit. Binnen KPN werken we met business units met een grote mate van zelfstandigheid. Ik woon vergaderingen bij met de CFO van het netwerkbedrijf waar ik werk. En ik hoor wat zich afspeelt binnen onze divisie en hoe ik daar mijn voordeel mee kan doen. Ik krijg volop kansen om te laten zien wat ik kan. En daarmee om door te groeien.’

Tegengeluiden zijn er ook. Marjolijn Stenneke, hoofd financiële administratie van multimediabedrijf TriMM zit nu al aan haar plafond als financial controller, terwijl dit pas haar eerste baan is. ‘Ik heb mijn functie helemaal zelf op poten gezet. Door de groei van het bedrijf was het controleplichtig geworden; ik heb er voor gezorgd dat de accountant de boeken kan doornemen. Nu kan ik verder doorgroeien door me meer met strategische vraagstukken bezig te houden. Bij een grote onderneming had ik nooit zulke grote stappen in zo’n korte tijd kunnen maken.’

De discussie blijft niet beperkt tot de voors en tegens van grote en kleine ondernemingen. Wat te denken van een adviesbureau of andere zakelijke dienstverlener als eerste werkomgeving? Niet zo gek, weet Vincent Gerritsma, Senior Group Controller & Finance Manager bij sigarenfabrikant Scandinavian Tobacco Group: ‘Je kunt dan bij allerlei bedrijven een kijkje in de keuken nemen. Als je daarna wilt overstappen, kun je een goed onderbouwde keuze maken.’

In zijn geval was het onder andere affiniteit met het product dat hem deed kiezen voor zijn huidige werkgever. Hetzelfde gaat op voor Martijn Terpstra, Controller bij de non-gouvernementele organisatie IRC International Water and Sanitation Centre. Eerder werkte hij bij Coca Cola, maar hij heeft naast affiniteit met het product nog een extra criterium toegevoegd in de keuze voor zijn huidige werkomgeving: maatschappelijke betrokkenheid: ‘Het streven naar toegevoegde waarde vanuit maatschappelijke relevantie voegt een extra dimensie toe aan mijn rol als Controller.’  Een reactie die de overige jonge financials – allemaal maatschappelijk betrokken, allemaal actief als vrijwilliger – zich goed kunnen voorstellen.

Stap 2. Stel een doel
Hoe hoog leg je de lat? Een vraag die heel verschillend wordt beantwoord. Wat Elmar Hogenboom, Controller bij Woningstichting Rochdale, betreft kan het niet ambitieus genoeg zijn. ‘Doelen hoeven niet realistisch te zijn. Integendeel. Juist onrealistische doelstellingen kunnen je motiveren. Neem het streven van Google om alle informatie die er is te ontsluiten. Dat zal nooit lukken, maar wat geeft dat? Als je de lat op 100 legt, bereik je misschien 35. Als je 'm op 30 legt, maar 31 – minder dan je zou kunnen. Zelf wil ik bestuurder worden van een woningcorporatie en daarnaast wil ik als zelfstandig ondernemer een eigen huizenportfolio opbouwen. Dat is waarschijnlijk te hoog gegrepen, maar het inspireert me wel. Het maakt niet uit waar ik ben, het gaat om waar ik heen ga.’

Een instelling die de verwondering oproept van Eva de Mooij, Managing Consultant bij ConQuaestor. ‘Frustratie dreigt als je erachter komt dat je het niet in je hebt om je doelstellingen te bereiken. Je zakt dan gauw door het ijs. Ik kijk liever naar wat ik vandaag kan bereiken. Wat is vandaag mijn impact? Wat kan ik vandaag veranderen? Hoe kan ik vandaag de klant verder helpen? Van daaruit kijk ik wel weer verder.’

Ook Murat Ergül, Controller BackOffice bij het CAK (Centraal Administratie Kantoor) neemt een minder hemelbestormende houding aan dan Elmar. ‘Ik streef naar voortdurende verbetering van het financiële proces. Mijn doelen hangen af van wat ik aantref: wat is er, wat kan er verbeteren, hoe gaan we dat inrichten en wat kan ik hieraan bijdragen? Dat soort vragen stel ik mijzelf. Toen ik hier in dienst trad, was er geen degelijke financiële maandafsluiting. Ik heb eraan bijdragen dat onze organisatie 'in control’ is geraakt. Een basis is opgezet. Met een volgend project kunnen we weer een stap verder komen.’

