Raad van State: wetsvoorstel box 3 van tafel
Het voorstel om op een andere manier belasting te gaan heffen via box 3 (winst uit spaargeld en beleggingen) moet van tafel. Dat adviseert de Raad van State aan het kabinet. De voorgestelde regels voor box 3 zijn te complex voor zowel burgers als de Belastingdienst. Dit staat in het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3.
Dat betekent dat het kabinet opnieuw moet gaan werken aan een nieuwe regeling voor box 3, ofwel de spaartaks. Uit de uitvoeringstoets van de Belastingdienst blijkt dat het voorstel ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en de Belastingdienst. Het zal leiden tot slechtere dienstverlening, beperkte mogelijkheden tot vooroverleg met een belastinginspecteur en onvoldoende toezicht. Het stelsel wordt daardoor veel complexer.
Er wordt verder een groot beroep gedaan op het zogenoemde ‘doenvermogen’ van belastingplichtigen, aldus de Raad van State. Dit vanwege de verplichting om een ingewikkelde vermogensvergelijking te maken en de administratieplicht voor 1,6 miljoen belastingplichtigen.
De regering gaat voor de opbrengst van het voorgestelde box 3-stelsel uit van budgettaire neutraliteit. Dit belemmert de ruimte om te kiezen voor een andere vormgeving dan nu wordt voorgesteld. Het advies aan de regering is om het wetsvoorstel niet in deze vorm in te dienen en de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw te bezien.
Het kabinet moest met een nieuw belastingvoorstel komen nadat de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan, in juni had geoordeeld dat de manier waarop belasting werd geheven op spaargeld en beleggingen in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De belasting in deze schijf (box 3) werd altijd berekend op basis van een vaste winst op spaargeld, aandelen en vastgoed. De rechter oordeelde dat dit moet op basis van wat iemand er echt aan heeft verdiend.
Het Wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 heeft als een vermogensaanwasbelasting. Als uitzondering daarop wordt voor onroerende zaken en aandelen in startende ondernemingen een vermogenswinstbelasting voorgesteld. Daarnaast wordt voor de reguliere voordelen uit onroerend goed dat het hele jaar niet wordt verhuurd, een forfaitaire benadering gehanteerd, de zogenoemde netto vastgoedbijtelling.
De Raad van State constateert dat een integrale visie op het belasten van vermogen ontbreekt. Deze is nodig om een afgewogen keuze te kunnen maken voor een nieuw box 3-stelsel. Zij adviseert daarbij aandacht te schenken aan de bijdrage die de opbrengst van box 3 moet leveren aan de belastingmix. Verder gaat zij in op het ontbreken van samenhang tussen de boxen in de wijze waarop vermogensbestanddelen in de heffing worden betrokken.
Vanwege de zwaarwegende bezwaren is het advies aan de regering om de vormgeving van het box 3-stelsel opnieuw te bezien. De Afdeling advisering wijst op enkele mogelijke alternatieve denkrichtingen voor de vormgeving. Zij gaat in op de overgebleven ruimte voor een forfaitair box 3-stelsel en de mogelijkheid van een vermogenswinstbelasting. Zij schetst ook mogelijke denkrichtingen voor het behalen van extra budgettaire opbrengst. De Afdeling adviseert de regering deze denkrichtingen bij een nieuwe vormgeving van het box 3-stelsel te betrekken en de voor- en nadelen van de verschillende varianten tegen elkaar af te wegen.
Meld je aan voor de nieuwsbrief
Meld je aan voor de nieuwsbrief
Ontvang waardevolle artikelen, checklists, interviews en whitepapers in je mailbox.
Vacatures
Markt Update
Personalia
Whitepapers
Vragen over adverteren?
Kan ik je van dienst zijn met een toelichting of advies? Bel of mail gerust. Ik neem graag de tijd voor je.
Daan Commandeur
Partner Manager