Nog een vraag die ter tafel komt is of je moet vasthouden aan een doel of je flexibel op moet stellen en de kansen die voorbij komen grijpen? Hierover is de groep eensgezind: flexibiliteit verdient de voorkeur. ‘Je kúnt niet alles plannen’, aldus Stef Bosgoed, Adviseur Operationeel Beleid bij woningcorporatie Vivare. ‘Zeker in een grote organisatie geldt dat momentum belangrijk is’, vult Guus van der Weijden aan, Senior Business Controller bij verzekeraar Achmea. ‘Het gaat er maar te vaak om dat je op de juiste tijd bent, op de juiste plaats binnen de organisatie en met het juiste thema bezig bent. En dat je dan het gewenste resultaat levert.’ Dit alles verdraagt zich slecht met een rigide planning.

Stap 3. Werk aan voortdurende verbetering
Voor hoeveel procent zit je 'financebatterij' vol en hoe vul je de rest? Een vraag die de jonge financials moeiteloos beantwoorden. Je bent nooit uitgeleerd, is hun devies. Zij willen vooruit in de wereld – en dat betekent zichzelf voortdurend ontwikkelen. Wel stelt elke fase in een carrière andere eisen, benadrukt Guus. ‘Na je studie is het raadzaam om in je begincarrière aandacht te schenken aan vakinhoudelijke verdieping. Je hebt theoretische bagage nodig, en waar nodig moet je die zien aan te vullen. Maar met alleen een goede financiële achtergrond kun je slechts een beperkte waarde leveren als business controller.’  

De vraag is wel of financials de benodigde kennis en vaardigheden zich het beste kunnen eigen maken via opleidingen of via 'training on the job'. De meeste aanwezigen hechten vooral aan praktijkkennis. Technisch bedrijfskundige Marjolijn bijvoorbeeld, die een tijdlang haar boekhoudkundige kennis bijspijkerde door elke maand met de accountant te sparren over de cijfers van haar bedrijf. Guus zweert aanvullend bij opleidingen. ‘Al was het maar omdat je voor bepaalde functies alleen in aanmerking komt als je een bepaalde opleiding hebt. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar, dus daar zou ik me maar op instellen.’ Belachelijk, vindt Marjolijn. ‘Bedrijven die afgaan op iemands titel verschaffen zichzelf schijnzekerheid. Ze moeten daar echt eens mee ophouden. Het is als de bagagecontrole bij Schiphol. Die houden geen terrorist tegen, want die komt echt niet bij hun detectiepoortje langs met zijn wapens.’

Stap 4. Wees gedisciplineerd
De vraag 'Blijf je binnen of treed je ook regelmatig buiten je comfortzone?' roept weinig discussie op. Uiteraard zoeken deze jonge en ambitieuze financials hun grenzen op en uiteraard gaan ze er van tijd tot tijd overheen. Het moet, wil je verder komen in de wereld: ‘Omdat je een grensoverschrijdend doel hebt, komen er dingen op je pad. Dat geeft nieuwe inzichten. Zo ontwikkel je jezelf. Daardoor groei je en kun je meer betekenen. Dat ziet de organisatie. Het betaalt zich uiteindelijk terug’, zegt Vincent. De financials hebben ook een intrinsieke behoefte om uit hun comfortzone te treden.

Stef: ‘Het kriebelt voortdurend. Ik zoek constant de grens op, ben constant op zoek naar vernieuwing. Als ik dat niet doe, slaat de verveling toe. En dan moet ik vetrekken. Het is vernieuwen of wegwezen.’ Hij krijgt bijval van Elmar: ‘Als je moet doen wat je gisteren ook deed, dan is dat vandaag misschien nog wel leuk maar morgen niet meer. Het wordt een trucje.’
Hoe de veelbelovende financials precies proberen te voorkomen dat de routine toeslaat? Het verschilt. Guus is bijvoorbeeld bewust presentaties gaan geven en is les gaan geven. ‘De eerste keer dat ik een microfoon kreeg omgelust om voor een grote zaal vol mensen te spreken moest ik wel even slikken. Maar ik heb daardoor gaandeweg wel mijn didactische vaardigheden ontwikkeld.’

Stap 5. Respecteer de tijd
Hoe bewaar je het evenwicht met je privéleven en andere activiteiten? Geen overbodige vraag, want deze jonge financials werken al gauw 60 tot 70 uur per week. De balans tussen werk en privé schiet maar al te vaak door in het nadeel van privé. Elmar heeft het over zijn 'dertigersdilemma': ‘Ik wil alles. Keer twee. Nu meteen. Het dilemma is dat ik alles wat ik doe heel leuk vind en heel goed wil doen. Dat maakt kiezen lastig.’ Bij Eva komt daar nog bij dat zij een dochtertje heeft ('Mijn grootste hobby', zegt ze zelf), voor haar aanleiding om een internationale carrière op te geven. ‘En ik probeer zeer goed met mijn tijd om te gaan: ik kijk bij alles heel goed wat ga ik ermee kan bereiken. Effectiviteit staat voorop.’

'Het nieuwe werken' wordt hier en daar geopperd als oplossing. Het scheelt in elk geval reistijd als je niet op- en neer naar je werk hoeft, en veel mensen kunnen in een huiselijke omgeving zeer geconcentreerd werken. Maar de schaduwzijde is dat werk en privé vaak niet meer te scheiden zijn. ‘Het maakt niet veel uit’, zegt Guus. ‘Of ik een webconference nu vanuit mijn huis bijwoon of vanuit kantoor, ik werk structureel te veel.’

Stap 6. Werk samen en toon leiderschap
Hoe ga je om met je collega’s en teamleden? In hoeverre dien jij onbaatzuchtig anderen en haal je het optimale uit anderen? Met dit soort vragen hebben de deelnemers aan de rondetafelbijeenkomst geen moeite. Het zijn teamplayers, stuk voor stuk. Ze stellen veel in het werk om anderen beter te laten functioneren. En als anderen beter functioneren, plukken zij daar zelf ook de vruchten van. Hun managementstijl is hierbij eerder coachend en faciliterend dan dictatoriaal en directief. Ze hebben er geen moeite mee om mensen fouten te laten maken. ‘Daar leren ze van’, zegt Guus. ‘En als zij beter gaan functioneren, heb ik er minder werk aan en verbetert de prestatie van ons als team. Vroeger voelde ik me te zeer verantwoordelijk, ging ik zelf tot 11 uur 's nachts de Excel-sheets van anderen corrigeren. Nu wacht ik af tot ze vastlopen en geef ik alleen aanwijzingen hoe ze verbeteringen kunnen doorvoeren. Ik ben zo veel effectiever bezig.’

Ook hier doen deze jonge financials een beroep op hun sociale vaardigheden. Zoals Murat zegt: ‘Praat met mensen op de werkvloer, haal de banden met lijnmanagers aan. Als controller gedij je bij informatie uit de business. Daar hoor je het meeste, en daar kun je dan op inspelen om verbeteringen in het bedrijf te stimuleren.’ Je wordt er als leidinggevende effectiever van, vult Elmar aan. ‘Soms praat ik de hele dag met mensen. Dat is niet altijd heel doelgericht, maar uiteindelijk blijkt het wel zijn vruchten af te werpen. Zo voorkom je dat er een eilandjescultuur ontstaat, zo kun je bruggen bouwen.’

Dat niet alleen, communicatie met anderen blijkt ook de sleutel tot persoonlijke ontwikkeling. ‘Vraag feedback’, adviseert Charlotte. ‘Niet iedereen laat uit zichzelf weten wat hij van jouw prestaties vindt. Terwijl je daar het meeste van leert.’  Martijn onderschrijft de importantie van regelmatige feedback. ‘Durf hierbij ook over je eigen vakgebied heen te kijken. De feedback van andere dan je directe collega’s is een belangrijk middel om de beleving van jouw functioneren in de organisatie te toetsen.’

En wat te doen als iemand ondanks alle ruimte die hij krijgt maar niet beter gaat functioneren? Of, nog erger, wat als hij een volgende carrièrestap wil maken, maar aan zijn top lijkt te zitten? Lastige vragen, waar de deelnemers aan de discussie niet helemaal uitkomen. Elmar neigt ernaar zich vooral op de sterke punten van iemand te concentreren. Martijn beaamt dit en vult aan; ‘uiteraard moeten de zwakke punten wel in ogenschouw genomen worden. Echter, het helpt niet in je ontwikkeling als je voornamelijk aangesproken wordt op je zwakke punten. Hierbij loop je juist het risico op frustraties en belemmering in de ontwikkeling van de sterke punten.’

Murat en Vincent zien het anders. Zoals Vincent zegt: ‘Als iemand ergens zwak in is, dan is dat een verbeterpunt. Hij kan op een hoger niveau komen door er aan te werken.’ En als blijkt dat iemand zijn plafond heeft bereikt? Weer zo’n lastige vraag. Vincent heeft wellicht de meest praktische oplossing: ‘Wees eerlijk. Durf aan te geven wat iemands beperkingen zijn. Laat hem zelf aangeven welke opleidingen hij zou moeten volgen om een volgende stap te kunnen maken. En als iemand zijn milestones niet haalt, bespreek het met hem. Wellicht komt hij dan zelf wel tot de conclusie dat zijn doel te hoog gegrepen is.’

Stap 7. Bouw aan je netwerk
Tot slot: om echt de top te bereiken heb je een sterk netwerk nodig. Het gaat niet alleen om je ‘know how’ maar ook om je ‘know who’. Het belangrijkste kanaal om een baan te vinden is via het fysieke netwerk, zo blijkt uit het onderzoek ‘Best Employers To Work For in Finance 2012': 29 procent vindt via via een nieuwe baan.

Zoals Eva zegt: ‘De leukste banen staan niet online.’ Deze jonge financials beheersen de kunst van het netwerken in elk geval tot in de puntjes. Zo is Guus vaak te vinden op bijeenkomsten van Nyenrode-alumni. Vincent probeert zoveel mogelijk op de hoogte te blijven via LinkedIn en indien mogelijk ook op een borrel te verschijnen, bijvoorbeeld van oude werkgevers. Eva kan worden aangetroffen op het jaarlijkse Jaarcongres Controlling van Alex van Groningen. Andere jonge financials delen buiten werktijden op de tennisbaan, de golfbaan en rond het voetbalveld visitekaartjes uit. De sportieve Stef heeft vanuit zijn handbalclub waardevolle contacten met sponsors.

En de enige student van het gezelschap, Tom Wichink Kruit? Hij weet zijn studie accountancy te combineren met een vrijwilligersfunctie als penningmeester van voetbalclub Rohda Raalte. Een hele klus, gezien de vele duizenden leden van de voetbalvereniging. Maar het heeft hem wel contacten opgeleverd met oud-bestuursleden. Potentiële werkgevers, of anders wel mensen die hem kunnen doorverwijzen naar potentiële werkgevers. ‘Altijd handig om de juiste mensen te kennen, ook al weet je niet precies wat je aan ze hebt.’

De jonge talenten
1. Stef Bosgoed (1987), Adviseur Operationeel Beleid bij Vivare
2. Eva de Mooij (1980), Managing Consultant bij ConQuaestor
3. Martijn Terpstra (1976), Controller bij IRC International Water and Sanitation Centre
4. Marjolijn Stenneke (1981), Hoofd Financiële Administratie bij TriMM
5. Tom Wichink Kruit (1988), Penningmeester bij Rohda Raalte
6. Guus van der Weijden (1982), Senior Business Controller bij Achmea
7. Elmar Hogenboom (1979), Controller bij Woningstichting Rochdale
8. Vincent Gerritsma (1979), Senior Group Controller & Finance Manager bij Scandinavian Tobacco Group
9. Murat Ergül (1987), Controller BackOffice bij het CAK (Centraal Administratie Kantoor)
10. Charlotte Olree (1983), Financial Controller bij KPN

Bekijk profielen van deze en meer jonge talenten in het dossier: 'Best Employers To Work For in Finance

Gerelateerde artikelen